Uw zoekacties: Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen

005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen ( Gemeente Veenendaal )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
4. Financiën
4.2. Financiële bijlagen
682 Verzoekschrift van Elisabeth de Witte, weduwe van ds. Daniël van Hengel, aan het Hof van Utrecht om appoinctement van citatie tegen de Veenraden wegens achterstallige rente van geleend kapitaal; met gunstige beschikking, 1691
005 Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen
Inventaris
4. Financiën
4.2. Financiële bijlagen
682
Verzoekschrift van Elisabeth de Witte, weduwe van ds. Daniël van Hengel, aan het Hof van Utrecht om appoinctement van citatie tegen de Veenraden wegens achterstallige rente van geleend kapitaal; met gunstige beschikking, 1691
Datering:
1691
NB:
Transcriptie door H.J. Postema, 2022.
Omvang:
1 stuk
Oude Orde:
318
Organisatie: Gemeente Veenendaal
26-10-1691: Copia
Aen den edele hove van Utrecht,
Geeft reverentelijck te kennen Elisabeth de Witte, weduwe ende boedelharster wijlen dominus Daniel van den Hengel, in sijn leven bedienaer des Goddelijcken Woorts binnen Utrecht, dat sij suppliante spreeckende heeft ten laste van den veenraden van Veenendael een obligatie van duijsent gulden capitaels gedateert den 31e maij 1670, rentende jegens den penninck vijff ende twintigh, doch bij nader acte van overkompste en beloften van den 11e maij 1674 voor interesse belooft in plaetse van vier percente ses van 't hondert te sullen betalen, dat de suppliante daervan ten achteren sijnde den intresse verscheenen tzedert den 31e maij 1687 tot betalinge van den welcke, alsmede het opbrengen van 't voorschreven capitael, of andersints ten minsten het uijtleveren van nieuw consent van den edel mogende heeren Staten 's landts van Utrecht het continueren van 't selve de suppliante in der minne niet siende te geraecken, was genootsaeckt geworden middel van justitie te gebruijcken, keert haer derhalven tot desen edelen hove, versoec kende uw edel appoinctement van citatie in forma uijt krachte van 't welcke de voornoemde veenraden van Veenendael mogen worden verdachfaert omme te aenhooren soodanigen eijsch, fine ende conclusie, mitsgaders versoeck van provisie, als de suppliante ten dage dienende jegens haerlieden sal willen doen, ende nemen daerop alsmede op 't versoeck van provisie, te antwoorden, procederen ende in der saecke sien ordonneren naer behooren, tenderende mede om als dan mede te kennen ofte ontkennen de voorschreven obligatie van den 31 maij 1670 en naer acte van belofte van den 11e maij 1674 mitsgaders hant en zegel daer onder staende, 't welck doende, etc. ende was ondertekent Henrick Vijandt.
26-10-1691: Wij veenraden van Veenendael doen cont ende verclaren mitsdesen uijt de naem ende vanwegen de samentelijke veenraden soo voor ons als onse nacomelinge, dat wij bekennen ontfangen te hebben uijt handen van ds. Daniel van Hengel, bedienaer des Goddelijcken Woort tot Utrecht, de somme van duijsent Carolus guldens tot 20 stuivers stuck gereeckent spruijtende uijt aengetelde penningen dato deses van hem ontfangen ende verstreckt tot het maecken van de sluijs in de Grebbe belovende daer van aen hem ofte sijnen erven tot Utrecht voor intrest te betalen de somme van veertigh gulden jaerlijcks vrijs gelts sonder eenige kortinge, uijt oirsaeck van belastinge op de renten alrede gestelt ofte noch te stellen ende sal het wedersijts vrij staen het capitael op te eiijschen ofte aff te lossen op yder jaerlijckse verschijndagh, mitsgaders malcanderen drie maenden te vooren waerschouwende, verbindende tot voldoeninge ende betalinge van het voorschreven capitael met de renten alle de landen onder Veenendael behoorende ende dat uijt crachte ende in gevolge van den authorisatie van den heeren ordinaris gedeputeerden van den edel mogende heeren Staten 's lans van Utrecht in dato den 21 maij 1670 waervan de copie in dorso deses staet geteijckent. Oirconde der waerheijt is dese met ons cacchet bevestigt ende bij onsen secretaris doen schrijven ende in name van den veenraden onderteijckent den 31 maij 1670 ende was ondertekent J. Boumeester, secretaris, hebbende hier onder opgedruckt het cacchet van den voornoemden heemraden in rooden lacke.

Kenmerken