Uw zoekacties: Seijst, 2007; p. 73

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2007; p. 73
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2007
Pagina:
73
Is onderdeel van:
Bouwstijlen 1895 - 1940
JUGENDSTIL Tussen 1895 en 1915 ontwik- kelde zich in Europa de Duits- Oostenrijkse Jugendstil en de Frans-Belgische Art Nouveau. Deze stijl werd in Nederland nagevolgd. De Nederlandse archi- tecten bleven beïnvloed door de neo-gotiek uit het laatste kwart van de negentiende eeuw. De Ju- gendstil en Art Nouveau worden gekenmerkt door op de natuur gebaseerde sierlijke lijnen en vor- men. Rondboogvensters komen veel voor. Bekende decoratieve motieven zijn plantenstengels, bloemknoppen, vogels en belij- ningen als zweepslagen. De Ju- gendstil is in Nederland minder zwierig en strakker uitgevoerd. Misschien dat we daarom ook liever de term Art Déco gebrui- ken. Beton, ijzer, glas-in-lood, geglazuurde baksteen en tegelta- bleaus gebruikte men graag. De muren van de panden uit deze periode zijn dikwijls van een witte pleisterlaag voorzien. Daar- mee werd minder fraai metsel- werk afgedekt en vochtdoorslag voorkomen met gebruik van het omstreeks 1850 op de markt ge- komen portlandcement. De wo- ningen bouwde men niet met spouwmuur, maar met massieve muren. In het pleisterwerk kon- den versieringen worden aange- bracht zoals we vaak bij panden uit de Jugendstilperiode zien.
RATIONALISME Terwijl in het buitenland de Ju- gendstil zich ontwikkelde ont- stond in Nederland tussen 1900 en 1920 het rationalisme als bouwstijl. Met de Koopmans- beurs in Amsterdam uit 1903 heeft de architect H.P. Berlage een rationele vormentaal met duidelijke lijnen geïntroduceerd met gebruik van eerlijke bouw- materialen als ruwe baksteen. De functie van de ruimtes en de constructie stonden voorop. Constructieve elementen moch- ten in de bouw zichtbaar zijn en werden dikwijls geaccentueerd. Berlage's collega K.p.c. de Ba- zel die in dezelfde stijl ontwierp was plastischer en decoratiever ingesteld. Het rationalisme heeft lang in- vloed in de Nederlandse bouw- kunst gehad.
AMSTERDAMSE SCHOOL Tussen 1910 en 1930 beleefde de Amsterdamse School in het bouwen zijn hoogtepunt. Deze bouwstijl wordt gekenmerkt door een expressieve baksteen- architectuur waarin niet alleen de steen maar ook de voeg een rol speelde. De nadruk lag niet zo zeer op de constructie zoals in het rationalisme, maar op de plastische vormgeving van de buitenkant van gebouwen. Door het gebruik van baksteen lieten
de architecten gevelwand en gol- ven, brachten halfronde balkons aan en mozaïekachtige versierin- gen.
HET NIEUWE BOUWEN Het Nieuwe Bouwen, ook wel de Nieuwe Zakelijkheid of functio- nalisme genoemd, maakte in de periode 191Y1960 dankbaar ge- bruik van nieuwe bouwmateria- len als beton, staal en geprefabri- ceerde elementen. Door gebruik hiervan waren ijle constructies mogelijk passend bij de opvatting dat een gebouw ruimte, licht en lucht moest hebben. Versierin- gen zoals in de voorafgaande bouwperiode werden afgezwo- ren. Baksteen werd als storend ervaren en weggewerkt onder strakke witte pleisterlagen.
TRADITIONALISME De Delftse hoogleraar M.J. Gran- pré Molière die van 1924 tot 1953 college gaf aan de Technische Hogeschool Delft was op zoek naar de eeuwige waarheid in de architectuur en tegenstander van stromingen. Hij zocht naar een harmonie tussen techniek en vorm en vond inspiratie in de traditionele bouwwijzen. Het is een stijl die veel gebruik maakt van baksteen en hoogop- gaande kappen. Dit traditiona- lisme wordt ook wel met Delftse School aangeduid.
Seijst 2007 111-69
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist