Uw zoekacties: Kranten (gescand)

Kranten (gescand) ( Gemeentearchief Zaanstad )

Zoeken in Kranten

beacon
1.126  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Zaanlandsche Courant, 1871-01-28; p. 4
Naam krant:
Zaanlandsche Courant
Datum:
1871-01-28
Jaar:
1871
Pagina:
4
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Zaanlander, 1899-03-18; p. 1
Naam krant:
De Zaanlander
Datum:
1899-03-18
Jaar:
1899
Pagina:
1
Koog—Zaandijk. Van wege het Nut hield Maandagavond in de „Waakzaam- heid“ de heer E Heimans van Amster-dam ( Amsterdam ) een voordracht, waarvan het onder-werp ( onderwerp ) was: een kijkje onder water, opgehelderd door lichtbeelden. Op een boeiende wijze wist spreker mede te deelen welke merkwaardige diertjes zich in onze slooten ophouden. Veelvuldig komt hier voor de Daphnia, een diertje, dat even als een mossel, voor een groot gedeelte besloten is tusschen twee schelpjes, waaruit de sprieten te voorschijn komen, en met één oog, dat rond kan draaien. De Daphnia’s zyn een geliefd voedsel voor visschen, waarom men ze ook in ’t groot kweekt en droogt, en verkrijgbaar stelt voor aquariumhouders en vischkweekers. Groote vijanden van de Daphnia’s zijn de Polypen, beestjes van een centimeter lengte en zoo dun als een naald, voorzien van een aantal dunne draden, voelarmen. Komen deze in bereik van een Daphnia, dan wordt die Daphnia gebracht naar de plaats, waar de voelarmen ontspringen, een groote opening ontstaat aldaar en de Daphnia verdwijnt geheel in de Polyp en wordt aldaar verteerd. Verliest een Polyp door een of ander ongeval eenige van zijn voelarmen, spoedig groeien ze weer op nieuw. Wordt het diertje in de lengte opgespleten in twee stukken, dan groeit elk deel weer tot een nieuw lichaam aan. Keert men zoon Polyp het binnenste naar buiten, hindert zoo’n diertje ook niet, dan doet de buitenzijde dienst als binnen-zijde, ( binnenzijde, ) als maag, en de Daphnia’s dienen weer even als vroeger tot voedsel. Zy komen veel voor in het kroos. Eigenaardige beestjes zyn de koker-juffers, ( kokerjuffers, ) die zich opsluiten in huisjes of kokers, gemaakt van rietstukjes of van mos. Zij hebben deze beschutting noodig, omdat zij een zeer week achterlijf hebben. Spreker had eens zoo’n beestje uit zijn huisje verdreven en in een kom met water gelaten; het toonde zich daar zeer angstig en hulpbehoevend, nu het zijn woning niet tot zijn beschikkin
Gevonden alinea's: 1