807.2 behoeve van het collegie van de heeren veenraden in Veenendaal, omme hetzelve te houden en te gebruijken tot een erfpachtgoed van de Domainen 's lands van Utrecht, en dat in dier voegen ende manieren als Jannigje van Rheenen hetzelve gehad en gebruikt heeft en men diergelijke erfpachtgoed te houden en te gebruiken schuldig is, beheltelijk de Domainen haren jaarlijksen erfpacht tot zeven stuivers acht penningen te betalen jaarlijks op Martini ofte zes weeken daarna op poene van een dubbelden canon telken rijze te verbeuren ende voords dezelve Domainen ende een ieder zijn goed recht. Alles zonder arch of list. Hier waren over en aan doen dit geschiede Hendrik van Dam en Luit van der Pauw, notarissen 's Hoofs van Utrecht, erfpachtgenooten, hier toe verzogt. Des te oirconden hebben wij Gijsbert Jan van Hardenbroek, heer van Lochorst en Bergestein, etc., als raad en rentmeester, hof- en tinsmeester generaal van de Domainen 's lands van Utrecht dezen ondertekend en met ons zegel onder uithangende bevestigd int jaar ons Heeren eenduizend zevenhonderd twee en tahctig op den twaalfden april.