049 Boerderij Ruisseveen ( Gemeente Veenendaal )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
049   Boerderij Ruisseveen
Inventaris
1. Notariële akten
1 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk land in het gerecht van Renswoude door Frederick van Beek aan Aelt Reijersen, 4 juli 1659
2 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk veen met huis in het Rhenense Veen, 7 februari 1681
049 Boerderij Ruisseveen
Inventaris
1. Notariële akten
2
Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk veen met huis in het Rhenense Veen, 7 februari 1681
Datering:
7 februari 1681
NB:
Transcriptie door A. van Silfhout en C. van Silfhout-van Ravenswaaij, 2017.
Omvang:
1 charter
Organisatie: Gemeente Veenendaal
laatste wijziging 08-03-2023
07-02-1681: Ick, onderschreven Anthonis van Honthorst, als nomine uxoris jegenwoordig eygenaer ende possesseur van de Ruijsche Venen voor d' ene helfte, die ick te leen houde van d' Edele Mogende heren Staten 's lants van Utrecht doe kondt, dat voor mij gecompareert is Hendrick Aertsz Hardeman outste zoon van Petertie Hendricksdr, eerst weduwe van Aert Cornelisz Hardeman en naderhandt van Aert Reijersz haer leste man zaliger mij vertoonende seecker maeckgescheyd en boedelscheyding tuschen hem comparant en die vordere kinderen en medeerfgenamen van gemelte Petertie Hendrickzdr opgerecht en bij deselve respectivelijk nevens getuygtluyden, onderteykent in den jaere 1677 in crachte van welck maeggescheyd hem comparant zijnde toegedeylt en te deel gevallen het nabeschreven erfpachtgoet bij deselve Petertie Hendrickzdr in haer leven door vergunning en overlijding van mijn schoonvader d' heer en meester Dirck van Lommetzum zaliger in zijn leven advocaet voor den edele Hove van Utrecht laest beseten, diens volgende hij comparant versochte dat ick hem met hetselve erfpacht goet soude willen verlijden, dus ick t' zijnder bede ende versoucke (onvermindert en sonder prejudicie van mijn en eenyder zijn gerechtigheyt) den voornoemden Hendrick Aertsz Hardeman in een eeuwigen erfpacht gegunt, verleent ende gegeven hebbe, gelijcx ick denselven gunne, verlijde en geve, mits desen een stuck veens, vullings en aengemaeckte veenlandts met de huysinge, bepotinge en beplantinge daerop staende, groot twaelf mergen, achtien roeden gelegen in de Rhenesche Venen, streckende uyt de halve dwarsgrifte tot aen de Amersfoortsche Grifte toe, daer die halve oude wijck westwaerts en die nazaten van Jacob Dirskz, off diegene daer zij het met recht gelaten hebben oostwaerts naestgelegen sijn, soo groot en cleyn 'tselve bij Marcelis van Oort, gesworen lantmeter, afgemeten en in de caerte met de letter (C) geteykent is sonder mij
07-02-1681: VERVOLG.

tot vorder metinge te astringeren, jaerlx
en alle jaer om en voor de somme van dertig Carolus gulden, ene stuyver, acht penningen tot XXtich geëvalueerde stuyver het stuck in elcker tijt der betaling te reeckenen, welcken jaerlxen erfpacht betaelt sal moeten werden aen handen van mij off mijn blijckende ordre binnen Utrecht off Amersfoort, daer ick indertijt resideren sal, op Martini in de winter off binnen een maendt daernae onbegrepen, en dit alles vrijgelts van margengelden, dijck-, grift- ofte sluysgelden, outschilt en schellinggelden, voorts generalick van alle ongelden en onraden, die op de landen en venen enigsints gestelt zijn en namaels gestelt mogen werden, niet tegenstaende enige placaten ter contrarie, d'selve altijts voor gederogeert houdende soodat daervan noch van open oorlog noch van open wayen, egeen cortinge sal gelden maar altoys vrijgelts betaelt moeten werden, wijders sijn conditien dat de voorseide Hendrick Aertz Hardeman de wijck aen dese erfpachtveenen gelegen, sal moeten onderhouden om die andere Ruijsche Hooge Veenen daerdoor t' allen tijden bequamelijck gebruyckt te werden met turf, messie en andere materialen daeruyt en in te voeren tot in de gemene Grifte toe, gelijcx hij mij en die andere eygenaers van de Hooge Ruijsche Venen en onse nacomelingen t' onsen geliefte mette voorseide Hoge Venen altijts uytwegen en uytwateren sal, als hij en die andere erfpachtenaers malcanderen oock uytwegen en uytwateren sullen sonder d' een off d' ander daerinne enig belet te doen, is oock bevoorwaerdt dat alsoo bij ons twee bruggen t' eynde die oude en nieuwe wijck geleyt sijn responderen op die dwarsgriften, dat de voorseide Hendrick Aertsz Hardeman en zijn nacomelingen met de successeuren van Willem Gerritsz en Cornelis den Beucken off derselver rechthebbende erpachtenaers van de huysinge ende venen in de caerte geteyckent (B) de voorseide twe bruggen mette weg nu en ten eeuwigen dagen onderhouden en uyt de schouwe houden sullen,
07-02-1681: VERVOLG.

gelijcx hij met dese voorseide andere erfpachtenaers elcx hun gedeelte maecken, onderhouden en uyt de schouw houden sullen het santpad beginnende over 't vonder van de Oude Compagnie langs de radinge tot aen de dwarsgrifte toe, en daertoe in gelijcker vougen onderhouden het santpadt, beneffens die radinge van de Oude Compagnie tot aen de dwarsgrift streckende ende dat in de brete van vijffentwintich voeten, als het gemeten is, voorts is noch geconditioneert dat de voorseide Hendrick Aertsz noch zijne nacomelingen d' voorseide venen en veenlanden splitten, deilen, noch weerloos worden en sullen buyten mijn en mijnen erfgenamen consent, maar sullen gehouden wesen binnen 8 jaers soo dickmaels als desen erfpacht versterft ofte verandert wort, sulcx aen mij en mijnen erfgenamen te versoucken en t' zijnen costen op eene naem te geven en te nemen behoorlijcke erfpachtbrieven luydende als dese ende voor[...] recognitie aen mij off mijne erven te betalen een rosenobel in specie, welverstaende dat denselven Hendrick Aertsz gehouden werdt dese venen en veenlanden voorts tot goet wey- en bouwlandt aen te maecken, alsoo den geprefigeerden tijt lange is verstreecken en die tesamen daerna tot goet bouw- en weyland te onderhouden en off hij den voorseide jaerlxen erfpacht op den tijt vorens verhaelt niet en voldede, noch ter goeder tijt niet en betaelde, soo sal hij voor dat jaer en soo dicmaels als sulcx gebeurde, betalen dubbelde pacht, gelijcx hij oock verbeuren en betalen sal een jaer pachten soo dickmaels als bevonden wert, dat hij die vordere conditien vorens verhaelt in't geheel of deel niet na en quame maer daerinne versuymigh waere, alles sonder arch, des t' enen oirconde hebbe ick Anthonis van Honthorst desen brief onderteyckent en met mijn zegel, gevestigt op den 7 february XVIe eenentachtig oude steyl, (getekend) Anthonis van Honthorst.
3 Boedelinventaris en boedelscheiding van Hendrik Hardeman, 1 juni 1712
4 Boedelscheiding van Jan Roelofsen en Teunisje Everts, 21 maart 1721
5 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk veen met woonhuis in het Rhenense Veen door Hermannus Gijsbertus baron van der Hemm van Nederstijn aan Albert Jansen, 15 juni 1727
6 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk uitgegraven veen in het gerecht van Renswoude door Gerard Joan van Bergheijk, rentmeester van de Kartuizers goederen te Utrecht, aan Gerrit Arentse, 24 juni 1728
7 Akte van overdracht van een hofstede in het Rhenense veen van de erfgenamen van Anthoni van Wijk en Clara Jacoba Brouwer aan Jannigje Hardeman, weduwe van Roeloff Jansen, 13 augustus 1731
8 Koopakte van het stuk grond ‘De lange wijk’ door Jannigje Hardeman van Jacob Garritsen en Annigje Hardeman, 9 februari 1734
9 Boedelinventaris van Roeloff Hardeman, 19 juli 1735
10 Memorie voor Allart Boonsaijer, gerechtsbode van Rhenen, dat Rijk Wildeman de schuld van Gijsbertje Jans moet invorderen en Jannigje Hardeman en haar zoon Hendrik moet ontslaan van hun borgstelling voor deze schuld, met aantekening van Allart Boonsaijer, 23 februari 1737
11 Fragment van een boedelscheiding van een onbekend persoon, 26 november 1749
12 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk uitgegraven veen aan de Munnikenweg in het gerecht Renswoude door Jan Pieter van Nes, rentmeester van de goederen behorende aan het Kartuizer convent te Utrecht, aan Hendrik Roelen, 1 december 1749
13 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk veen met huis in de Rhenense Veenen aan Hendrik Roelofsen door Hermanus Gijsbertus baron Van der Hem van Nedersteyn, 10 juli 1750
14 Akte van transport van een hofstede in het Ruisseveen aan Hendrik Roelofsen en Claasje Gerritsen, met kwitanties, 27 februari 1750, 1753, 1762
15 Akte van het uitgeven in erfpacht van twee huizen langs de Kerkstraat aan Cornelis Roeloefsz van ’t Ruisseveen ten behoeve van zijn broer Hendrik door Johan Cauwen, 4 juni 1753
16 Akte waarin Cornelis Ruisseveen, Aalbertje Tuuren, Johannes Brinkhuijs, Jannigje […], Hendrik Roelofse Ruisseveen en Teunisje Roelofse Ruisseveen bekennen schuldig te zijn aan Wouter Groeneveld en zijn echtgenote Geertrui van Manen 300 Carolusgulden, 11 juni 1753
17 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk uitgegraven veen in het gerecht Renswoude door Jan Pieter van Nes, rentmeester van de goederen behorende aan het Kartuizer convent te Utrecht, aan Hendrik Roelofsen, 29 november 1754
18 Akte waarin Cornelis Brinkhuis en zijn echtgenote Aaltje Stip verklaren dat zij 3 morgen bouwland verkocht hebben aan Hendrick Roeloffsen van’t Ruisseveen, 31 maart 1766
19 Akte waarin Cornelis van Ruisseveen verklaart dat hij een woning in de Kerkstraat verhuurd heeft aan Hendrik Groenhuysen en zijn echtgenote Sophia van Holten, 12 mei 1770
20 Akte van het uitgeven in erfpacht van drie morgen grond in Veenendaal aan Hendrik Roelofsen van ’t Ruisseveen, door Jan van Hardenbroek, heer van Lokhorst en Bergesteijn, 9 januari 1773
21 Akte van het uitgeven in erfpacht van een erf en huis in de Kerkstraat te Veenendaal, door Jan de Clefaij notaris van de stad Utrecht en gemachtigde van de directeuren van het voormalige katholieke kinderhuis te Utrecht, aan Hendrik Roeloffsen van ’t Ruisseveen, 15 oktober 1776
22 Akte waarin Hendrik Ruisseveen en zijn echtgenote Klaasje Gerrits verklaren dat zij voor drie jaar een keuken met een turfschuur van een huis in de Kerkstraat verhuurd hebben aan Aart van Wijk en zijn vrouw Maaij van Kampen, het achterhuis blijft van Cornelis Ruisseveen, 26 oktober 1777
23 Akte van het uitgeven in erfpacht van een stuk veen met huis in de Rheenense Veenen aan Gerrit Hendrikze van Ruisseveen, door Frederik van Kessel, 13 februari 1790
24 Gerrit Rijkzen en Roelia van ’t Ruisseveen benoemen de langstlevende tot voogd van de minderjarige kinderen of de twee naaste mannelijke bloedverwanten, met uitsluiting van de magistraat van Rhenen en de weeskamer, 27 februari 1790
25 Akte van het uitgeven in erfpacht van drie morgen land aan Gerrit Hendrikzen van Ruisseveen, door Simon Jan Baptist Barchman Wuijtiers, 13 maart 1790
26 Akte waarin Klaasje van Hal, Teunisje van Hal en Gerrigje van Hal verklaren dat hun broer Roelof van Hal hun aandeel in de nalatenschap van hun vader Gerrit Rijkzen van Hal heeft uitbetaald, 2 juni 1800
27 Akte waarin Gerrit Hendrikzen van ’t Ruisseveen, Jannigje Hendrikzen van het Ruisseveen en Maagje Hendrikzen van Ruisseveen met hun echtgenoten en kinderen hun deel van het bezit in het Ruisseveen verkopen aan Gerrit van Hal en zijn echtgenote Roelia Hendrikzen van het Ruisseveen, 12 maart 1819
28 Testament van Gerrit van het Ruisseveen, 29 januari 1820
29 Akte waarin het echtpaar Gerrit van Hal en Roelia Hendrika van ’t Ruisseveen bekennen schuldig te zijn aan Jan Smith 700 gulden, 14 oktober 1823
30 Testament van Gerrit Riksen van Hal, 28 oktober 1831
31 Akte waarin Gerrit van Hal en zijn erfgenamen verklaren schuldig te zijn aan Sophia van der Poel, weduwe van Wouter Bomas, 700 gulden, 1 mei 1833
32 Bewijzen van royement van hypothecaire inschrijving op naam van Gerrit van Hal, 28 januari 1836
33 Akte waarin Roelof van Hal verklaart aan Hendrik van Huigenbos een jaarlijkse erfpacht te zullen betalen, 12 mei 1836
34 Overbrenging van een hypothecaire inschrijving ten laste van Roelof van Hal op naam van Jannetje van de Wetering, weduwe van Hendrik van Huigenbos, 6 mei 1843
35 Akte waarin Samuel Abraham van Creveld verzoekt over te gaan tot openbare verkoping van de bezittingen van Robbert Drost, 25 juni 1850, met akte van openbare verkoping aan Roelof van Hal, 2 juli 1850
36 Benoeming van Reijer Versteeg en Cornelis van de Zandschulp tot voogden over de minderjarige zoons van Roelof van Hal, 9 augustus 1855
37 Akte van overdracht van de legaten van Jannetje van de Wetering (weduwe van Hendrik van Huigenbos) aan Cornelis van Huigenbos en Albertus Sterk, 23 september 1857
38 Akte van verkoop van een stuk grond aan Gerrit van Hal, Hendrik van Hal en Reijer Versteeg (voogd van Jan van Hal), 15 augustus 1865
39 Akte van verkoop van een stuk grond door Gerrit van Hal, Hendrik van Hal en Jan van Hal een het Koninkrijk der Nederlanden, 22 april 1866
40 Boedelscheiding van Roelof van Hal en Reintje Versteeg, 22 februari 1868
41 Bewijs van doorhaling van een hypothecaire acte ten behoeve van Barend Hegers en Reijer Versteeg ten laste van Jacob Vink, 16 juni 1892
42 Huurcontract van het verhuren van een hofstede in het Ruisseveen door Jan van Hal aan Hendrik van den Brandhof, 25 februari 1904
43 Huurcontract van het verhuren van een hofstede in het Ruisseveen door Jan van Hal aan Hendrik van den Brandhof, 11 mei 1914
2. Overige stukken
laatste wijziging 08-03-2023
63 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Datering:
1659-1914
Categorie:
laatste wijziging 08-03-2023
63 beschreven archiefstukken