54 regesten
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
30 Jan Pieterszoon van Ameronghen (schout van Ursem), IJsbrant Pieterszoon en Pieter Jacopszoon (schepenen aldaar) verklaren dat Jan Pieterszoon en Pieter Corneliszoon (vredemakers van Oeverdorp van resp. 1609 en 1610) namens degenen die buitendijks land in Oeverdorps zevendeel bezitten, hun aandeel van de Clammolen (of Nieuwe Watermolen) met bijbehorende grond, staande en gelegen in de banne van Ursem, hebben verkocht aan de bedijkers en ingelanden van Woghmerlant. Deze akte komt verder overeen met reg.nr. 29. (inv.nr. 39)
Datering:
1 augustus 1610
NB:
Het zegel is zwaar beschadigd.
Zie ook:
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 24-06-2008
0964 Huisarchief Weldam, 1438-1920
Inventaris
4. Bijlage 2 Regestenlijst
45 Ridderschap, edelen en steden van Holland en West-Friesland verklaren dat zij een verzoek hebben ontvangen van Johan van Mathenesse, heer van Opmeer, en van (3e voogden van de kinderen van wijlen de heer van Obdam, om de Berkmeer (voorzover gelegen in hun heerlijkheden) te mogen droogmaken en bedijken. Zij hebben het advies van de Rekenkamer gehoord en de uitkomst gezien van het overleg tussen de bedijkers en de magistraat van Medemblik, en verlenen toestemming onder de volgende voorwaarden:
1) De bedijking moet binnen vier jaar voltooid zijn;
2) Alle belanghebbenden moeten tevreden gesteld worden, waartoe commissarissen zullen worden benoemd die scheidsrechter zullen zijn bij geschillen voor, tijdens of na de bedijking;
3) De bedijkers moeten een jaarlijkse recognitie per morgen betalen van 3 schellingen, ingaande één jaar nadat de landen beweid en betaald zullen zijn;
4) Zij krijgen dezelfde vrijstellingen van belastingen als die van de Heerhuygenwaert op 11 maart 1625 hebben gekregen;
5) De grafelijkheid doet afstand van het recht van novalia (de nieuw te verschijnen tienden onder Opmeer en Obdam);
6) De bedijkers moeten deze akte laten registreren bij de Rekenkamer;
7) Een ieder die het aangaat moet de bedijkers hun rechten vredig laten gebruiken. (inv.nr. 15)
1) De bedijking moet binnen vier jaar voltooid zijn;
2) Alle belanghebbenden moeten tevreden gesteld worden, waartoe commissarissen zullen worden benoemd die scheidsrechter zullen zijn bij geschillen voor, tijdens of na de bedijking;
3) De bedijkers moeten een jaarlijkse recognitie per morgen betalen van 3 schellingen, ingaande één jaar nadat de landen beweid en betaald zullen zijn;
4) Zij krijgen dezelfde vrijstellingen van belastingen als die van de Heerhuygenwaert op 11 maart 1625 hebben gekregen;
5) De grafelijkheid doet afstand van het recht van novalia (de nieuw te verschijnen tienden onder Opmeer en Obdam);
6) De bedijkers moeten deze akte laten registreren bij de Rekenkamer;
7) Een ieder die het aangaat moet de bedijkers hun rechten vredig laten gebruiken. (inv.nr. 15)
Datering:
21 maart 1633
Zie ook:
Organisatie: Westfries Archief
laatste wijziging 05-11-2019