005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen ( Gemeente Veenendaal )
005
Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inleiding
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
19 1560 aug. 12-1583 juli 21
8-11-1574: VERVOLG.
Soe dye goetwillige veengenoten dye tot de Grifte hebben willen contribueren, ende d’selve mit haerluyder veenen gebruycken nyet allen gecontribueert hebben voor een deel van haerluyder beste ende diepste veenen.
Mer hebben gecontribueert voor den geheelen masse van haerluyder veenen, soewel velden, onlanden, sanden berchlanden daer geen ofte seer weynich turven in waren
folio 114v
als andere goede veenen.
Want indyen het anders hadde moegen wesen, soude een yegelijcke nyet dan voor een deel van sijn beste ende diepste veenen hebben willlen contribueren, ende souden consequentelijk die Grifte onvolmaect gebleven hebben.
Want in sulcken gevalle niet mogelick geweest soude hebben die grote ende excessive costen die tot ‘t maecken, repareren ende onderhouden van de Grifte met aencleven van dyen van node sijn geweest te vervallen.
Waeromme dat dye gerequireerden gesustineert hebben ende alsnoch sustineren dat die requiranten in alle gevalle tot ‘t gebruyck van de voorseide Grifte niet toegelaten sullen worden dan mit contribuerende niet alleen voor twyntich off vijftich mergen mer voor die geheele tweehondert mergen off soeveel min off meer als men bevynden sal mogen die masse van haerluyder velden ende veenen groot te wesen ende in den hoeffslach te leggen.
Ende dit al in sulcker forme ende maniere als andere veengenoten gedaen hebben.
folio 115
Ende gelijck oeck veel anderen die bynnen vijff off zes jaren van uwe Majesteyt octroye verworven hebben om totter gebruycke van den Grifte toegelaten te worden, ‘t dubbel van alle voorgaende contributiën hebben moeten betalen soewel voor haerluyder velden, onlanden, berchlanden totten veenen behorende, als voor ‘t beste van haerluyder veenen.
Soe dye goetwillige veengenoten dye tot de Grifte hebben willen contribueren, ende d’selve mit haerluyder veenen gebruycken nyet allen gecontribueert hebben voor een deel van haerluyder beste ende diepste veenen.
Mer hebben gecontribueert voor den geheelen masse van haerluyder veenen, soewel velden, onlanden, sanden berchlanden daer geen ofte seer weynich turven in waren
folio 114v
als andere goede veenen.
Want indyen het anders hadde moegen wesen, soude een yegelijcke nyet dan voor een deel van sijn beste ende diepste veenen hebben willlen contribueren, ende souden consequentelijk die Grifte onvolmaect gebleven hebben.
Want in sulcken gevalle niet mogelick geweest soude hebben die grote ende excessive costen die tot ‘t maecken, repareren ende onderhouden van de Grifte met aencleven van dyen van node sijn geweest te vervallen.
Waeromme dat dye gerequireerden gesustineert hebben ende alsnoch sustineren dat die requiranten in alle gevalle tot ‘t gebruyck van de voorseide Grifte niet toegelaten sullen worden dan mit contribuerende niet alleen voor twyntich off vijftich mergen mer voor die geheele tweehondert mergen off soeveel min off meer als men bevynden sal mogen die masse van haerluyder velden ende veenen groot te wesen ende in den hoeffslach te leggen.
Ende dit al in sulcker forme ende maniere als andere veengenoten gedaen hebben.
folio 115
Ende gelijck oeck veel anderen die bynnen vijff off zes jaren van uwe Majesteyt octroye verworven hebben om totter gebruycke van den Grifte toegelaten te worden, ‘t dubbel van alle voorgaende contributiën hebben moeten betalen soewel voor haerluyder velden, onlanden, berchlanden totten veenen behorende, als voor ‘t beste van haerluyder veenen.
005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16-41 Veenregisters, 1546-1854
19 1560 aug. 12-1583 juli 21
8-11-1574: VERVOLG.
Soe dye goetwillige veengenoten dye tot de Grifte hebben willen contribueren, ende d’selve mit haerluyder veenen gebruycken nyet allen gecontribueert hebben voor een deel van haerluyder beste ende diepste veenen.
Mer hebben gecontribueert voor den geheelen masse van haerluyder veenen, soewel velden, onlanden, sanden berchlanden daer geen ofte seer weynich turven in waren
folio 114v
als andere goede veenen.
Want indyen het anders hadde moegen wesen, soude een yegelijcke nyet dan voor een deel van sijn beste ende diepste veenen hebben willlen contribueren, ende souden consequentelijk die Grifte onvolmaect gebleven hebben.
Want in sulcken gevalle niet mogelick geweest soude hebben die grote ende excessive costen die tot ‘t maecken, repareren ende onderhouden van de Grifte met aencleven van dyen van node sijn geweest te vervallen.
Waeromme dat dye gerequireerden gesustineert hebben ende alsnoch sustineren dat die requiranten in alle gevalle tot ‘t gebruyck van de voorseide Grifte niet toegelaten sullen worden dan mit contribuerende niet alleen voor twyntich off vijftich mergen mer voor die geheele tweehondert mergen off soeveel min off meer als men bevynden sal mogen die masse van haerluyder velden ende veenen groot te wesen ende in den hoeffslach te leggen.
Ende dit al in sulcker forme ende maniere als andere veengenoten gedaen hebben.
folio 115
Ende gelijck oeck veel anderen die bynnen vijff off zes jaren van uwe Majesteyt octroye verworven hebben om totter gebruycke van den Grifte toegelaten te worden, ‘t dubbel van alle voorgaende contributiën hebben moeten betalen soewel voor haerluyder velden, onlanden, berchlanden totten veenen behorende, als voor ‘t beste van haerluyder veenen.
Soe dye goetwillige veengenoten dye tot de Grifte hebben willen contribueren, ende d’selve mit haerluyder veenen gebruycken nyet allen gecontribueert hebben voor een deel van haerluyder beste ende diepste veenen.
Mer hebben gecontribueert voor den geheelen masse van haerluyder veenen, soewel velden, onlanden, sanden berchlanden daer geen ofte seer weynich turven in waren
folio 114v
als andere goede veenen.
Want indyen het anders hadde moegen wesen, soude een yegelijcke nyet dan voor een deel van sijn beste ende diepste veenen hebben willlen contribueren, ende souden consequentelijk die Grifte onvolmaect gebleven hebben.
Want in sulcken gevalle niet mogelick geweest soude hebben die grote ende excessive costen die tot ‘t maecken, repareren ende onderhouden van de Grifte met aencleven van dyen van node sijn geweest te vervallen.
Waeromme dat dye gerequireerden gesustineert hebben ende alsnoch sustineren dat die requiranten in alle gevalle tot ‘t gebruyck van de voorseide Grifte niet toegelaten sullen worden dan mit contribuerende niet alleen voor twyntich off vijftich mergen mer voor die geheele tweehondert mergen off soeveel min off meer als men bevynden sal mogen die masse van haerluyder velden ende veenen groot te wesen ende in den hoeffslach te leggen.
Ende dit al in sulcker forme ende maniere als andere veengenoten gedaen hebben.
folio 115
Ende gelijck oeck veel anderen die bynnen vijff off zes jaren van uwe Majesteyt octroye verworven hebben om totter gebruycke van den Grifte toegelaten te worden, ‘t dubbel van alle voorgaende contributiën hebben moeten betalen soewel voor haerluyder velden, onlanden, berchlanden totten veenen behorende, als voor ‘t beste van haerluyder veenen.
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1526) 1545-1948
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden