005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen ( Gemeente Veenendaal )
005
Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inleiding
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
21 1586-1604, 1607-1616 aug. 6
14-8-1592: Edele eerentfeste wijsediscrete zeer lieve besondere.
Op ’t aengeven ons gedaen bij mr. Sebastiaen van Loozen, onsen medebroeder in rade van dat den aenstaende Xen augusti ende volgende dagen deses jaers 1592 stilo veteri, vergaderinge van de veengenooten der Geldersche ende Stichtsche
folio 247
veenen binnen Utrecht, gehouden soude worden ende voorhebbens sijn te resolveren en op de bedelinge van zeeckere penningen comende van de dubbele contributie dergener die nae date vandt octroy eertijts van de Keyser Carolus Quintus geobtineert om een Grifte te mogen maecken in de voorseide veenen responderende op den Rijn mede toegelaeten soude worden d’selve Grifte te gebruycken heuren veenen te graven ende torff uut te voeren. Welcke penningen d’ imposten vandt voorseide octroy, (daer onder den voornoemde Van Loozen cum suis qualitate qua mede begrepen is) sustineren hemluyden alleen te competeren ende des niettegenstaende eenige anderen daer aene mede paert ende deele pretenderen ende hebben willen. Ende dan den voorseide Van Loozen overmits zijne occupatiën in dienste van de Lande, nu tot Utrecht op de voorseide vergaderinge niet en zall cunnen compareren en daerom hebben wij uluyden hiermede wel eerstelick willen versoucken deselve niet en willen resolveren noch disponeren in prejudicie van den
Op ’t aengeven ons gedaen bij mr. Sebastiaen van Loozen, onsen medebroeder in rade van dat den aenstaende Xen augusti ende volgende dagen deses jaers 1592 stilo veteri, vergaderinge van de veengenooten der Geldersche ende Stichtsche
folio 247
veenen binnen Utrecht, gehouden soude worden ende voorhebbens sijn te resolveren en op de bedelinge van zeeckere penningen comende van de dubbele contributie dergener die nae date vandt octroy eertijts van de Keyser Carolus Quintus geobtineert om een Grifte te mogen maecken in de voorseide veenen responderende op den Rijn mede toegelaeten soude worden d’selve Grifte te gebruycken heuren veenen te graven ende torff uut te voeren. Welcke penningen d’ imposten vandt voorseide octroy, (daer onder den voornoemde Van Loozen cum suis qualitate qua mede begrepen is) sustineren hemluyden alleen te competeren ende des niettegenstaende eenige anderen daer aene mede paert ende deele pretenderen ende hebben willen. Ende dan den voorseide Van Loozen overmits zijne occupatiën in dienste van de Lande, nu tot Utrecht op de voorseide vergaderinge niet en zall cunnen compareren en daerom hebben wij uluyden hiermede wel eerstelick willen versoucken deselve niet en willen resolveren noch disponeren in prejudicie van den
005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16-41 Veenregisters, 1546-1854
21 1586-1604, 1607-1616 aug. 6
14-8-1592: Edele eerentfeste wijsediscrete zeer lieve besondere.
Op ’t aengeven ons gedaen bij mr. Sebastiaen van Loozen, onsen medebroeder in rade van dat den aenstaende Xen augusti ende volgende dagen deses jaers 1592 stilo veteri, vergaderinge van de veengenooten der Geldersche ende Stichtsche
folio 247
veenen binnen Utrecht, gehouden soude worden ende voorhebbens sijn te resolveren en op de bedelinge van zeeckere penningen comende van de dubbele contributie dergener die nae date vandt octroy eertijts van de Keyser Carolus Quintus geobtineert om een Grifte te mogen maecken in de voorseide veenen responderende op den Rijn mede toegelaeten soude worden d’selve Grifte te gebruycken heuren veenen te graven ende torff uut te voeren. Welcke penningen d’ imposten vandt voorseide octroy, (daer onder den voornoemde Van Loozen cum suis qualitate qua mede begrepen is) sustineren hemluyden alleen te competeren ende des niettegenstaende eenige anderen daer aene mede paert ende deele pretenderen ende hebben willen. Ende dan den voorseide Van Loozen overmits zijne occupatiën in dienste van de Lande, nu tot Utrecht op de voorseide vergaderinge niet en zall cunnen compareren en daerom hebben wij uluyden hiermede wel eerstelick willen versoucken deselve niet en willen resolveren noch disponeren in prejudicie van den
Op ’t aengeven ons gedaen bij mr. Sebastiaen van Loozen, onsen medebroeder in rade van dat den aenstaende Xen augusti ende volgende dagen deses jaers 1592 stilo veteri, vergaderinge van de veengenooten der Geldersche ende Stichtsche
folio 247
veenen binnen Utrecht, gehouden soude worden ende voorhebbens sijn te resolveren en op de bedelinge van zeeckere penningen comende van de dubbele contributie dergener die nae date vandt octroy eertijts van de Keyser Carolus Quintus geobtineert om een Grifte te mogen maecken in de voorseide veenen responderende op den Rijn mede toegelaeten soude worden d’selve Grifte te gebruycken heuren veenen te graven ende torff uut te voeren. Welcke penningen d’ imposten vandt voorseide octroy, (daer onder den voornoemde Van Loozen cum suis qualitate qua mede begrepen is) sustineren hemluyden alleen te competeren ende des niettegenstaende eenige anderen daer aene mede paert ende deele pretenderen ende hebben willen. Ende dan den voorseide Van Loozen overmits zijne occupatiën in dienste van de Lande, nu tot Utrecht op de voorseide vergaderinge niet en zall cunnen compareren en daerom hebben wij uluyden hiermede wel eerstelick willen versoucken deselve niet en willen resolveren noch disponeren in prejudicie van den
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1526) 1545-1948
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden