Ten verzoeke van Jacomijntje de Jong winkelierster wonende Oudenhoorn, weduwe van Leendert van Dintel, winkelier, gewoond hebbende en overleden Oudenhoorn op 24/02/1848 met wie zij in g.v.g. gehuwd is geweest en als erfgename van haar man krachtens diens testament op 20/09/1830 voor zelfde nts gepasseerd, Jan van Dintel zonder beroep wonende Oudenhoorn, zo voor zich als in betrekking van toeziend voogd over de hierna te vermelden minderjarige kinderen van Arentje van Dintel, Arie van Dintel bouwman wonende Oudenhoorn, zo voor zich als mede-erfgenaam van zijn minderj. zoon Leendert overleden Oudenhoorn 22/07/1846 en in kwaliteit van vader en voogd over Jan en Roeland van Dintel welke met genoemde wijlen Leendert van Dintel de enige en nog minderj. kinderen zijn van wijlen Arentje van Dintel overl. Oudenhoorn 04/07/1845, welke Jan en nu wijlen Arentje van Dintel zijn geweest de enige kinderen van wijlen genoemde Leendert van Dintel geboren uit zijn 1e huwelijk met wijlen Lea Rietdijk ab intestato overleden te Zuidland 20/09/1826 en gezegde Jan van Dintel uit eigen hoofde, allen erfgenamen van hun vader en grootvader Leendert van Dintel wordt door de nts een inventaris van de boedel opgemaakt, waarvan de roerende goederen zijn gewaardeerd door Kornelis Kluiver bode van en wonende Oudenhoorn. Volgen de roerende goederen, 4 koeien, mannen- en vrouwenkleren, gemaakt goud en zilverwerk, contant geld 42 gld. Inschulden, bed- en tafellinnen, schulden en lasten van de boedel, waaronder begrafeniskosten ad 47 gld 55 ct.