005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen ( Gemeente Veenendaal )
005
Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inleiding
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
21 1586-1604, 1607-1616 aug. 6
17-4-1595: VERVOLG.
dat doer ’t stellen van deselve haer laechste Broecklanden geholpen zijn geweest ten dage toe dat d’selve bij die van Wageninge in esse gelaten is geweest zonder dat enige clachte daerover gecomen zijn geweest hebben voerts geseyt dat bij alzoe verre die van Wageninge bij den peyl niet en hadden geholpen geweest zouden wel vervordert hebben een nieuwe grave ofte waterganck die de veengenoten in zulcke gevalle haer beloeft hadde tot haren costen te doen maecken maer dat ter contrarie zijluyden haer watergangen zoe hebben laeten verlanden ende in sulcke diepte nyet onderhouden en hebben zulcx die bij de veengenoten gegraven zijn anno 1567 ende bij de ‘tselve contract beloeft hebben in sulcke gesteltenisse te zullen onderhouden alles in conformite van ’t voerseid accoert hebben voerts versocht zoe de menechten van Wageninghen, Eede ende Bennecum groot was dat haer zoude gelieven enyge uuyten haeren te committere omme met dien in communicatie te treeden ende eenige bequame middel te beramen omme een yder de zijnen aen te dienen waerop bij die van Wageninge geseydt worde zulx wel te accorderen bij soeverre wijluyden onsse schutten woude neederlaeten leggen sonder die te gebruycken voor ende alleer allen haer Broeck-
folio 265
landen droech soude zijn, daerop bij ons geseyt worden dat ‘tselve grotelick soude tenderen tot achterdeel van de scheepvaert ende torffneringe zoe haer Broecklanden die graven soe toegewassen zijn dat zij geen water bequamelick mogen lossen zulx dat men in lange tijt geen torff en soude moegen uuytvoeren niettemin hebben haer doer overvloet, ende wij in communicatie soude moegen geraecken gepresenteert dat wij d’selve schutten ten twee off drie daegen eens den tijt van drie off vier uren soude
dat doer ’t stellen van deselve haer laechste Broecklanden geholpen zijn geweest ten dage toe dat d’selve bij die van Wageninge in esse gelaten is geweest zonder dat enige clachte daerover gecomen zijn geweest hebben voerts geseyt dat bij alzoe verre die van Wageninge bij den peyl niet en hadden geholpen geweest zouden wel vervordert hebben een nieuwe grave ofte waterganck die de veengenoten in zulcke gevalle haer beloeft hadde tot haren costen te doen maecken maer dat ter contrarie zijluyden haer watergangen zoe hebben laeten verlanden ende in sulcke diepte nyet onderhouden en hebben zulcx die bij de veengenoten gegraven zijn anno 1567 ende bij de ‘tselve contract beloeft hebben in sulcke gesteltenisse te zullen onderhouden alles in conformite van ’t voerseid accoert hebben voerts versocht zoe de menechten van Wageninghen, Eede ende Bennecum groot was dat haer zoude gelieven enyge uuyten haeren te committere omme met dien in communicatie te treeden ende eenige bequame middel te beramen omme een yder de zijnen aen te dienen waerop bij die van Wageninge geseydt worde zulx wel te accorderen bij soeverre wijluyden onsse schutten woude neederlaeten leggen sonder die te gebruycken voor ende alleer allen haer Broeck-
folio 265
landen droech soude zijn, daerop bij ons geseyt worden dat ‘tselve grotelick soude tenderen tot achterdeel van de scheepvaert ende torffneringe zoe haer Broecklanden die graven soe toegewassen zijn dat zij geen water bequamelick mogen lossen zulx dat men in lange tijt geen torff en soude moegen uuytvoeren niettemin hebben haer doer overvloet, ende wij in communicatie soude moegen geraecken gepresenteert dat wij d’selve schutten ten twee off drie daegen eens den tijt van drie off vier uren soude
005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16-41 Veenregisters, 1546-1854
21 1586-1604, 1607-1616 aug. 6
17-4-1595: VERVOLG.
dat doer ’t stellen van deselve haer laechste Broecklanden geholpen zijn geweest ten dage toe dat d’selve bij die van Wageninge in esse gelaten is geweest zonder dat enige clachte daerover gecomen zijn geweest hebben voerts geseyt dat bij alzoe verre die van Wageninge bij den peyl niet en hadden geholpen geweest zouden wel vervordert hebben een nieuwe grave ofte waterganck die de veengenoten in zulcke gevalle haer beloeft hadde tot haren costen te doen maecken maer dat ter contrarie zijluyden haer watergangen zoe hebben laeten verlanden ende in sulcke diepte nyet onderhouden en hebben zulcx die bij de veengenoten gegraven zijn anno 1567 ende bij de ‘tselve contract beloeft hebben in sulcke gesteltenisse te zullen onderhouden alles in conformite van ’t voerseid accoert hebben voerts versocht zoe de menechten van Wageninghen, Eede ende Bennecum groot was dat haer zoude gelieven enyge uuyten haeren te committere omme met dien in communicatie te treeden ende eenige bequame middel te beramen omme een yder de zijnen aen te dienen waerop bij die van Wageninge geseydt worde zulx wel te accorderen bij soeverre wijluyden onsse schutten woude neederlaeten leggen sonder die te gebruycken voor ende alleer allen haer Broeck-
folio 265
landen droech soude zijn, daerop bij ons geseyt worden dat ‘tselve grotelick soude tenderen tot achterdeel van de scheepvaert ende torffneringe zoe haer Broecklanden die graven soe toegewassen zijn dat zij geen water bequamelick mogen lossen zulx dat men in lange tijt geen torff en soude moegen uuytvoeren niettemin hebben haer doer overvloet, ende wij in communicatie soude moegen geraecken gepresenteert dat wij d’selve schutten ten twee off drie daegen eens den tijt van drie off vier uren soude
dat doer ’t stellen van deselve haer laechste Broecklanden geholpen zijn geweest ten dage toe dat d’selve bij die van Wageninge in esse gelaten is geweest zonder dat enige clachte daerover gecomen zijn geweest hebben voerts geseyt dat bij alzoe verre die van Wageninge bij den peyl niet en hadden geholpen geweest zouden wel vervordert hebben een nieuwe grave ofte waterganck die de veengenoten in zulcke gevalle haer beloeft hadde tot haren costen te doen maecken maer dat ter contrarie zijluyden haer watergangen zoe hebben laeten verlanden ende in sulcke diepte nyet onderhouden en hebben zulcx die bij de veengenoten gegraven zijn anno 1567 ende bij de ‘tselve contract beloeft hebben in sulcke gesteltenisse te zullen onderhouden alles in conformite van ’t voerseid accoert hebben voerts versocht zoe de menechten van Wageninghen, Eede ende Bennecum groot was dat haer zoude gelieven enyge uuyten haeren te committere omme met dien in communicatie te treeden ende eenige bequame middel te beramen omme een yder de zijnen aen te dienen waerop bij die van Wageninge geseydt worde zulx wel te accorderen bij soeverre wijluyden onsse schutten woude neederlaeten leggen sonder die te gebruycken voor ende alleer allen haer Broeck-
folio 265
landen droech soude zijn, daerop bij ons geseyt worden dat ‘tselve grotelick soude tenderen tot achterdeel van de scheepvaert ende torffneringe zoe haer Broecklanden die graven soe toegewassen zijn dat zij geen water bequamelick mogen lossen zulx dat men in lange tijt geen torff en soude moegen uuytvoeren niettemin hebben haer doer overvloet, ende wij in communicatie soude moegen geraecken gepresenteert dat wij d’selve schutten ten twee off drie daegen eens den tijt van drie off vier uren soude
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1526) 1545-1948
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden