Compareren Tabbe Visee, Jan Hendriks, Barend Andries en Oege Jans, allen varend op het schip De Eerste Houtkoperij. Op verzoek van hun stuurman Jan Dirks leggen zij een verklaring af over een gevecht tussen hun schipper Jacob Wolters en eerste deposant. De schipper heeft geslagen met een touw en laatstelijk met een 'houwer', waarmee hij hem de kop wilde inslaan. Op de rede van Hellevoetsluis gekomen heeft de schipper hem van boord doen brengen.

Compareren Kornelis Pijper, Kornelis Bakker, Hermanus de Neef, Korstiaan Breedveld, Simon de Breur, Hendrik Maltha, Jan Deur, Arie Leunen, Joris van Almsteeg, Johannes de Vrede, Benjamin van de Polder, Johannes Brand, Antonie van Amerongen, Laurens Koens, Dirk Westerop, Jan IJselstein, Willem Burgerhout, Arnoldus Burgerhout, Andries Gijbland, Antonie van de Polder, Abraham Kluit, Jan Schaap en Marinus Kolf, allen wonend te Hellevoetsluis. Op verzoek van Jan de Boo, commies van de Admiraliteit op de Maas, verklaren zij dat zij allen in dienst zijn geweest van de reders en eigenaars van het schip De Vergulde Zalm, dat aan de grond heeft gezeten op de plaat bij Dirksland. Onder commando van de bootsman Hendrikus Kroon hebben zij gewerkt aan het bergen van de lading. Op geen enkel ogenblik zijn zij door requirant aangesproken geweest, laat staan tegen de bootsman opgezet en aangezet tot het staken van hun werkzaamheden. Als er al onenigheid met Kroon is geweest kwam dit doordat hij hun minder wilde betalen dan hij hun eerst had toegezegd.

Compareren Cent Kornelis Blinkvliet, Arie Hoekwater en Daniel Amolees, schippers wonend te Hellevoetsluis. Op verzoek van Jan de Boo, commies van de Admiraliteit op de Maas, verklaren zij dat zij zonder vooroverleg met requirant van de reders Pieter van Zwijndrecht en Tamson het bergen hebben aangenomen van het schip De Vergulde Zalm, dat onder Dirksland vast lag.

Compareren Willem Leenderts Boer, Jan Steenhoven en Leendert Jans Verrij, allen wonend te Zuidland, en Bastiaan Pieters Nobel wonend te Simonshaven. Zij verklaren op verzoek van Jan Voorwinden te Zuidland dat zij in februari 1730 voor requirant mede zouden gaan dekken op 5 gemet 229 roe in Oud-Schuddebeurs op nr. 88. Daar aangekomen bleek het gewas door koeien totaal vertrapt en vernield. Het gerecht van Simonshaven taxeerde de schade. Daarbij heeft een van de schepenen, Dirk Meeldijk, gezegd dat er toch niets vergoed zou worden. Op verzoek van requirant heeft ook oud-schout Rosenberg uit Zuidland de zaak in ogenschouw genomen. Hij sprak van een schade van f 30 per gemet.