033 Stad en ambacht Heenvliet ( Streekarchief Voorne-Putten )
033
Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Bijlagen
Regesten
442. Schepenvonnisboek (1637-1685)
Nicolaes Baessert voor en van wege Grietgen Henderickx, eiseres, contra Everard van Campen, pp. voor Jan Cornelisz Seedijck, getr. met Arijaentge Gijsberts, dochter van Gijsbert Arentsz, die een zoon was van Arijen Jansz Vijffpont bijgenaamd Toreman. Eiseres verklaart, dat haar grootmoeder Maertgen Henderickx, wed. van Jop Aerentsz, tijdens haar leven possesseur is geweest van 4 gem. memorieland in de Haye nr. 19, die gebruikt werden door Aeri Jansz Vijsser zal. Eiseres is de oudste dochter en erfgenaam van Heynderick Joppe en daarom verzoekt zij in het bezit gesteld te worden van het voors. memorieland.
Van Campen, pp. voor Jan Cornelisz Seedijck, verklaart, dat opposant mei 1658 de palmslag heeft ontvangen van 5 gem. 209 r. memorieland in het Westeinde van de Haye nr. 19, waarin bovengenoemde 4 gem. begrepen zijn. Hij is de oudste en naaste van het geslacht van de eerste possesseur Jan Jansz Niesse den Ouden.
Schepenen, partijen gehoord hebbende, bevelen eiseres binnen 8 dagen met nader bewijs te komen.
Rechtdag 26-5-1660.
Eiseres legt over drie kwitanties van 1615, 1620 en 1622, waaruit blijkt, dat haar grootmoeder possessie van het memorieland heeft gehad, en een huurcedulle van 1619 en een verklaring van 22-5-1660, waaruit duidelijk blijkt, dat noch de opposant, noch iemand van zijn vrouws zijde possessie hebben gehad van het memorieland. Schepenen houden de zaak aan tot de rechtdag van 2-6-1660.
Rechtdag 2-6-1660.
Van Campen voor opposant, verklaart dat een en ander geen bewijs is.
Schepenen bevelen partijen hun stukken over te leggen, zodat schepenen er mee naar Den Haag kunnen gaan voor juridisch advies. Partijen moeten ieder 12 g. betalen.
Rechtdag 12-6-1660.
Gelet op het juridisch advies stellen schepenen Jan Cornelisz Zeedijck in het bezit van voors. 5 gem. 209 r. in de Haye nr. 19, tot er iemand komt met oudere brieven en beter recht. Proceskosten 26.9.0.
Eiseres gaat in beroep bij het Hof van Holland.
Van Campen, pp. voor Jan Cornelisz Seedijck, verklaart, dat opposant mei 1658 de palmslag heeft ontvangen van 5 gem. 209 r. memorieland in het Westeinde van de Haye nr. 19, waarin bovengenoemde 4 gem. begrepen zijn. Hij is de oudste en naaste van het geslacht van de eerste possesseur Jan Jansz Niesse den Ouden.
Schepenen, partijen gehoord hebbende, bevelen eiseres binnen 8 dagen met nader bewijs te komen.
Rechtdag 26-5-1660.
Eiseres legt over drie kwitanties van 1615, 1620 en 1622, waaruit blijkt, dat haar grootmoeder possessie van het memorieland heeft gehad, en een huurcedulle van 1619 en een verklaring van 22-5-1660, waaruit duidelijk blijkt, dat noch de opposant, noch iemand van zijn vrouws zijde possessie hebben gehad van het memorieland. Schepenen houden de zaak aan tot de rechtdag van 2-6-1660.
Rechtdag 2-6-1660.
Van Campen voor opposant, verklaart dat een en ander geen bewijs is.
Schepenen bevelen partijen hun stukken over te leggen, zodat schepenen er mee naar Den Haag kunnen gaan voor juridisch advies. Partijen moeten ieder 12 g. betalen.
Rechtdag 12-6-1660.
Gelet op het juridisch advies stellen schepenen Jan Cornelisz Zeedijck in het bezit van voors. 5 gem. 209 r. in de Haye nr. 19, tot er iemand komt met oudere brieven en beter recht. Proceskosten 26.9.0.
Eiseres gaat in beroep bij het Hof van Holland.
033 Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Bijlagen
Regesten
442. Schepenvonnisboek (1637-1685)
Nicolaes Baessert voor en van wege Grietgen Henderickx, eiseres, contra Everard van Campen, pp. voor Jan Cornelisz Seedijck, getr. met Arijaentge Gijsberts, dochter van Gijsbert Arentsz, die een zoon was van Arijen Jansz Vijffpont bijgenaamd Toreman. Eiseres verklaart, dat haar grootmoeder Maertgen Henderickx, wed. van Jop Aerentsz, tijdens haar leven possesseur is geweest van 4 gem. memorieland in de Haye nr. 19, die gebruikt werden door Aeri Jansz Vijsser zal. Eiseres is de oudste dochter en erfgenaam van Heynderick Joppe en daarom verzoekt zij in het bezit gesteld te worden van het voors. memorieland.
Van Campen, pp. voor Jan Cornelisz Seedijck, verklaart, dat opposant mei 1658 de palmslag heeft ontvangen van 5 gem. 209 r. memorieland in het Westeinde van de Haye nr. 19, waarin bovengenoemde 4 gem. begrepen zijn. Hij is de oudste en naaste van het geslacht van de eerste possesseur Jan Jansz Niesse den Ouden.
Schepenen, partijen gehoord hebbende, bevelen eiseres binnen 8 dagen met nader bewijs te komen.
Rechtdag 26-5-1660.
Eiseres legt over drie kwitanties van 1615, 1620 en 1622, waaruit blijkt, dat haar grootmoeder possessie van het memorieland heeft gehad, en een huurcedulle van 1619 en een verklaring van 22-5-1660, waaruit duidelijk blijkt, dat noch de opposant, noch iemand van zijn vrouws zijde possessie hebben gehad van het memorieland. Schepenen houden de zaak aan tot de rechtdag van 2-6-1660.
Rechtdag 2-6-1660.
Van Campen voor opposant, verklaart dat een en ander geen bewijs is.
Schepenen bevelen partijen hun stukken over te leggen, zodat schepenen er mee naar Den Haag kunnen gaan voor juridisch advies. Partijen moeten ieder 12 g. betalen.
Rechtdag 12-6-1660.
Gelet op het juridisch advies stellen schepenen Jan Cornelisz Zeedijck in het bezit van voors. 5 gem. 209 r. in de Haye nr. 19, tot er iemand komt met oudere brieven en beter recht. Proceskosten 26.9.0.
Eiseres gaat in beroep bij het Hof van Holland.
Van Campen, pp. voor Jan Cornelisz Seedijck, verklaart, dat opposant mei 1658 de palmslag heeft ontvangen van 5 gem. 209 r. memorieland in het Westeinde van de Haye nr. 19, waarin bovengenoemde 4 gem. begrepen zijn. Hij is de oudste en naaste van het geslacht van de eerste possesseur Jan Jansz Niesse den Ouden.
Schepenen, partijen gehoord hebbende, bevelen eiseres binnen 8 dagen met nader bewijs te komen.
Rechtdag 26-5-1660.
Eiseres legt over drie kwitanties van 1615, 1620 en 1622, waaruit blijkt, dat haar grootmoeder possessie van het memorieland heeft gehad, en een huurcedulle van 1619 en een verklaring van 22-5-1660, waaruit duidelijk blijkt, dat noch de opposant, noch iemand van zijn vrouws zijde possessie hebben gehad van het memorieland. Schepenen houden de zaak aan tot de rechtdag van 2-6-1660.
Rechtdag 2-6-1660.
Van Campen voor opposant, verklaart dat een en ander geen bewijs is.
Schepenen bevelen partijen hun stukken over te leggen, zodat schepenen er mee naar Den Haag kunnen gaan voor juridisch advies. Partijen moeten ieder 12 g. betalen.
Rechtdag 12-6-1660.
Gelet op het juridisch advies stellen schepenen Jan Cornelisz Zeedijck in het bezit van voors. 5 gem. 209 r. in de Haye nr. 19, tot er iemand komt met oudere brieven en beter recht. Proceskosten 26.9.0.
Eiseres gaat in beroep bij het Hof van Holland.
Datering:
19-05-1660
Soort akte:
Rechtdag.
Organisatie: Streekarchief Voorne-Putten
laatste wijziging 16-08-2022
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden
Kenmerken
Datering:
1411 - 1811
Beschrijving:
Archief van de stad en het ambacht Heenvliet
Omvang:
23,70 meter, 1583 inventarisnummers
Inventarisatie:
L.W. Hordijk, 2005
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
Het merendeel van de stukken is in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte documenten, charters en bijzondere handschriften
Bewaarplaats:
Streekarchief Voorne-Putten
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Licentie:
Geografische namen:
Categorie:
Opendata trefwoord:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden