005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen ( Gemeente Veenendaal )
005
Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inleiding
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
19 1560 aug. 12-1583 juli 21
12-8-1573: VERVOLG.
folio 100
genouch mede en brengt waeraen men zal excuteren. Off nyet van node wesen en zal van Coninklijcke Majesteyt te vercrijgen octroye daerbij die Majesteyt verclaert d’selve veenen geypothequeert te zijn voor de uuytsettinge ende dattet zijn overa realia dye voor alle schulden geprefereert behoren te wordden.
Is geresolveert dat men dese octroye ofte provisie van de Majesteyt als in den text voerderen zal.
Off die kerckmeesters in Venendael enige penningen te doen hadden tot notelijcke zaecken van der veenkercke, hoe dye veenraden ofte camerair daerinne doen zullen ende oock van de XXIIII gulden dye men jaerlicx den coster van Veenendael ministreert, off dye dit aenstaende jare bij den cameraer oft kerckmeesters inder tijt den coster oock gegeven zullen worden.
Dye camerair sal bij advys van de veenraden den kerckmeesters furneren mit
folio 100v
penningen tot notelijcke reparatie ende voer zoe veele aengaet den coster, zoeverre anno LXXIIII die ploeghen graven naer ouder gewoenten zal hem moeten behelpen mit sijn ordonnantie als hij plach te hebben ende bij soeverre die ploegen nyet sunderlings en graven, sullen die kerckmeysters hem voor de XXIIII gulden geven achtenveertich gulden.
Off men die penningen, comende van deghenen die mit nieuwe octroye in de Grifte comen ende betalen moeten allen voorgaende contributiën dubbelt, employeren sal tot dye dagelicxe gemeyne wercken van der Grifte, off dat men die hooftsomme van dyen op renten sal stellen, ende dye jaerlicxe renten alleen employeren tot behoeff der Grifte ende sijnen aencleven.
Is gehouden in state tot den naeste jare alzoe daervan noch zunderling geen penningen inne gecomen en sijn noch apparentelijk inne comen en sullen.
folio 100
genouch mede en brengt waeraen men zal excuteren. Off nyet van node wesen en zal van Coninklijcke Majesteyt te vercrijgen octroye daerbij die Majesteyt verclaert d’selve veenen geypothequeert te zijn voor de uuytsettinge ende dattet zijn overa realia dye voor alle schulden geprefereert behoren te wordden.
Is geresolveert dat men dese octroye ofte provisie van de Majesteyt als in den text voerderen zal.
Off die kerckmeesters in Venendael enige penningen te doen hadden tot notelijcke zaecken van der veenkercke, hoe dye veenraden ofte camerair daerinne doen zullen ende oock van de XXIIII gulden dye men jaerlicx den coster van Veenendael ministreert, off dye dit aenstaende jare bij den cameraer oft kerckmeesters inder tijt den coster oock gegeven zullen worden.
Dye camerair sal bij advys van de veenraden den kerckmeesters furneren mit
folio 100v
penningen tot notelijcke reparatie ende voer zoe veele aengaet den coster, zoeverre anno LXXIIII die ploeghen graven naer ouder gewoenten zal hem moeten behelpen mit sijn ordonnantie als hij plach te hebben ende bij soeverre die ploegen nyet sunderlings en graven, sullen die kerckmeysters hem voor de XXIIII gulden geven achtenveertich gulden.
Off men die penningen, comende van deghenen die mit nieuwe octroye in de Grifte comen ende betalen moeten allen voorgaende contributiën dubbelt, employeren sal tot dye dagelicxe gemeyne wercken van der Grifte, off dat men die hooftsomme van dyen op renten sal stellen, ende dye jaerlicxe renten alleen employeren tot behoeff der Grifte ende sijnen aencleven.
Is gehouden in state tot den naeste jare alzoe daervan noch zunderling geen penningen inne gecomen en sijn noch apparentelijk inne comen en sullen.
005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16-41 Veenregisters, 1546-1854
19 1560 aug. 12-1583 juli 21
12-8-1573: VERVOLG.
folio 100
genouch mede en brengt waeraen men zal excuteren. Off nyet van node wesen en zal van Coninklijcke Majesteyt te vercrijgen octroye daerbij die Majesteyt verclaert d’selve veenen geypothequeert te zijn voor de uuytsettinge ende dattet zijn overa realia dye voor alle schulden geprefereert behoren te wordden.
Is geresolveert dat men dese octroye ofte provisie van de Majesteyt als in den text voerderen zal.
Off die kerckmeesters in Venendael enige penningen te doen hadden tot notelijcke zaecken van der veenkercke, hoe dye veenraden ofte camerair daerinne doen zullen ende oock van de XXIIII gulden dye men jaerlicx den coster van Veenendael ministreert, off dye dit aenstaende jare bij den cameraer oft kerckmeesters inder tijt den coster oock gegeven zullen worden.
Dye camerair sal bij advys van de veenraden den kerckmeesters furneren mit
folio 100v
penningen tot notelijcke reparatie ende voer zoe veele aengaet den coster, zoeverre anno LXXIIII die ploeghen graven naer ouder gewoenten zal hem moeten behelpen mit sijn ordonnantie als hij plach te hebben ende bij soeverre die ploegen nyet sunderlings en graven, sullen die kerckmeysters hem voor de XXIIII gulden geven achtenveertich gulden.
Off men die penningen, comende van deghenen die mit nieuwe octroye in de Grifte comen ende betalen moeten allen voorgaende contributiën dubbelt, employeren sal tot dye dagelicxe gemeyne wercken van der Grifte, off dat men die hooftsomme van dyen op renten sal stellen, ende dye jaerlicxe renten alleen employeren tot behoeff der Grifte ende sijnen aencleven.
Is gehouden in state tot den naeste jare alzoe daervan noch zunderling geen penningen inne gecomen en sijn noch apparentelijk inne comen en sullen.
folio 100
genouch mede en brengt waeraen men zal excuteren. Off nyet van node wesen en zal van Coninklijcke Majesteyt te vercrijgen octroye daerbij die Majesteyt verclaert d’selve veenen geypothequeert te zijn voor de uuytsettinge ende dattet zijn overa realia dye voor alle schulden geprefereert behoren te wordden.
Is geresolveert dat men dese octroye ofte provisie van de Majesteyt als in den text voerderen zal.
Off die kerckmeesters in Venendael enige penningen te doen hadden tot notelijcke zaecken van der veenkercke, hoe dye veenraden ofte camerair daerinne doen zullen ende oock van de XXIIII gulden dye men jaerlicx den coster van Veenendael ministreert, off dye dit aenstaende jare bij den cameraer oft kerckmeesters inder tijt den coster oock gegeven zullen worden.
Dye camerair sal bij advys van de veenraden den kerckmeesters furneren mit
folio 100v
penningen tot notelijcke reparatie ende voer zoe veele aengaet den coster, zoeverre anno LXXIIII die ploeghen graven naer ouder gewoenten zal hem moeten behelpen mit sijn ordonnantie als hij plach te hebben ende bij soeverre die ploegen nyet sunderlings en graven, sullen die kerckmeysters hem voor de XXIIII gulden geven achtenveertich gulden.
Off men die penningen, comende van deghenen die mit nieuwe octroye in de Grifte comen ende betalen moeten allen voorgaende contributiën dubbelt, employeren sal tot dye dagelicxe gemeyne wercken van der Grifte, off dat men die hooftsomme van dyen op renten sal stellen, ende dye jaerlicxe renten alleen employeren tot behoeff der Grifte ende sijnen aencleven.
Is gehouden in state tot den naeste jare alzoe daervan noch zunderling geen penningen inne gecomen en sijn noch apparentelijk inne comen en sullen.
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1526) 1545-1948
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden