Uw zoekacties: Seijst, 2005; p. 121

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2005; p. 121
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2005
Pagina:
121
Is onderdeel van:
EEN RONDGANG DOOR HET DORP ZEIST, 1805·1850· MR.DR. VAM. VAN DER BURG, R.P.M. RHOEN ..
Grote weldoeners De gebroeders Antonius en Adrianus van Rijn van de hofstede 'Rijnsoever'; grote weldoeners van de St. Josephparochie te Zeist (I842).
Vanaf 1580 tot 1842 kerkten de katho-
lieken uit Zeist in Bunnik. Van de zes kerk- meesters van deze r.-k. statie waren er in de 19Jc eeuw telkens twee uit Zeist afkom- stig, waar een overwegend uit boeren en kleine middenstanders bestaande katho- lieke gemeenschap was, die ik in 1842, het jaar waarin een R.-K. parochie toegewijd aan St. Joseph werd opgericht schat op 900 à 1000 leden 25. Een van deze twee kerkmeesters was Hendrik van Rijn (Zeist I784-Zeist 1846), landbouwer op de hof- stede 'Rijnsoever', juist op de grens van Bunnik en Zeist gelegen. Sedertdien is dit gebied door een grenscorrectie bij Bunnik gekomen. Samen met zijn zuster Gerritje van Rijn en zijn broers Antonie en Arie van Rijn oefende Hendrik van Rijn in een onverdeelde boedel na de dood van zijn ouders daar het boeren-
bedrijf uit. Kort na de oprichting van de Zeister parochie in 1842 stichtten zijn broers Antonie en Arie van Rijn een fundatie, waaruit jaarlijks de opbrengs- ten de parochie ten goede kwamen. De betrokkenheid van deze twee broers met het wel en wee van de jonge parochie was zo groot dat zij op het r.-k. kerkhof aan de Utrechtseweg nabij de in 1846 gereedge- komen kerk een keldergrafkregen met op de grafsteen een tekst, die Antonius van Rijn 'Groote weldoener van de Parochie van Zeist' noemde bij zijn overlijden op 6 april 1877 en van zijn broer, Adrianus, wordt gewaagd 'wiens mildadigheid niet minder denkbaar herdacht zal worden' (overleden Schalkwijk 11 november 1879). Deze toen reeds gebroken grafsteen was in 1979 nog aanwezig. Thans (2005) is deze herinne- ring aan de gebroeders Van Rijn verdwe- nen.
Uit de memorie van successie van de
te Zeist op 22 maart 1846 op zijn hofstede 'Rijnsoever' overleden Hendrik van Rijn blijkt dat tot de ongedeelde boedel wei- land onder 'Kouwen hoven' behoorde. De
hofstede 'Rijnsoever' huurden de zus en gebroeders Van Rijn van Jhr. Jan Care! Wendel Stick van Linschoten, Heer van Rhijnauwen, Heeswijk en Achthoven (179°-185°) voor 1100 gulden per jaar. De familie Van Rijn was geheel op Bunnik georiënteerd: de molenaar, de smid en schoenmaker hadden na de dood van Hendrik van Rijn het nodige van hem te vorderen. Op de boerderij werkten twee 'bouwmansknechten', Wijnand Bos en Arie van Leeuwen.
Slotbeschouwing De rondgang in het dorp Zeist tussen
1805 en 1850 laat - niet verwonderlijk voor deze periode in de geschiedenis - een groot verschil in gegoedheid onder de bevolking van het dorp zien. Gegoed- heid en stand waren in die tijd nauw met elkaar verbonden. De armoede was geconcentreerd in Austerlitz. De structuur van Zeist met een boven-
en benedenweg kwam geheel overeen met de andere dorpen op de Utrechtse Heu- velrug. Ook de aloude middeleeuwse kerk-
119
o o lf' ::
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist