005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen ( Gemeente Veenendaal )
005
Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inleiding
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16 1546 apr. 27-1560 aug. 11
24-6-1554: VERVOLG.
folio 308 zie ook folio 346
XXIX
XIIIIItem als yemant in eenige wijcken ofte oyck in die principael Grifte laedende is ende then behoirlicken tijt nyet gereert kan worden mit sijn laste omme uuyt the vaeren zal schuldich sijn die andere offcomende schepen the wijcken, alsoe dat die affcommende geladen schepen bequamelicker voorbij hair moeghen passeeren, want bij faulte ende onwillicheyt van dyen zal die vaertmeyster zulck laeten doen tot coste van den schipper die welcke boven die voornoemde costen noch verbueren zal, III carolusgulden.
XVItem yemant mit zijn gelade schip uuyt die wijck in die Grifte gecommen zijnde, al eer die lege schepen bij ordonne boven die voornoemde wijck gecommen waeren, is gehouden mit zijn schip wederomme in de wijck the schyeten ende aldair the blijven ther tijt toe dat alle de voornoemde schepen gepasseert zullen zijn, op peyne als boven.
XVIItem nyemant zal sijn schip dieper the gronde moeghen laeden dan op die peyle
folio 308v zie ook folio 346v
ofte maten bij den vaertmeyster generalick gegeven ende geordineert, op peyne van XII stuivers.
XVIIItem ende wert evenwel gehouden therstont zijnen last the lichten tot op die behoirlicke peyle ofte mate oft bij faulte van dyen zal die vaertmeyster zulcx laeten doen tot coste van den schippere ofte coopvairder dewelcke dair boven noch verbueren zullen die boete van III carolusgulden.
XVIIIItem wort een yegelick verboden turf the laeden voorder zonnenopganck ende naeder zonnenonderganck buyten 't consent van den eyghenair oft heuren bevelhebberen op te verbuerte van zes carolusgulden ende dair en boven bij den officier aengesproocken the worden nae gelegentheyt van der zaicken.
XIXItem zullen oyck hair schuyten ofte boten achteraen hoiren groten schepen hangende
folio 308 zie ook folio 346
XXIX
XIIIIItem als yemant in eenige wijcken ofte oyck in die principael Grifte laedende is ende then behoirlicken tijt nyet gereert kan worden mit sijn laste omme uuyt the vaeren zal schuldich sijn die andere offcomende schepen the wijcken, alsoe dat die affcommende geladen schepen bequamelicker voorbij hair moeghen passeeren, want bij faulte ende onwillicheyt van dyen zal die vaertmeyster zulck laeten doen tot coste van den schipper die welcke boven die voornoemde costen noch verbueren zal, III carolusgulden.
XVItem yemant mit zijn gelade schip uuyt die wijck in die Grifte gecommen zijnde, al eer die lege schepen bij ordonne boven die voornoemde wijck gecommen waeren, is gehouden mit zijn schip wederomme in de wijck the schyeten ende aldair the blijven ther tijt toe dat alle de voornoemde schepen gepasseert zullen zijn, op peyne als boven.
XVIItem nyemant zal sijn schip dieper the gronde moeghen laeden dan op die peyle
folio 308v zie ook folio 346v
ofte maten bij den vaertmeyster generalick gegeven ende geordineert, op peyne van XII stuivers.
XVIIItem ende wert evenwel gehouden therstont zijnen last the lichten tot op die behoirlicke peyle ofte mate oft bij faulte van dyen zal die vaertmeyster zulcx laeten doen tot coste van den schippere ofte coopvairder dewelcke dair boven noch verbueren zullen die boete van III carolusgulden.
XVIIIItem wort een yegelick verboden turf the laeden voorder zonnenopganck ende naeder zonnenonderganck buyten 't consent van den eyghenair oft heuren bevelhebberen op te verbuerte van zes carolusgulden ende dair en boven bij den officier aengesproocken the worden nae gelegentheyt van der zaicken.
XIXItem zullen oyck hair schuyten ofte boten achteraen hoiren groten schepen hangende
005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16 1546 apr. 27-1560 aug. 11
24-6-1554: VERVOLG.
folio 308 zie ook folio 346
XXIX
XIIIIItem als yemant in eenige wijcken ofte oyck in die principael Grifte laedende is ende then behoirlicken tijt nyet gereert kan worden mit sijn laste omme uuyt the vaeren zal schuldich sijn die andere offcomende schepen the wijcken, alsoe dat die affcommende geladen schepen bequamelicker voorbij hair moeghen passeeren, want bij faulte ende onwillicheyt van dyen zal die vaertmeyster zulck laeten doen tot coste van den schipper die welcke boven die voornoemde costen noch verbueren zal, III carolusgulden.
XVItem yemant mit zijn gelade schip uuyt die wijck in die Grifte gecommen zijnde, al eer die lege schepen bij ordonne boven die voornoemde wijck gecommen waeren, is gehouden mit zijn schip wederomme in de wijck the schyeten ende aldair the blijven ther tijt toe dat alle de voornoemde schepen gepasseert zullen zijn, op peyne als boven.
XVIItem nyemant zal sijn schip dieper the gronde moeghen laeden dan op die peyle
folio 308v zie ook folio 346v
ofte maten bij den vaertmeyster generalick gegeven ende geordineert, op peyne van XII stuivers.
XVIIItem ende wert evenwel gehouden therstont zijnen last the lichten tot op die behoirlicke peyle ofte mate oft bij faulte van dyen zal die vaertmeyster zulcx laeten doen tot coste van den schippere ofte coopvairder dewelcke dair boven noch verbueren zullen die boete van III carolusgulden.
XVIIIItem wort een yegelick verboden turf the laeden voorder zonnenopganck ende naeder zonnenonderganck buyten 't consent van den eyghenair oft heuren bevelhebberen op te verbuerte van zes carolusgulden ende dair en boven bij den officier aengesproocken the worden nae gelegentheyt van der zaicken.
XIXItem zullen oyck hair schuyten ofte boten achteraen hoiren groten schepen hangende
folio 308 zie ook folio 346
XXIX
XIIIIItem als yemant in eenige wijcken ofte oyck in die principael Grifte laedende is ende then behoirlicken tijt nyet gereert kan worden mit sijn laste omme uuyt the vaeren zal schuldich sijn die andere offcomende schepen the wijcken, alsoe dat die affcommende geladen schepen bequamelicker voorbij hair moeghen passeeren, want bij faulte ende onwillicheyt van dyen zal die vaertmeyster zulck laeten doen tot coste van den schipper die welcke boven die voornoemde costen noch verbueren zal, III carolusgulden.
XVItem yemant mit zijn gelade schip uuyt die wijck in die Grifte gecommen zijnde, al eer die lege schepen bij ordonne boven die voornoemde wijck gecommen waeren, is gehouden mit zijn schip wederomme in de wijck the schyeten ende aldair the blijven ther tijt toe dat alle de voornoemde schepen gepasseert zullen zijn, op peyne als boven.
XVIItem nyemant zal sijn schip dieper the gronde moeghen laeden dan op die peyle
folio 308v zie ook folio 346v
ofte maten bij den vaertmeyster generalick gegeven ende geordineert, op peyne van XII stuivers.
XVIIItem ende wert evenwel gehouden therstont zijnen last the lichten tot op die behoirlicke peyle ofte mate oft bij faulte van dyen zal die vaertmeyster zulcx laeten doen tot coste van den schippere ofte coopvairder dewelcke dair boven noch verbueren zullen die boete van III carolusgulden.
XVIIIItem wort een yegelick verboden turf the laeden voorder zonnenopganck ende naeder zonnenonderganck buyten 't consent van den eyghenair oft heuren bevelhebberen op te verbuerte van zes carolusgulden ende dair en boven bij den officier aengesproocken the worden nae gelegentheyt van der zaicken.
XIXItem zullen oyck hair schuyten ofte boten achteraen hoiren groten schepen hangende
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1526) 1545-1948
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden