Wallerius van Cammingha luitenant-generaal van de infanterie wonende in Friesland als executeur van het testament van Beatrix Maria baronesse van Buuren weduwe van de baron van Linteloo machtigt Jacob Roest raad in de vroedschap om te administreren haar woning in de heerlijkheid van Oude Zuidoort met 30 gemet 45 roe land in Nieuw Zuidoord met 1/4 van de gorsingen om dezelfde polder gelegen, in huur gebruikt bij Teunis van Hulst, de achterstallige huur te innen en met de voogden van de kinderen van de voormelde Teunis van Hulst overeenstemming te bereiken en verder deze woning als deze uit de huur is weder te verhuren.

Jannetje van Son weduwe van Julianus van Es vroedvrouw van den Briel attesteert tvv Catharina Sebes weduwe Pieter Langestraat wonende den Briel als dienstmeid bij Maarten Verstraten korenmolenaar alhier dat zij op maandag 31-05-1756 door Dirk Maas knecht bij de voorsz. Verstraten is gehaald om op de molen te komen. Zij vond daar de voorsz. Catharina in barendsnood die om hulp verzocht en zij heeft haar afgevraagd wie de vader was waarop deze antwoordde: "ik heb na het overlijden van mijn man alleen met Maarten Verstraten omgang gehad." Maarten Verstraten is op uitdrukkelijk verzoek van de buren en van Pietertje Langstraat huisvrouw van Willem Meijster bij het laatst van de verlossing aanwezig geweest en heeft de gelukwensen als vader met zijn dochter van haar deposante en de buren blijdelijk in ontvangst genomen. Verder waren bij de verlossing nog aanwezig Sara gehuwd met Jacob Weijmans, Jannetje gehuwd met Jan Beijnderse en Heinderina gehuwd met Casper Rudolf welke allen door genoemde Maarten Verstraten zijn getracteerd. Getuigen Willem Verhel en Arnoldus Gijsen.