033 Stad en ambacht Heenvliet ( Streekarchief Voorne-Putten )
033
Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Bijlagen
Regesten
379. Leenmannenvonnisboek, (1583-1595)
De baljuw, eiser, contra Louw Arensz den Aexter uit Maassluis, gearresteerde en gedaagde. Gedaagde heeft Frans Willemsz van Belle uit Vlaanderen ‘geinjurieert’, dat hij te Amsterdam 50 g. gestolen zou hebben uit de beurs van een slapende man en te Naaldwijk twee koeien, die hij te Utrecht verkocht zou hebben, verder een Cornelis Ariensz zou bestolen hebben en het geld in de herberg verdronken, zonder bewijs te leveren.
Leenmannen veroordelen gedaagde bij verstek tot de hoogste boete en tot de straf, die voors. Frans Willemsz gehad zou hebben, als hij al deze misdrijven begaan had.
Aert Cornelis Buys, voor zichzelf en vervangende Arien Willemsz, zijn oom en stiefvader, en zijn zuster Baertgen Cornelis, contra Otte van Erckel, gedaagde. Gedaagde is niet verschenen, maar heeft geschreven, dat het leen hem door het Hof van Holland is toegewezen als een leen van de grafelijkheid van Holland en niet van de heer van Heenvliet en dat hij daarom niet voor leenmannen hoeft te verschijnen.
Belendingen van het land: o. de heer van Cruningen, n. de nieuwe watering, w. enz. de Regulieren van Rugge, zijn uitpad hebbend door de Bras en daarmee komend aan de Welleweg, geen gemeenschap hebbend met de Loete.
Leenmannen, alles gehoord en gezien hebbend, oordelen, dat de 4 gemeten een Heenvliets leen zijn gelegen buiten de Loete en vanaf 1545 van de heerlijkheid van Heenvliet te leen is gehouden zonder enige gemeenschap met het leen van de grafelijkheid, dat ook heel andere belendingen heeft. Leenmannen hebben Aert Cornelisz Buys c.s. in bezit van het leen gesteld, dat hij al jaren in vrede gebruikt. Otte van Erckel moet de pacht, die hij al ge¿nd heeft, aan Aert Cornelisz Buys terugbetalen en wordt veroordeeld in de rechtelijke kosten.
Aert Cornelisz Buys protesteert tegen alle verdere kosten.
Leenmannen veroordelen gedaagde bij verstek tot de hoogste boete en tot de straf, die voors. Frans Willemsz gehad zou hebben, als hij al deze misdrijven begaan had.
Aert Cornelis Buys, voor zichzelf en vervangende Arien Willemsz, zijn oom en stiefvader, en zijn zuster Baertgen Cornelis, contra Otte van Erckel, gedaagde. Gedaagde is niet verschenen, maar heeft geschreven, dat het leen hem door het Hof van Holland is toegewezen als een leen van de grafelijkheid van Holland en niet van de heer van Heenvliet en dat hij daarom niet voor leenmannen hoeft te verschijnen.
Belendingen van het land: o. de heer van Cruningen, n. de nieuwe watering, w. enz. de Regulieren van Rugge, zijn uitpad hebbend door de Bras en daarmee komend aan de Welleweg, geen gemeenschap hebbend met de Loete.
Leenmannen, alles gehoord en gezien hebbend, oordelen, dat de 4 gemeten een Heenvliets leen zijn gelegen buiten de Loete en vanaf 1545 van de heerlijkheid van Heenvliet te leen is gehouden zonder enige gemeenschap met het leen van de grafelijkheid, dat ook heel andere belendingen heeft. Leenmannen hebben Aert Cornelisz Buys c.s. in bezit van het leen gesteld, dat hij al jaren in vrede gebruikt. Otte van Erckel moet de pacht, die hij al ge¿nd heeft, aan Aert Cornelisz Buys terugbetalen en wordt veroordeeld in de rechtelijke kosten.
Aert Cornelisz Buys protesteert tegen alle verdere kosten.
033 Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Bijlagen
Regesten
379. Leenmannenvonnisboek, (1583-1595)
De baljuw, eiser, contra Louw Arensz den Aexter uit Maassluis, gearresteerde en gedaagde. Gedaagde heeft Frans Willemsz van Belle uit Vlaanderen ‘geinjurieert’, dat hij te Amsterdam 50 g. gestolen zou hebben uit de beurs van een slapende man en te Naaldwijk twee koeien, die hij te Utrecht verkocht zou hebben, verder een Cornelis Ariensz zou bestolen hebben en het geld in de herberg verdronken, zonder bewijs te leveren.
Leenmannen veroordelen gedaagde bij verstek tot de hoogste boete en tot de straf, die voors. Frans Willemsz gehad zou hebben, als hij al deze misdrijven begaan had.
Aert Cornelis Buys, voor zichzelf en vervangende Arien Willemsz, zijn oom en stiefvader, en zijn zuster Baertgen Cornelis, contra Otte van Erckel, gedaagde. Gedaagde is niet verschenen, maar heeft geschreven, dat het leen hem door het Hof van Holland is toegewezen als een leen van de grafelijkheid van Holland en niet van de heer van Heenvliet en dat hij daarom niet voor leenmannen hoeft te verschijnen.
Belendingen van het land: o. de heer van Cruningen, n. de nieuwe watering, w. enz. de Regulieren van Rugge, zijn uitpad hebbend door de Bras en daarmee komend aan de Welleweg, geen gemeenschap hebbend met de Loete.
Leenmannen, alles gehoord en gezien hebbend, oordelen, dat de 4 gemeten een Heenvliets leen zijn gelegen buiten de Loete en vanaf 1545 van de heerlijkheid van Heenvliet te leen is gehouden zonder enige gemeenschap met het leen van de grafelijkheid, dat ook heel andere belendingen heeft. Leenmannen hebben Aert Cornelisz Buys c.s. in bezit van het leen gesteld, dat hij al jaren in vrede gebruikt. Otte van Erckel moet de pacht, die hij al ge¿nd heeft, aan Aert Cornelisz Buys terugbetalen en wordt veroordeeld in de rechtelijke kosten.
Aert Cornelisz Buys protesteert tegen alle verdere kosten.
Leenmannen veroordelen gedaagde bij verstek tot de hoogste boete en tot de straf, die voors. Frans Willemsz gehad zou hebben, als hij al deze misdrijven begaan had.
Aert Cornelis Buys, voor zichzelf en vervangende Arien Willemsz, zijn oom en stiefvader, en zijn zuster Baertgen Cornelis, contra Otte van Erckel, gedaagde. Gedaagde is niet verschenen, maar heeft geschreven, dat het leen hem door het Hof van Holland is toegewezen als een leen van de grafelijkheid van Holland en niet van de heer van Heenvliet en dat hij daarom niet voor leenmannen hoeft te verschijnen.
Belendingen van het land: o. de heer van Cruningen, n. de nieuwe watering, w. enz. de Regulieren van Rugge, zijn uitpad hebbend door de Bras en daarmee komend aan de Welleweg, geen gemeenschap hebbend met de Loete.
Leenmannen, alles gehoord en gezien hebbend, oordelen, dat de 4 gemeten een Heenvliets leen zijn gelegen buiten de Loete en vanaf 1545 van de heerlijkheid van Heenvliet te leen is gehouden zonder enige gemeenschap met het leen van de grafelijkheid, dat ook heel andere belendingen heeft. Leenmannen hebben Aert Cornelisz Buys c.s. in bezit van het leen gesteld, dat hij al jaren in vrede gebruikt. Otte van Erckel moet de pacht, die hij al ge¿nd heeft, aan Aert Cornelisz Buys terugbetalen en wordt veroordeeld in de rechtelijke kosten.
Aert Cornelisz Buys protesteert tegen alle verdere kosten.
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden
Kenmerken
Datering:
1411 - 1811
Beschrijving:
Archief van de stad en het ambacht Heenvliet
Omvang:
23,70 meter, 1583 inventarisnummers
Inventarisatie:
L.W. Hordijk, 2005
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
Het merendeel van de stukken is in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte documenten, charters en bijzondere handschriften
Bewaarplaats:
Streekarchief Voorne-Putten
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Licentie:
Geografische namen:
Categorie:
Opendata trefwoord:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 21-03-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden