Zie ook: 1690/047, 048.
Betreft beschuldiging van schapendiefstal aan het adres van een schapenkoopman te Andijk-Oost onder Bovenkarspel.

Diverse schapen van anderen, die graasden op de Oosterdijk te Andijk-Oost (onder Bovenkarspel) en onder Enkhuizen, zouden per ongeluk tussen de zijne zijn ge-raakt, al dan niet met zijn merk zijn gemerkt, geschoren en vervolgens zou de wol daarvan zijn verkocht. Allemaal per ongeluk. Ook is per abuis andermans ram gecastreerd, gemerkt en geschoren.
Volgens de beschuldigde, requirant én mede-deposant in deze, zou dit voor een deel de schuld zijn van zijn knecht, die nu ziek in het ziekenhuis te Enkhuizen ligt, en die daar ter plekke vreemd was. Door dit laatste en door een ziekte van de requirant zelf zou hij niet in staat zijn geweest de eigenaar van de ram op te zoeken.
Overigens zou hij zelf op deze manier ook wel zes schapen of lammeren zijn kwijtgeraakt: Door de droge zomer zijn de schapen niet bij elkaar weg te houden, en de dieren zijn soms onduidelijk of helemaal niet gemerkt (als ze nieuw zijn). Bovendien wordt het door elkaar raken van schapen in de hand gewerkt door het slechte en vaak openstaande hek op de Oosterdijk.