8 objecten
sorteren op:
1685_137 ONA 137. Abbekerk, akten notaris Muus Dool, 1740-1750.
Attestatie, 27-8-1741
Notaris:
Muus Dool
Plaats notaris:
Abbekerk
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Annotatie1:
Zie ook: 0137/024, en: 4775/150.
Wèl een notariële akte.
Wèl een notariële akte.
Annotatie2:
Betreft gedrag van de schout der stede Abbekerk tegenover het domineesgezin te Abbekerk.
Cornelius de Beer, predikant te Abbekerk (zie: Beer, de, Cornelius/Kornelis Antonies!) en zijn vrouw Margarita Elisabet[h] Brugherus (zie: Brucherus, Margaretha Elisabeth Heins??!) en haar dienstmaagd Aaltje Alberts (zie: Alberts, Aal), ruim 20 jaar oud, attesteren ‘ter requisitie van de justitie en alle andere die desen soude mogen aangaan’ als volgt: ‘Eerst v[er]klaert de eerste deposant Do[minee] Corn[elius] de Beer, dat op den 4 augusty laestleden de dienaer van de justitie of van de h[ee]r G. C. van Lantschot’ (zie: Landschot, v., Gualter!/Wouter! Christoffel! Alexanders!), ‘bailjouw en schout der voors[eyde] stede Abbekerk, ten sijnen huyse is gekomen, dewelke uyt naem van gen[oemde] bailjouw en schout hem do[minee] Corn[elius) de Beer in de boete van dertig gulden heeft bekeurt, wegens twee schooten, yder schot vijftien gulden.
Cornelius de Beer, predikant te Abbekerk (zie: Beer, de, Cornelius/Kornelis Antonies!) en zijn vrouw Margarita Elisabet[h] Brugherus (zie: Brucherus, Margaretha Elisabeth Heins??!) en haar dienstmaagd Aaltje Alberts (zie: Alberts, Aal), ruim 20 jaar oud, attesteren ‘ter requisitie van de justitie en alle andere die desen soude mogen aangaan’ als volgt: ‘Eerst v[er]klaert de eerste deposant Do[minee] Corn[elius] de Beer, dat op den 4 augusty laestleden de dienaer van de justitie of van de h[ee]r G. C. van Lantschot’ (zie: Landschot, v., Gualter!/Wouter! Christoffel! Alexanders!), ‘bailjouw en schout der voors[eyde] stede Abbekerk, ten sijnen huyse is gekomen, dewelke uyt naem van gen[oemde] bailjouw en schout hem do[minee] Corn[elius) de Beer in de boete van dertig gulden heeft bekeurt, wegens twee schooten, yder schot vijftien gulden.
Annotatie3:
Edog, hij getuyge zegt wel te weten, dat hij in de tijt van de 14 jaren herwaerts geen schietgeweer heeft gebruykt om te schieten.
De tweede en de derde getuygen gesamentl[ijk] verklaren, dat sij op den volgenden dag, den 5 augusty sijnde, in haar wooninge naest aan het pastoryhuys, bij het erf van den gen[oemde] h[ee]r Lantschot - dog sijnde eene sloot tusschenbeyde - dat daar de gen[oemde] getuyge[n] stonden te strijken, alwaar hare tweede getuyge kinderen haer enigsints verveeld[en].
De tweede en de derde getuygen gesamentl[ijk] verklaren, dat sij op den volgenden dag, den 5 augusty sijnde, in haar wooninge naest aan het pastoryhuys, bij het erf van den gen[oemde] h[ee]r Lantschot - dog sijnde eene sloot tusschenbeyde - dat daar de gen[oemde] getuyge[n] stonden te strijken, alwaar hare tweede getuyge kinderen haer enigsints verveeld[en].
Annotatie4:
Dat sij tweede deposante gebiedender wijse har[e] kinderen gelaste: “Gaa in de tuyn en siet of er niet een canon werd afgeschooten.”
Door welk eenvoudig seggen de voorn[oemde] schout Lantschot mogelijk soo geanimeert ende hevigh wierdt, dat die schout, benevens sijn vrouw en suster van dien, op het uytterste van haer erf sijn genadert, naest aan d' voorn[oemde] sloot, met vreeslijke scheltwoorden uytvoer tegens de tweede deposante: “Joou donderse beest, duyvelse cannalje”, en diergelijke menigte scheltwoorden meer, terwijl de gem[elde] schout gedurig movementen maekte om bij de tweed[e] deposante in haer wooninge te komen, dog waarinne hij door sijn vrouw en suster vastgehouden wordende wierd verhindert.
Door welk eenvoudig seggen de voorn[oemde] schout Lantschot mogelijk soo geanimeert ende hevigh wierdt, dat die schout, benevens sijn vrouw en suster van dien, op het uytterste van haer erf sijn genadert, naest aan d' voorn[oemde] sloot, met vreeslijke scheltwoorden uytvoer tegens de tweede deposante: “Joou donderse beest, duyvelse cannalje”, en diergelijke menigte scheltwoorden meer, terwijl de gem[elde] schout gedurig movementen maekte om bij de tweed[e] deposante in haer wooninge te komen, dog waarinne hij door sijn vrouw en suster vastgehouden wordende wierd verhindert.
Annotatie5:
Dat deselve schout Lantschout [sic!] toen niet konnende uytvoeren ’t welk hij mogelijk wilde doen, verdere dreygementen deede aan beyde dese deposanten met deese woorden: “Joouw blikzemskinderen, morgen voor of onder kerktijt sal ik jouw hebben.” Sulke en diergelijke scheltwoorden en dreygementen in substantiën meer, sonder dat sij deposanten in alle dese scheltwoorden en bedreyginge eenige woorden verwisselt hebben.
Wijders v[er]klaren nu de drie deposanten gesamentlijk, dat immediaet op dit vorenstaande gepasseerde aan het huys van de gen[oemde] do[minee] Corn[elius] d' Beer is gekomen de burgerm[eeste]r Symon Pieters Zijms van Abbekerk’ (zie: Sijms, Simon Pieters), ‘om te vragen - gelijk hij ook deede - of de gen[oemde] tweede getuyge juffr[ouw] Magarita [sic] Elisabeth Brugherus een quartier uur bij haerlieden - te weten bij ’t huysgesin van gen[oemde] schout - wilde komen, om haarselve te verantwoorden, dewijl het er alles soo in ontsteltenisse en boosheyt was ende dat sijlieden naderhant anders niet bij elkanderen betrouwt waren ende dat ier nog dootslagen ofte het een ofte ander soude mogen gebeuren.
Wijders v[er]klaren nu de drie deposanten gesamentlijk, dat immediaet op dit vorenstaande gepasseerde aan het huys van de gen[oemde] do[minee] Corn[elius] d' Beer is gekomen de burgerm[eeste]r Symon Pieters Zijms van Abbekerk’ (zie: Sijms, Simon Pieters), ‘om te vragen - gelijk hij ook deede - of de gen[oemde] tweede getuyge juffr[ouw] Magarita [sic] Elisabeth Brugherus een quartier uur bij haerlieden - te weten bij ’t huysgesin van gen[oemde] schout - wilde komen, om haarselve te verantwoorden, dewijl het er alles soo in ontsteltenisse en boosheyt was ende dat sijlieden naderhant anders niet bij elkanderen betrouwt waren ende dat ier nog dootslagen ofte het een ofte ander soude mogen gebeuren.
Annotatie6:
Dat verder den gem[elde] burgerm[eeste]r terselver tijt daar ook bij heeft gesegt, dat de meergem[elde] schout wilde gekomen hebben om de tweede deposante, de vrouw van de gen[oemde] do[minee] Corn[elius] d' Beer, ende de meyt, door het venster te scheuren. Waardoor de tweede deposante soo sterk wierd afgeschrikt, dat sij beter oordeelde uyt de oogen van dien rasende schout in haer huys te blijven, gelijk sij uyt hoofde van al sulke gevaarlijke expressiën en nog daaglijks meer en meer toenemende vreesselijke gevallen de straet nogte ’s heeren wegen niet durfde gebruyken.
Dat ook om' alle ’t welke de eerste deposant do[minee] Corn[elius] d' Beer, gelijk hij alleen betuygt, dat hij hij [sic] op sondag den 20 augusty laestleden den geheelen dag niet heeft durven preediken, uyt vreese om' te werden van gen[oemde] schout agtervolgt ende geattacqeert, ende dat hij ook op sondag den 27 dito niet soude hebben durven prediken, ten ware de gen[oemde] schout nu niet seer schielijk op den 25 deser van Abbekerk was vertrocken.’
Dat ook om' alle ’t welke de eerste deposant do[minee] Corn[elius] d' Beer, gelijk hij alleen betuygt, dat hij hij [sic] op sondag den 20 augusty laestleden den geheelen dag niet heeft durven preediken, uyt vreese om' te werden van gen[oemde] schout agtervolgt ende geattacqeert, ende dat hij ook op sondag den 27 dito niet soude hebben durven prediken, ten ware de gen[oemde] schout nu niet seer schielijk op den 25 deser van Abbekerk was vertrocken.’
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
25
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
1685_367 ONA 367. Oosterblokker, akten notaris Reijers Jacobsz Elis, 1682-1691.
Boedelbeschrijving, 23-3-1689
Notaris:
Reijer Jacobsz. Elis
Plaats notaris:
Oosterblokker
Soort akte:
Boedelbeschrijving
Persoon in notariële akte:
Object:
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
112
Status:
De voor- en achternamen in de index van deze akte zijn gestandaardiseerd
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
1685_376 ONA 376. Oosterblokker, akten notaris Jacob Schagen, 1734-1737.
Attestatie, 14-6-1735
Notaris:
Jacob Schagen
Plaats notaris:
Oosterblokker
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Object:
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
53B
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
1685_376 ONA 376. Oosterblokker, akten notaris Jacob Schagen, 1734-1737.
Attestatie, 14-6-1735
Notaris:
Jacob Schagen
Plaats notaris:
Oosterblokker
Soort akte:
Attestatie
Persoon in notariële akte:
Object:
Toegangsnummer:
1685 Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843
Inventarisnummer:
Aktenummer:
53B
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 10-10-2022
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden