Compareert Helena de Ruiter, huisvrouw van Geurt Smits, substituut-bode van Hellevoetsluis, wonende aan de westzijde van de haven, huis nr. 125. In 1766 is Gerrit de Gruiter bij overlijden van zijn vader Leendert de Ruiter patroon en collateur geworden van een door Pieter Otto gefundeerde preuve (prebende) op het Catharina-altaar te Brielle, bestaande uit 3 morgen en 1 hond land in Vlaardingerambacht, een rente van f 4 per jaar ten laste van de Oude Kerk van Delft, een rente van f 3 per jaar verzekerd op een huis op de Korenmarkt te Delft en 11 1/2 gemet land onder Nieuw Helvoet. Gerrit de Ruiter had de preuve vastgezet op zijn zuster Kornelia de Ruiter. Zowel Gerrit als laatstelijk Kornelia zijn overleden, waarmee de staak van Leendert de Ruiter is uitgestorven en de preuve is overgegaan op de nazaten van Leendert's broer Adrianus de Ruiter, vader van comparante. Deze stelt de preuve nu ten gunste van haar dochter Adriana Venslijn uit haar eerder huwelijk met Elias Venslijn. Getuigen zijn Assuerus Dolk, loodsman wonend aan de westzijde van de haven in huis nr. 18, en Christoffel Müller, gegageerd sergeant wonend op de Westzanddijk, huis nr. 67, beiden in de Forteresse van Hellevoetsluis.

Compareert Hugo Vermaas, wonend te Brielle. Door het overlijden van zijn vader Willem Vermaas is hij collator geworden van twee vicarieën eertijds gesticht door Bouwen Willems en diens vrouw Elisabeth op de altaren van St. Katharina, St. Rochus en St. Amaas te Brielle. De vicarielanden zijn in 1650 geconverteerd in een losrentebrief van
f 3860, waarvan de rente levenslang door zijn vader genoten is. Hij institueert in deze vicarie zijn 1-jarige zoon Willem Vermaas, uit zijn huwelijk met Johanna Margaretha Jets. Getuigen Jan Admiraal en Koenraad Vervier.

Compareren Nicolaas Daniel de Hoest en Pieter van Andel als testamentaire en Jacob Kornelis Warry van Blotenburg als geassumeerde voogd over de minderjarige erfgenamen van Jacob Roest en Adriana van der Kade. Hun pupil Jacobus Roest is patroon geworden van een vicarie gefundeerd door Pieter Beie Willems (op het Vrouwe Kinderbedde altaar in 1463) , Wouter Wouters (op het St. Martinus altaar in 1470) en Rosa Wouters (op het St. Martinus altaar in 1476) alsmede Wouter Willems, (op het St. Franciscusaltaar in 1495, alle in de Catharijne kerk te Brielle). In 1640 zijn deze vicarieën omgezet in onlosbare renten van resp. f 7058, f 2101 en f 4957.
Verder is hij patroon geworden van een vicarie op het St. Catharijne altaar te Brielle, in 1644 omgezet in een losrente van f 2200 ten name van Maria Kraan, huisvrouw van HJeremias Waalwijk.
Tenslotte is hij patroon geworden van een vicarie op St. Anna altaar in de kerk van Maarland, gevestigd op ca 14 G 55 R land in Voorne geschonken door Meis Pieters. Dit land nader gespecificeerd: 3 G 34 R onder Oostvoorne in de Adderhoek nr. 5, 3 G 167 R aldaar nr. 35, 1 G 150 R in het Voorwesterland nr. 18 150 R in de Koepad in nr. 61, 3 G 28 R onder Rockanje in Voorlodderland nr. 28 en 2 G 106 R aldaar nr. 30.
De voogden disponeren van al deze vicarieën ten behoeve van Leonard Pieter Roest, broer van voornoemde Jacobus Roest, thans 15 jaar oud. Getuige Kornelis Duindam.

Compareert Jacobus Roest te Brielle. Door het overlijden van Maria Taal is hij patroon geworden van zekere vicarie in de Catharijnekerk te Brielle. Hij stelt deze op naam van zijn 14-jarige zoon Leonard Pieter Roest uit huwelijk met Adriana van der Kade. Het ontstaan van deze vicarie wordt in de akte omschreven.