Uw zoekacties: Archiefcollectie

Archiefcollectie ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )

De historische collectie van Nationale-Nederlanden bevat de archieven van diverse rechtsvoorgangers en wordt beheerd door de afdeling Bedrijfshistorie NN.

 
 
De jaarverslagen, tijdschriften en circulaires zijn inmiddels gedigitaliseerd en beschikbaar voor onderzoek. In deze collectie treft u de voorgangers van NN waaronder De Nederlanden van 1845, Nationale Levensverzekering-Bank, Eerste Rotterdamsche, Haagsche van 1805, Fatum, Nationale-Nederlanden, Vesta, Victoria, Victoria-Vesta, De Zeven Provinciën, RVS, Amfas, Hollandsche Societeit, Amstleven, Nederlandsche Lloyd, Arnhemsche Verzekeringsmaatschappij, OHRA en Delta Lloyd.

 

beacon
285  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
De Spiegel, Amstleven, 1959-0607-01; p. 4
Titel:
De Spiegel, Amstleven
Archiefvormers:
Amstleven
Datum:
1959-0607-01
Jaar:
1959
Pagina:
4
HA AMSRA/fN J J I-mZi hi I T~ r tt' / MÓ 1 ! njW'|tjttn®| : Eindelijk is het dan weer zo ver. 1 De jaarlijkse volksverhuizing is losgebroken. De elf en een halve maand lang opgekropte ontevre-denheid ( ontevredenheid ) met het lot zoekt een uitweg. Polderbewoners gaan naar de bergen. Bergbewoners gaan naar zee. Zeelieden ma-ken ( maken ) een woestijntripje. Iedereen tracht iets anders te doen dan anders. Maar, och arme, iedereen neemt zichzelf mee op reis, en thuisgeko-men ( thuisgekomen ) luidt de conclusie: er wordt overal brood gebakken, en de benzine was duur. Kijk, daar komen ze, de vakantiegenieters. Bij grote drommen ronken ze langs de wegen, een ieder zijn voorgan-ger ( voorganger ) achterna. Wanneer iemand stopt, doet onmiddellijk de file achter hem hetzelfde, en als sprinkhanen bezetten ze de kleine strook groen tussen de beide snelwegen. Heerlijk genieten ze van de natuur en de benzinedamp. Anderen doen het luxueuzer. Ze rijden zolang door, tot ze iemand een restaurant zien ingaan, en volgen onvoorwaar-delijk. ( onvoorwaardelijk. ) Er is mij verteld (maar ik sta niet voor de waarheid in), dat grote hotels en restaurants langs de grote verkeers-wegen ( verkeerswegen ) lieden in dienst hebben, die niets anders te doen hebben dan zich aan het hoofd van een file weggebruikers te plaatsen om dan te stoppen bij het desbetreffende eta-blissement. ( etablissement. ) Het schijnt voortreffelijk te werken. Hote-liers ( Hoteliers ) moeten ook leven, nietwaar? En door hun onopval-lende ( onopvallende ) service geven zij U de indruk, dat U uitsluitend doet waar U zelf zin in hebt. Daar gaat het tenslotte ook om. Ik wens U een mooie vakantie. Simon Pion
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Fata, Fatum, 1960-10-26; p. 2
Titel:
Fata, Fatum
Archiefvormers:
Fatum
Datum:
1960-10-26
Jaar:
1960
Pagina:
2
a. Niemand heeft schuld. Er overmacht. In dit geval zal schade moeten betalen. Wij denken hier o.a. aan de mogelijkheid dat een automobilist door het weigeren van zijn remmen bij een kruispunt een file stilstaande auto’s op elkaar drukt. Het moet dan zo zijn dat het weigeren van de remmen de automobilist niet kan worden toegerekend. Dit kan b.v. het geval zijn wanneer de remmen van een vrijwel nieuwe auto zouden weigeren. b. Een der bij een kettingbotsing betrokkenen heeft schuld. De anderen niet. Nemen wij het onder a. genoemde voorbeeld en veranderen wij de omstandigheden zodanig dat niet de remmen weigeren, doch de automobilist slipt door te snel rijden, waardoor de stilstaande auto’s op elkaar schuiven. In dit geval kan de automobilist zich dus niet beroepen op overmacht en zal hij alle schade moeten betalen. Deze schade komt dan ten laste van zijn W.A.- verzekering, doch met zijn eigen casco-schade blijft hij zitten als hij geen All-Risks-verzekering heeft. Moeilijker wordt het wanneer c. meer dan één bij een kettingbotsing betrokke-nen ( betrokkenen ) schuld hebben. Nemen wij als voorbeeld dat een automobilist door onoplettendheid op zijn voorganger rijdt. Een daarachterrijdende tweede automobilist overkomt hetzelfde en een derde eveneens. Schuldigen zijn dus hier drie automobilisten. De assuradeuren zullen nu met behulp van ex-perts ( experts ) moeten gaan uitzoeken welke schade iedere automobilist heeft veroorzaakt. In vele gevallen zal men niet de meest simpele methode kunnen toepassen door iedere automobi-list ( automobilist ) (c.q. diens assuradeur) de schade te doen be-talen ( betalen ) die hij aan zijn onmiddellijke voorganger heeft berokkend, daar b.v. de schade aan de eer-ste ( eerste ) auto niet alleen veroorzaakt behoeft te zijn door de tweede auto, omdat deze auto na de eer-ste ( eerste ) botsing nog tweemaal is opgeduwd door de achteropkomers. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Contact, Vesta, 1960-12-01; p. 6
Titel:
Contact, Vesta
Archiefvormers:
Vesta
Datum:
1960-12-01
Jaar:
1960
Pagina:
6
Is onderdeel van:
wintergevaren Het „weer” is een mooie uitvinding, want het geeft ons tenminste de zekerheid altijd iets achter de hand te hebben om over te praten zodra alle andere gespreksbronnen zijn opge-droogd. ( opgedroogd. ) Nu hebben wij — als het om „opdrogen” gaat — in het Nederlandse „weer” zeker niets te duchten. Het is dit weinig opwekkende ge-geven, ( gegeven, ) dat ons van nature geneigd maakt in alles wat we doen en niet doen het weer te verdisconteren. In onze dagindeling, in onze linnenkast, in onze vakantieplannen, in onze verzekeringspolis en ga-maar-door. Overal spreekt „het weer” een woordje mee. Wij laten ons door dat weer niet gauw uit het veld slaan. „Weer of géén weer” is een goed Nederlands gezegde, dat van onze stoerheid getuigt. We houden daarbij met „géén weer” allemaal rekening, al was het alleen maar om-dat ( omdat ) „géén weer” óók weer is, namelijk honden-weer. ( hondenweer. ) Plensbuien. Sneewstormen, Hagelbuien. Mistbanken. Ook in het verkeer speelt „géén weer” een grote rol. JUIST in het verkeer moet de baro-meterstand ( barometerstand ) ons ter harte gaan. In 1959 was in West-Duitsland bij 4% van de verkeers-ongevallen ( verkeersongevallen ) met lichamelijk letsel regen, sneeuw of ijzel de enige en directe aanleiding tot het ongeluk. Dat is niet veel, zult u misschien zeggen. Maar het is 4% te veel wanneer men zich realiseert dat deze ongelukken door extra voorzichtigheid voorkomen hadden kunnen worden. Slecht weer vraagt op de weg extra voorzich-tigheid. ( voorzichtigheid. ) Wie in ons kikkerland „slecht weer” zegt, zegt „regen”. Welnu, toon op de weg óók bij regen, dat u uw rijstijl in de hand hebt en van minuut tot minuut kunt aanpassen aan de „wisselende bewolking”: — Het zicht wordt slechter, de remweg lan-ger. ( langer. ) Houdt daarom nóg meer afstand wan-neer ( wanneer ) u in een file rijdt. — Met natte bladeren en van regen spiege-
Gevonden alinea's: 1