Voor Adam Quirinarius voogd en schepenen van Sittard verklaart Wernher Greffen, halfwin 'in der Wasserschleiden', dat hij voor zichzelf en voor zijn erfgenamen van Johannen Salden een bedrag van 364 Albertiner rijksdaalder en 16 Spaanse Pistoletten heeft geleend tegen een jaarlijkse rente van 22 Albertiner rijsdaalder en 3 oort en een dubbele Spaanse Pistolet, te betalen jaarlijks op 14 juni in een huis dat Salden, zijn erfgenamen of degene die dit charter in bezit heeft zullen aanwijzen, waarbij Greffen tot onderpand stelt: vijf akkers te Munstergeleen gelegen 'achter die Meishage', 'auff die Putzer grab', 'achter Winterachen' en 'zwischen Munsterglehen und Leienbrock', een stuk land 'an die viehe weide' te Munstergeleen, twee weilanden te Munstergeleen 'in die Schledder stras' en 'auff die gemeinen dorffs stras' en de korenmolen ('korn mullen') te Munstergeleen. Met dorsale aantekeningen.