Uw zoekacties: Het Kompas, Nationale, 1931-05-15; p. 7

Het Kompas, Nationale, 1931 ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Het Kompas, Nationale, 1931-05-15; p. 7
Titel:
Het Kompas, Nationale
Jaargang:
10
Archiefvormers:
Nationale Levensverzekering-Bank
Datum:
1931-05-15
Aflevering:
5
Jaar:
1931
Pagina:
7
4
5
Tellen wij ook mee de rentelooze bezittingen, als kas, saldi agenten enz., dan is de gemiddelde rente van alle bezittingen in 1930 geweest 5,22 % (tegen 5,21 % in 1929). Hierbij vermelden wij, dat van de wiskundige reserve is berekend: ƒ90.614.866,93 naar een rentevoet van 4 % »21.328.359,— » » » » 3}% » 5.088.372,93 » » » » 3 %
BELEGGINGSPOLITIEK.
Als hoofdbeginsel stellen wij voorop, dat de beleggingen in dezelfde muntwaarden dienen te geschieden, waarin de verplichtingen luiden. Het volgende staatje laat zien, in hoeverre wij dit principe doorgevoerd hebben:
Verplichting ult°. Dec. 1930
Belegging ult°. Dec. 1930
V erschil
In Ned. en Ind. guldens » Amerik. dollars .... » Engelsche ponden. . . » Zwitsersche francs. . . » Belgische francs. . . . -> Fransche francs .... » Deensche kronen . . . » Zweedsche kronen. . . » Noorsche kronen . . . » Duitsche marken . . . » Finsche marken .... ■» Canadeesche dollars. .
ƒ i 18.590.669,— » 861.818,03 8 332.495,41 » 64.040,51 » 9-965,— » 15.220,61 8 5-795,— 8 52 7,— » 848,— 8 653,—
ƒ I 20.801.5 14,27 » 7.634.944,84 » 2.906.552,54 » 879.633,70 » 459.312,11 » 400.963,56 » 40.759,36 » 156.652,30 » 39.025,92 » 432.023,66 8 6.975,— » 122.500,—
+ ƒ 2.210.845,27 + » 6.773.1 26,81 + 8 2.574.057,13 + s 815.593,19 + » 449.347,11 + 8 385-742,95 + » 34.964,36 + » 156.125,30 F » 38.177,92 + » 431.370,66 + 8 6.975,— + » 122.500,—
ƒ 119.882.03 I 56
ƒ 133.880.857,26
+ ƒ 13-998.825,70
De bedragen in de kolom „verschil” geven de overdekking in iedere muntsoort
aan en het totaal bedrag dier kolom wordt gevormd door: Gestort kapitaal ƒ 518.000,-— Extra-reserve » 1.250.000,— Reserve geldbelegging » 2.990.825,70 Reserve voor eventueele rente-daling » 5.990.000,— Reserve voor eventueele ondersterfte bij toekomstige rentetrekkers. . . » 3.250.000,— Totaal ƒ13.998.825,70
Een tweede beginsel, waardoor wij ons bij het beleggen van gelden laten leiden, is dat der risico-verdeeling. Het totaal-bezit der Nationale is over 7 groepen verdeeld: 1. eerste hypotheken 50,67 %, tegen 52,32 % in 1929 2. effecten 22,82 %, » 20,26 % » » 3. leeningen met openbare lichamen 10,11 %, » 11,33 % » »
°/ /o
het
zal
in sterke
in » »
tegen » »
1929 » »
945 2,88 1,2 i 2,55 verkeert,
0/ 9,33 /o, 2,96 °/o , 1,12 % , 2,99 % ,
4. leeningen aan polishouders 5. onroerende goederen 6. belangen bij zuster- en dochterondernemingen 7. diversen (kas, saldi bij agenten etc.) Van de positie, waarin een levensverzekering-maatschappij
afhangen, welke verhouding er tusschen de bovenstaande groepen moet zijn. Indien, zooals bij de Nationale het geval is, de jaarlijksche inkomsten mate de jaarlijksche uitgaven overtreffen en de omstandigheden wijzen op een besten-diging ( bestendiging ) van dien toestand, is voor een groot deel der te beleggen gelden belegging
op langen termijn wenschelijk. Eenige opmerkingen over enkele dezer groepen mogen hier volgen: ad i. Uitsluitend eerste hypotheken komen in aanmerking en alle onderpanden zijn hier te lande gelegen. Om cumulatie van risico tegen te gaan, dragen wij er zorg voor, dat de verbonden onderpanden in verschillende deelen des lands gelegen zijn.
(Zie Staat L 8«). Aan de keuze van taxateurs besteden wij groote zorg. Zij bepalen met alleen de waarde der onderpanden, maar geven ook aan, voor elk geval afzonderlijk, welk bedrag veilig ter leen kan worden verstrekt en welke periodieke aflossing moet worden bedongen. Slechts in voor de Bank günstigen zin wordt van deze adviezen afgeweken. In 1930 moesten wij twaalf malen tot executie overgaan. De resultaten daarvan zijn aangegeven in Staat L Se. In alle twaalf gevallen was onze vordering aan hoofdsom en rente volledig gedekt. ad. 2. Ons effectenbezit bestaat uit obligaties en aandeelen; naar een groote ver ¬
scheidenheid van fondsen is gestreefd. Waar de beleggingen in alle andere hierboven vermelde groepen bijna alle bmnen- landsche beleggingen zijn, hebben wij bij de effecten in ruime mate aandacht geschonken aan buitenlandsche fondsen. Waar voorts obligaties in karakter overeenstemmen met de beleggingen der groepen 1, 3, 4 en 7 is bij de effecten een plaats ingeruimd voor aandeelen. Deze vormen thans 20,99 % van ons effectenbezit, doch slechts 4,79 % van ons geheele
vermogen. ad 4. Bij deze belegging loopt de Bank volstrekt geen risico, daar nimmer meer dan de afkoopwaarde wordt ter leen verstrekt. ad 5. Naast ons hoofdkantoor, onze bijkantoren en eenige andere gebouwde eigendommen, bezitten wij eenige hofsteden met landerijen. (Zie Staat L 7).
WAARDEERING DER BELEGGINGEN. I. Voor de waardeering van ons effectenbezit hebben wij ons steeds gehouden aan het beurskoers-systeem.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer