Uw zoekacties: Kranten (gescand)
beacon
31.677  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Zaanlandsche Courant, 1868-05-02; p. 2
Naam krant:
Zaanlandsche Courant
Datum:
1868-05-02
Jaar:
1868
Pagina:
2
Niet dat 't ons niet wel eens moeite kost met onbeklemde borst het volkslied te zingen. Wie leest zonder schaamte , zonder pijn de geschiedenis van den dag? Daarom neemt onze liefde het karakter aan van die droevige teederheid die een moeder voor haar bedorven kind gevoelt.— Ja, wel bedorven! Wat koppige gehechtheid — en we willen maar op het gebied der staatkunde blijven — aan hetgeen men met den schoonen naam van: beginselen bestempelt, maar wat ei¬ genlijk weinig anders is dan kleingeestige heersch- zucht en opgeblazen waan I Wie weet niet hoe de volksrampen van de laatste jaren, die allen gezamenlijk betreuren moesten en bestrijden , zijn aangewend om den tegenstander afbreuk te doen, zielen te winnen voor het eigen gevoelen, met een ingenomenheid en een ijver, dat men haast zeggen zou : „ze zijn er in hun hart blij over dat deze ramp is gekomen!" wie vergeet, dat gevaren die maar al te zeer dreigden, in plaats van eendracht te kweeken , tot een middel dienen voor deze partij om gene verdacht te makeu en ter zijde te schuiven P Hebben we niet een proef gehad, hoe de moeilijkheden die zich voordoen door sommigen met vreugde worden gebruikt om in buitenlaudsche dagbladen den beteren dunk dien men nog van Nederland hebben mocht, ge¬ heel en al weg te némen? De verkiezingen, wat al aanleiding geven zij tegen onzedelijkheid de stem te verheffen, lage handelingen te brandmer¬ ken ! Partijhaat stelde men boven het gemeen belang van het vaderland. Ja! er zijn dagen geweest waarin wij reden hadden te vreezen dat mannen die voor alle dingen hun richting, dat is — hun belang, hun inzicht, hun trots wilden doen gelden, zich niet zouden ontzien , als 't maar tot de zegepraal van de richting leiden kon , de bestaande orde omver te werpen. Eu dan zouden wij treurig moeten ervaren hoe 't geen zij tot eigen verhef¬ fing begonnen, moet uitloopen tot schade en schande voor allen. Want rampspoed te onder¬ vinden is voor een rechtgeaard volk geen schande, maar schande is voor een na
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Zaanlandsche Courant, 1868-06-20; p. 2
Naam krant:
Zaanlandsche Courant
Datum:
1868-06-20
Jaar:
1868
Pagina:
2
Met veel genoegen begroette ik de verschijning van uw blad. Ik wist immers dat het vaderland in het orgaan van het vrije Zaanland een strijder te meer erlangde, die pal zou staan, zoo dikwijls het gold de verdediging der beginselen, neder- gelegd in het onschatbare kleinood ons in 1848 iu de toen gewijzigde grondwet geschonken, een krachtigen medestrijder ter verwijdering van de beletselen, die de ontwikkeling des volks op geestelijk of stoffelijk gebied nog mogten tegen¬ houden. Gaarne draag ik dan ook mijnerzijds iets hij tot de verwezenlijking van liet schoone doel, dat gij u voor oogen stelt, door nu en dan aan uwe lezers iets uit de hoofdstad mede te deelen. Het doet mij echter leed, dat ik mijne mede- deelingen moet aanvangen onder den iudruk van de groo¬ te ramp, die de stad mijner inwoning getroffen heeft door het verlies van haren burgemeester Fock, een man, die na ruim twee jaren aan het hoofd der gemeente te hebben gestaan, zich niet alleen de liefde zijner medestanders had verworven, maar zelfs de toegenegenheid van hen, die de onverzoenlijke vijanden zijner beginseleu zijn. Reeds lan»- voor de werkelijke benoeming was hier het gerucht in omloop, dat 's Konings vertrouwen den heer Fock aan de ministe- riëele tafel zou roepen. Maar weinigen, en het allerminst ik, sloegen geloof aan dit gerucht, om de eenvoudige reden, dat hetgeen men niet wenscht, men ook niet ligtelijk gelooft. Zelfs nadat het hier verschijnend Advertentieblad het eerst de benoeming als zeker had medegedeeld, kon ik er niet aan gelooven, dan nadat ik mij naar het raadhuis begeven heb¬ bende van een der beambten vernam: «de burgemeester is heden morgen naar 's Hage vertrokken, wij zien hem hier niet terug, en de Staats-wou ra ut dan ook dien eigen avond mededeelde, welke ramp Amsterdam had getroffen; het ging mij, als hem, wien de dood een dierbaar familielid dreigt te ontrukken ; hij kan de treurige waarheid niet gelooven, — hij hoopt, zoolang er leven is. Zou Fock ons kunnen ver¬ laten,
Gevonden alinea's: 1