Willem van Treusenhuis schipper wonende den Briel gehuwd met Kornelia Hagoort bevorens weduwe van Abraham van Beele en dezelfde Kornelia geassisteerd met haar man en Arij Koster koopman wonende Zwartewaal. Zij verklaren dat door Kornelia voor haar tegenwoordig aangegane huwelijk met Arij Koster bij publieke veiling van de erfgenamen van Jacobus Emmerzaal en Maarten van der Bijll is gekocht een stuk bouwland onder Naters in de Bleijswijkshoek gelegen aan de Strijpsendijk aan de hoek van de Naterseweg groot 6 morgen 46 roe nr 383 leggende aan 6 meeten en wel ieder hunner voor de helft. Er heeft echter geen verdeling plaatsgevonden hetgeen zij bij deze willen doen. Zij komen overeen dat partij ter eenre zal hebben de noordoostelijke meeten van het voormelde stuk land en dat de comparant ter andere zijde de 6 daaraanvolgende meten tot aan de woning van Benjamin Vlielander zal hebben.

Iman van Gijbland executeur van het testament van Paulus de Jaeger secretaris van den Briel en Jan van Leeuwen meerderj. JM en voor 1/3 erfgenaam van zijn oom Adriaan van Leeuwen en Mr Pieter van Ceulen als oom en bloedvoogd over Soetje van Leeuwen en Wouter van Leeuwen ieder voor 1/3e gedeelte erfgenaam van de voorsz. Adriaan van Leeuwen en Iman draagt over aan de erfgenamen 2 obligaties elk van 1000 gld een ten name van Jacob Govers Rovers van 19/04/1668 en een van 700 gld op open naam van 18/04/1704. Getuigen Ludolff Troerman en Egbert Meemelingh.

Jacob Lugtenburg, tuinier te Rockanje, en Kornelis de Winter, tuinier te Nieuwenhoorn, zijn gezamenlijk eigenaar van
a. weiland te Nieuwenhoorn, kad. D 779, getaxeerd op 3742
b. idem aldaar kad. D 780, getaxeerd op 3795.
Kavel b wordt toegedeeld aan Luijendijk, kavel a aan de Winter. Zij verrekenen het prijsverschil.

Jan Jacobus van Strien, particulier te Driebergen en Jacobus Hermanus van Strien, landbouwer te Melissant zijn gezamenlijk onverdeeld eigenaars van een huis te Sint Philipsland, kad. E 981. Behorende tot de nalatenschap van hun vader Joost van Strien. Het huis is toegewezen aan Jan Jacobus van Strien.