033 Stad en ambacht Heenvliet ( Streekarchief Voorne-Putten )
033
Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Bijlagen
Regesten
379. Leenmannenvonnisboek, (1583-1595)
De baluw, eiser, contra Andries Pietersz Nocke, pp. voor de Heiligegeestmeesters.
Vrijwel onleesbaar en daardoor geen samenhang in de tekst te vinden.
In de marge staat gekrabbeld, dat er in deze zaak op 11-4-1595 weer een zitting is geweest. De zaak blijkt Heiligegeestmeesters uit 1592 en 1593 aan te gaan en Adriaen Jacobsz backer.
Adriaen Jacobsz backer wordt veroordeeld de pacht van voors. 5¿ gemet land te betalen.
In de marge: 2-4-1595 Olert Jansz Erckenbout en Claes Arensz Luyendijck stellen zich borg voor de pacht van 1592, 1593 en 1594 volgens vonnis van 16-12-1594.
Bouwen Lambrechtsz wordt bij verstek veroordeeld. Slecht leesbaar.
Bouwen Lambrechtsz gaat in beroep, als datum genoemd 24-12-1595.
Niet leesbaar. . . . . . veroordelen Dirck Goversz in de ‘ordonnantie, bij mijn Heeren de Staten opt stuck vande munte gemaeck... bij date 4-8-1586' en de rechtelijke kosten.
De bode heeft Adriaen Adriaensz van Breebaert gedagvaard om te compareren, hij wordt bij verstek veroordeeld conform de eis van de baljuw van 11-5-1594.
In de marge: Compareerden Adriaen Lenaertsz Gorsman en Abraham (Jacobsz?) Luchtenborch, die de pacht verschenen 1594 onder leenmannen hebben ‘gedorsigneert?’. Slecht leesbaar.
. . . . Abraham Jacopsz voors. zal blijven bezitten en gebruiken het voors. leen.
De baljuw, eiser, contra Gillis Joordensz uit Brielle, verweerder, over een gemet memorieland, dat hem door baljuw en schepenen aangekaveld was. Gillis Joordensz als voogd van zijn moeye Hadewij Corstiaens heeft zich vervorderd hetzelfde gemet memorieland tegen Bette Arensz te grondkavelen, zo bepalen leenmannen, dat Gillis Joordensz gehouden zal wezen dit gemet memorieland te verantwoorden aan te volgende bezitters.
Vrijwel onleesbaar en daardoor geen samenhang in de tekst te vinden.
In de marge staat gekrabbeld, dat er in deze zaak op 11-4-1595 weer een zitting is geweest. De zaak blijkt Heiligegeestmeesters uit 1592 en 1593 aan te gaan en Adriaen Jacobsz backer.
Adriaen Jacobsz backer wordt veroordeeld de pacht van voors. 5¿ gemet land te betalen.
In de marge: 2-4-1595 Olert Jansz Erckenbout en Claes Arensz Luyendijck stellen zich borg voor de pacht van 1592, 1593 en 1594 volgens vonnis van 16-12-1594.
Bouwen Lambrechtsz wordt bij verstek veroordeeld. Slecht leesbaar.
Bouwen Lambrechtsz gaat in beroep, als datum genoemd 24-12-1595.
Niet leesbaar. . . . . . veroordelen Dirck Goversz in de ‘ordonnantie, bij mijn Heeren de Staten opt stuck vande munte gemaeck... bij date 4-8-1586' en de rechtelijke kosten.
De bode heeft Adriaen Adriaensz van Breebaert gedagvaard om te compareren, hij wordt bij verstek veroordeeld conform de eis van de baljuw van 11-5-1594.
In de marge: Compareerden Adriaen Lenaertsz Gorsman en Abraham (Jacobsz?) Luchtenborch, die de pacht verschenen 1594 onder leenmannen hebben ‘gedorsigneert?’. Slecht leesbaar.
. . . . Abraham Jacopsz voors. zal blijven bezitten en gebruiken het voors. leen.
De baljuw, eiser, contra Gillis Joordensz uit Brielle, verweerder, over een gemet memorieland, dat hem door baljuw en schepenen aangekaveld was. Gillis Joordensz als voogd van zijn moeye Hadewij Corstiaens heeft zich vervorderd hetzelfde gemet memorieland tegen Bette Arensz te grondkavelen, zo bepalen leenmannen, dat Gillis Joordensz gehouden zal wezen dit gemet memorieland te verantwoorden aan te volgende bezitters.
033 Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Bijlagen
Regesten
379. Leenmannenvonnisboek, (1583-1595)
De baluw, eiser, contra Andries Pietersz Nocke, pp. voor de Heiligegeestmeesters.
Vrijwel onleesbaar en daardoor geen samenhang in de tekst te vinden.
In de marge staat gekrabbeld, dat er in deze zaak op 11-4-1595 weer een zitting is geweest. De zaak blijkt Heiligegeestmeesters uit 1592 en 1593 aan te gaan en Adriaen Jacobsz backer.
Adriaen Jacobsz backer wordt veroordeeld de pacht van voors. 5¿ gemet land te betalen.
In de marge: 2-4-1595 Olert Jansz Erckenbout en Claes Arensz Luyendijck stellen zich borg voor de pacht van 1592, 1593 en 1594 volgens vonnis van 16-12-1594.
Bouwen Lambrechtsz wordt bij verstek veroordeeld. Slecht leesbaar.
Bouwen Lambrechtsz gaat in beroep, als datum genoemd 24-12-1595.
Niet leesbaar. . . . . . veroordelen Dirck Goversz in de ‘ordonnantie, bij mijn Heeren de Staten opt stuck vande munte gemaeck... bij date 4-8-1586' en de rechtelijke kosten.
De bode heeft Adriaen Adriaensz van Breebaert gedagvaard om te compareren, hij wordt bij verstek veroordeeld conform de eis van de baljuw van 11-5-1594.
In de marge: Compareerden Adriaen Lenaertsz Gorsman en Abraham (Jacobsz?) Luchtenborch, die de pacht verschenen 1594 onder leenmannen hebben ‘gedorsigneert?’. Slecht leesbaar.
. . . . Abraham Jacopsz voors. zal blijven bezitten en gebruiken het voors. leen.
De baljuw, eiser, contra Gillis Joordensz uit Brielle, verweerder, over een gemet memorieland, dat hem door baljuw en schepenen aangekaveld was. Gillis Joordensz als voogd van zijn moeye Hadewij Corstiaens heeft zich vervorderd hetzelfde gemet memorieland tegen Bette Arensz te grondkavelen, zo bepalen leenmannen, dat Gillis Joordensz gehouden zal wezen dit gemet memorieland te verantwoorden aan te volgende bezitters.
Vrijwel onleesbaar en daardoor geen samenhang in de tekst te vinden.
In de marge staat gekrabbeld, dat er in deze zaak op 11-4-1595 weer een zitting is geweest. De zaak blijkt Heiligegeestmeesters uit 1592 en 1593 aan te gaan en Adriaen Jacobsz backer.
Adriaen Jacobsz backer wordt veroordeeld de pacht van voors. 5¿ gemet land te betalen.
In de marge: 2-4-1595 Olert Jansz Erckenbout en Claes Arensz Luyendijck stellen zich borg voor de pacht van 1592, 1593 en 1594 volgens vonnis van 16-12-1594.
Bouwen Lambrechtsz wordt bij verstek veroordeeld. Slecht leesbaar.
Bouwen Lambrechtsz gaat in beroep, als datum genoemd 24-12-1595.
Niet leesbaar. . . . . . veroordelen Dirck Goversz in de ‘ordonnantie, bij mijn Heeren de Staten opt stuck vande munte gemaeck... bij date 4-8-1586' en de rechtelijke kosten.
De bode heeft Adriaen Adriaensz van Breebaert gedagvaard om te compareren, hij wordt bij verstek veroordeeld conform de eis van de baljuw van 11-5-1594.
In de marge: Compareerden Adriaen Lenaertsz Gorsman en Abraham (Jacobsz?) Luchtenborch, die de pacht verschenen 1594 onder leenmannen hebben ‘gedorsigneert?’. Slecht leesbaar.
. . . . Abraham Jacopsz voors. zal blijven bezitten en gebruiken het voors. leen.
De baljuw, eiser, contra Gillis Joordensz uit Brielle, verweerder, over een gemet memorieland, dat hem door baljuw en schepenen aangekaveld was. Gillis Joordensz als voogd van zijn moeye Hadewij Corstiaens heeft zich vervorderd hetzelfde gemet memorieland tegen Bette Arensz te grondkavelen, zo bepalen leenmannen, dat Gillis Joordensz gehouden zal wezen dit gemet memorieland te verantwoorden aan te volgende bezitters.
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden
Kenmerken
Datering:
1411 - 1811
Beschrijving:
Archief van de stad en het ambacht Heenvliet
Omvang:
23,70 meter, 1583 inventarisnummers
Inventarisatie:
L.W. Hordijk, 2005
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
Het merendeel van de stukken is in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte documenten, charters en bijzondere handschriften
Bewaarplaats:
Streekarchief Voorne-Putten
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Licentie:
Geografische namen:
Categorie:
Opendata trefwoord:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden