Uw zoekacties: De Brug, Arnhemsche, 1954-08-01; p. 5

De Brug, Arnhemsche, 1954 ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
De Brug, Arnhemsche, 1954-08-01; p. 5
Titel:
De Brug, Arnhemsche
Archiefvormers:
Arnhemsche Verzekeringsmaatschappij
Datum:
1954-08-01
Jaar:
1954
Pagina:
5
8
9
H Weidemolentje, watermolentje. Dit type heeft zich ontwikkeld uit J. I Poldermoilen, boven- en binnen- kruier, komt voor in N.-Holland; bezit hij een staart, dan vindt men hem in Z.-Holland. Met dit soort molens zijn in de 16e, 17e en 18e eeuw grote polders drooggelegd. Mede door deze droogleggingen kreeg ons land een grote naam op waterstaatkundig, gebied. J Wipwatermolen, oudste type wa-termolen ( watermolen ) in ons land (begin 15e eeuw), dat zich uit de koren- standerdmolen ontwikkeld heeft (A). Het molenhuis is belangrijk kleiner en draait om een koker. Hierdoor gaat de as, welke het scheprad of de vijzel in beweging brengt. Dit type is ook in gebruik als korenmolen. K Paltrokmolen, kwam vroeger veel in de Zaanstreek voor (thans nog twee over). Deze molen heeft zich eveneens ontwikkeld uit A. Het zijn die oudste houtzaagmolens (einde 16e eeuw) in ons land. Zij liggen op een eilandje, daar het hout (boomstammen) door het water vervoerd werd. In een der vleugels ziet men nog juist een hijskraantje, dat de bomen van uit het water in de zaagsleden bracht. L Zaanse industrei-molen, boven-kruier ( bovenkruier ) met stelling. In deze molens werd van alles gedaan: papier ge-maakt, ( gemaakt, ) rijst gepeld, hout gezaagd, verf en olie bereid enz. enz. Elke molen bezat al naar het be
drijf de vereiste aangebouwde ruim-ten ( ruimten ) met mechanielk. Van de ± 900 molens in 1800 zijn er nu nog 14 in de Zaan over. Wat moet het vroe-ger ( vroeger ) een mooi gezicht geweest zijn, wanneer al die molens draaiden. Een bekend liedje herinnert er nog aan: „En we gaan met z’n allen naar de Zaan, waar de wieken van de molens lustig gaan!” In verband met de olie-molens is het navolgende nog merkwaardig: molens zijn zeer brandbaar, oliemo-lens ( oliemolens ) in dubbele mate. Om zich te vrij-waren ( vrijwaren ) tegen brandschade hadden ± 100 olie-molenaars zich in 1723 ver-enigd ( verenigd ) in een onderlinge brandverze- keringmaatschappij! Dit „olieölagers- contract” werd in 1912 opgeheven. De molengebruiken behoren tot de merkwaardigste folkloristische gebrui-ken ( gebruiken ) in ons land. Door een bepaalde wiekenstand geeft men geboorte of sterfgeval aan en boodschappen of mededelingen door. Vooral de bruic^ tooi (zie molen L) is bekend gew^B den. Met het zgn. mooimakersgoeu (kransen, harten, engelen, ballen, slingers enz) tuigde men de wieken op. Op de bovenste wieken plaatste men dan vlaggen. Deze gebruiken ko-men ( komen ) nog maar zelden voor. HANS VAN BEELEN. Literatuur: Hollands Molenboek door C. Vis-ser ( Visser ) en J. Pieterse. Windmolens door K. Boonenburg. Kent gij onze molens? Molenten-toonstelling, ( Molententoonstelling, ) Leiden, 1946. Tekeningen door Job van Laar.
Beste Frits,
Hoe ben jij deze zomer doorge-bibberd? ( doorgebibberd? ) Gelukkig hebben wij, als Amsterdammers die toch regelmatig aan het strand komen, als vacantie- oord de Veluwe gekozen. Minder zon en méér wind hindert daar niet zo erg. Ik beklaag die arme mensen die de blanke top der duinen hebben op-gezocht... ( opgezocht... ) Uit jouw vorige brief blijkt dat jij, als inspecteur, ook goed bekend bent met het financieren van bromfietsen en zo. Hoe zit dat? Heb jij daar óók bemoeiingen mee? Daar wil ik wel
eens wat van weten. Want, zoals jij mij geschreven hebt, er komen inder-daad ( inderdaad ) vele verzekeringen via de finan-ciering ( financiering ) van bromfietsen tot stand. En
om je de waarheid te zeggen zoek ik c^itacten en manieren om via zo’n ^^ncieringsregeling aan een behoor- djke productie op dat terrein te ko-men. ( komen. ) Eventueel ben ik bereid (als jij mij tenminste kunt inlichten en... kunt helpen!) bij jullie die bromfiets-posten ( bromfietsposten ) onder te brengen. Nou, dat vindt je toch een groots en nobel ge-baar ( gebaar ) van mij, is ’t niet?
Door middel van de corresponden-tie ( correspondentie ) die wij zo af en toe met elkaar voeren wisselen wij nieuwtjes met elkaar uit. Wat vind je van de wed-strijden ( wedstrijden ) om het wereld-kampioenschap voetballen? ja, dat heeft óók met ons assurantievak te maken. Trouwens,
wat heeft met ons vak niet te maken? Gaat het in de wereld goed, dan gaat het ons ook goed. Gaat het beroerd, hebben de mensen geen centen, dan merken wij arme assurantie-sloebers dat ook onmiddellijk, zowel in de pro-ductie ( productie ) als in de portemonnaie. Maar, ik was bezig aan de wereld- titel-voetballen. Dat heeft tot gevolg gehad dat half Nederland aan de te-levisie ( televisie ) heeft gezeten. Op zichzelf een dood-onschuldige en aangename be-zigheid. ( bezigheid. ) Doch ziet! Al die mensen hebben de aangename kant ontdekt van de televisie. Je kunt zien en horen over de gehele wereld, terwijl je rus-tig ( rustig ) op je stoel kunt blijven zitten. Dat heeft vele mensen er toe ge-bracht ( gebracht ) zo’n kijkding aan te schaffen. En in dit stadium merk je het als assurantie-mens. Men vraagt allereerst of zo’n ap-paraat, ( apparaat, ) genaamd televisietoestel, on-der ( onder ) een normale brand-, of brand in- braakverzekering valt. Ik bedoel een verzekering van een inboedel. Wat is jouw mening hier over? Verder kan je van zo’n gesprek zo heerlijk gebruik maken een praatje te maken over hét verzekerd bedrag. Die bedragen zijn, althans naar mijn persoonlijke smaak, nog heel dikwijls te laag. Hoewel je van huis-uit „brandman” bent, kan ik jou toch wel wat vragen
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer