Jacob Andries schotsman bootsgezel op het schip van kapitein Vijgh schuldig Jan Walles wonende den Briel 40 gulden wegens geleend geld, welk geld hij belooft terug te betalen uit zijn eerst verschenen of alsnog te verschijnen gage en maandgeld. Hij geeft volmacht aan Jan Walles om namens hem het geld te innen van de heren van de Raden ter Admi- raliteit. Mede verschijnt Jan Tamson die verklaarde aan dezelfde schuldig te zijn 40 gulden onder dezelfde conditie. Getuigen Hendrik van Wamel en Kornelis van Dongen.

Kornelis Maartens Dijkshoorn (Dixhoorn) wonende Nieuwenhoorn schuldig Adriana IJsbrands van Byland 300 gulden wegens geleend geld ponder condemnatie en geeft last aan Kornelis Piek en Maarten Deim beiden procureurs voor het Hof van Holland. Borgen Kornelis Kornelis en Arie Huigens Schepen beiden wonende Heenvliet. Getuigen Joost van Arkel en Bartholomeeus van Dijk.

Frans Pieters wonende op het Maarland komt overeen met Leendert Jans Baas stuurman dat de laatste Pieter Pieters de broer van Frans zal opvoeden en onderhouden gedurende 6 jr en hem de visserij leren. Hij mag zijn verdiende loon gedurende die tijd gebruiken doch moet hem daarne een pak beste kleren, een pak gewone kleren, een pak zeekleren en 2 bakwants, de een nieuw en de andere half versleten, een mantel en 12 gulden aan geld geven, alsmede 6 hemden, 6 kragen, 6 neusdoeken behalve zijn zeehemden.

Dirk Augustijns Nagge vaandrig en Hendrik van Doorne wijnkoper borgers van Brielle verklaren tvv Joost van Arkel apotheker binnen den Briel dat zij er vorig jaar bij waren toen Gerrit van Lier (Lijer), werkmeester van de fortificaties binnen den Briel van Katharijn van Kleiburg 620 gulden ontvangen heeft, welke Van Lier verklaarde gelicht te hebben tbv het werk, daarbij opmerkende ik heb geen 10 gulden meer om die arbeiders uit te betalen, geriefd mij, ik zal u twee zilveren lepels geven. Zij zijn ivm het uittellen van het geld ten huize van de voorsz. juffr. van Kleiburg ontboden. Getuigen Hendrik van Wamel en Govert Jans Taarling.