005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen ( Gemeente Veenendaal )
005
Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inleiding
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16 1546 apr. 27-1560 aug. 11
13-6-1553: Den XIIIen juny is dieselve geformeerde antwoerdt op ten Xen juny geaccordeert weesende noch eens den veengenoten collegialiker daertoe geroupen zijnde voorgelesen, opdat een ygelick daer kennisse off hebben zouden, ende is luydende als hiernae volcht.
Die geërffden in den veenen bij Renen contribuanten tot die Grifte streckende in den Rijn collegialiker geroupen zijnde bij meester Peter de Clercq, rentmeester Keyserlijke Majesteyts in den landen van Utrecht ten versoucke van Melchior Balden als gemachticht, zoe hij seyden ende verthoende van meester Gillebert van Schoenbeecken, raidt Keyserlijke Majesteyts etc. omme volgende zekere missive bij den heeren en meesters van de rekencamer in Hollant aen den voornoemde rentmeester gesonden in date den XVI may lestleeden die geërffden voornoemd gehoert te worden op’t inhouden van zekere requeste bij meester Gilbert van Schoenbeecke voerseid, aen den Keyserlijke Majesteyt onse alre genoemde heeren overgeleyt en gepostilleert bij edele heeren van den finantie Keyserlijke Majesteyts op den XXVIen aprilis anno LIII [1553] lestleeden ende princepalick op deese navolgende articulen bij den rentmeester weder die geërffden voorgehouden.
folio 277
In den iersten wat prouffijt ofte schaden Keyserlijke Majesteyt ofte yemandt anders zouden mogen hebben oft gecrijge indyen Keyserlijke Majesteyt accordeerde Gilbert zijn versouck in den requeste hierbij gevoucht.
Ten tweeden, wat haer dunckt van den charte hierbij gevoucht, te weeten hoe men alre gevouchelicxte zouden mogen brengen de Keyserlijke Majesteyts veenen in den voirseid requeste, gespecificeert in den Renensche vairdt te weeten tot Keyserlijke Majesteyts meesten prouffijt ende minste schaden van yemandts.
Op welcke articulen bedunckt die geërffden voornoemd dat die Keyserlijke Majesteyt onverpachte veenen gelegen in den bedrijve van Renen prouffyteren sullen vermits die continuatie van de Renensche vaerdt ofte Grifte in zijn
Die geërffden in den veenen bij Renen contribuanten tot die Grifte streckende in den Rijn collegialiker geroupen zijnde bij meester Peter de Clercq, rentmeester Keyserlijke Majesteyts in den landen van Utrecht ten versoucke van Melchior Balden als gemachticht, zoe hij seyden ende verthoende van meester Gillebert van Schoenbeecken, raidt Keyserlijke Majesteyts etc. omme volgende zekere missive bij den heeren en meesters van de rekencamer in Hollant aen den voornoemde rentmeester gesonden in date den XVI may lestleeden die geërffden voornoemd gehoert te worden op’t inhouden van zekere requeste bij meester Gilbert van Schoenbeecke voerseid, aen den Keyserlijke Majesteyt onse alre genoemde heeren overgeleyt en gepostilleert bij edele heeren van den finantie Keyserlijke Majesteyts op den XXVIen aprilis anno LIII [1553] lestleeden ende princepalick op deese navolgende articulen bij den rentmeester weder die geërffden voorgehouden.
folio 277
In den iersten wat prouffijt ofte schaden Keyserlijke Majesteyt ofte yemandt anders zouden mogen hebben oft gecrijge indyen Keyserlijke Majesteyt accordeerde Gilbert zijn versouck in den requeste hierbij gevoucht.
Ten tweeden, wat haer dunckt van den charte hierbij gevoucht, te weeten hoe men alre gevouchelicxte zouden mogen brengen de Keyserlijke Majesteyts veenen in den voirseid requeste, gespecificeert in den Renensche vairdt te weeten tot Keyserlijke Majesteyts meesten prouffijt ende minste schaden van yemandts.
Op welcke articulen bedunckt die geërffden voornoemd dat die Keyserlijke Majesteyt onverpachte veenen gelegen in den bedrijve van Renen prouffyteren sullen vermits die continuatie van de Renensche vaerdt ofte Grifte in zijn
005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inventaris
1. Organisatie
1.2. Notulen
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16-41 Veenregisters, 1546-1854
16 1546 apr. 27-1560 aug. 11
13-6-1553: Den XIIIen juny is dieselve geformeerde antwoerdt op ten Xen juny geaccordeert weesende noch eens den veengenoten collegialiker daertoe geroupen zijnde voorgelesen, opdat een ygelick daer kennisse off hebben zouden, ende is luydende als hiernae volcht.
Die geërffden in den veenen bij Renen contribuanten tot die Grifte streckende in den Rijn collegialiker geroupen zijnde bij meester Peter de Clercq, rentmeester Keyserlijke Majesteyts in den landen van Utrecht ten versoucke van Melchior Balden als gemachticht, zoe hij seyden ende verthoende van meester Gillebert van Schoenbeecken, raidt Keyserlijke Majesteyts etc. omme volgende zekere missive bij den heeren en meesters van de rekencamer in Hollant aen den voornoemde rentmeester gesonden in date den XVI may lestleeden die geërffden voornoemd gehoert te worden op’t inhouden van zekere requeste bij meester Gilbert van Schoenbeecke voerseid, aen den Keyserlijke Majesteyt onse alre genoemde heeren overgeleyt en gepostilleert bij edele heeren van den finantie Keyserlijke Majesteyts op den XXVIen aprilis anno LIII [1553] lestleeden ende princepalick op deese navolgende articulen bij den rentmeester weder die geërffden voorgehouden.
folio 277
In den iersten wat prouffijt ofte schaden Keyserlijke Majesteyt ofte yemandt anders zouden mogen hebben oft gecrijge indyen Keyserlijke Majesteyt accordeerde Gilbert zijn versouck in den requeste hierbij gevoucht.
Ten tweeden, wat haer dunckt van den charte hierbij gevoucht, te weeten hoe men alre gevouchelicxte zouden mogen brengen de Keyserlijke Majesteyts veenen in den voirseid requeste, gespecificeert in den Renensche vairdt te weeten tot Keyserlijke Majesteyts meesten prouffijt ende minste schaden van yemandts.
Op welcke articulen bedunckt die geërffden voornoemd dat die Keyserlijke Majesteyt onverpachte veenen gelegen in den bedrijve van Renen prouffyteren sullen vermits die continuatie van de Renensche vaerdt ofte Grifte in zijn
Die geërffden in den veenen bij Renen contribuanten tot die Grifte streckende in den Rijn collegialiker geroupen zijnde bij meester Peter de Clercq, rentmeester Keyserlijke Majesteyts in den landen van Utrecht ten versoucke van Melchior Balden als gemachticht, zoe hij seyden ende verthoende van meester Gillebert van Schoenbeecken, raidt Keyserlijke Majesteyts etc. omme volgende zekere missive bij den heeren en meesters van de rekencamer in Hollant aen den voornoemde rentmeester gesonden in date den XVI may lestleeden die geërffden voornoemd gehoert te worden op’t inhouden van zekere requeste bij meester Gilbert van Schoenbeecke voerseid, aen den Keyserlijke Majesteyt onse alre genoemde heeren overgeleyt en gepostilleert bij edele heeren van den finantie Keyserlijke Majesteyts op den XXVIen aprilis anno LIII [1553] lestleeden ende princepalick op deese navolgende articulen bij den rentmeester weder die geërffden voorgehouden.
folio 277
In den iersten wat prouffijt ofte schaden Keyserlijke Majesteyt ofte yemandt anders zouden mogen hebben oft gecrijge indyen Keyserlijke Majesteyt accordeerde Gilbert zijn versouck in den requeste hierbij gevoucht.
Ten tweeden, wat haer dunckt van den charte hierbij gevoucht, te weeten hoe men alre gevouchelicxte zouden mogen brengen de Keyserlijke Majesteyts veenen in den voirseid requeste, gespecificeert in den Renensche vairdt te weeten tot Keyserlijke Majesteyts meesten prouffijt ende minste schaden van yemandts.
Op welcke articulen bedunckt die geërffden voornoemd dat die Keyserlijke Majesteyt onverpachte veenen gelegen in den bedrijve van Renen prouffyteren sullen vermits die continuatie van de Renensche vaerdt ofte Grifte in zijn
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1526) 1545-1948
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 19-10-2023
3.907 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden