Bladgoud, Delta Lloyd, 2002 ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )
beacon
1  records
 
 
 
 
NN_bladgoud_dl_2002 Bladgoud, Delta Lloyd, 2002
Erfgoedstuk
Pagina
Bladgoud, Delta Lloyd, 2002-01-01; p. 13
Titel:
Bladgoud, Delta Lloyd
Archiefvormers:
Delta Lloyd
Datum:
2002-01-01
Jaar:
2002
Pagina:
13
Is onderdeel van:
Dit kan echt niet - Top 5 1. Blote buik 2. Korte broeken 3. Witte sportsokken 4. Vieze kleding 5. Te diepe decolletés
‘Foute kleding’ bij DL 1. Verkeerde das 2. Te saai, te kort, te strak 3. Kleding van slechte kwaliteit 4. Ongestreken kleding 5. Verkeerde maat
Hoe moet het dan wel? Sommigen dragen bedrijfskleding (receptie), maar verder is er niet echt sprake van een formele kledingcode. Wat je draagt, lijkt vooral afhankelijk van de functie. Degenen met klant-contacten ( klantcontacten ) of een ontvangstfunctie (denk aan secretariaat) kleden zich over het algemeen wat formeler, representatiever. Ofwel: een goed zit-tend ( zittend ) pak met bijpassende schoenen en das voor de heren en een nette broek of (lange) rok met blouse en eventueel colbertje voor de dames. Voor de meer administratieve, interne functies zijn das en colbert of mantel-pakje ( mantelpakje ) geen vereiste, antwoorden des-gevraagd ( desgevraagd ) enkele medewerkers. Maar een spijkerboek met slobbertrui is het andere uiterste. ‘Het moet er niet uit-zien ( uitzien ) alsof mensen in de tuin gaan werken’, stelt een medewerker.
Bedrijfskleding ‘Makkelijk, ik hoef ’s ochtends niet na te denken over wat ik moet aantrek-ken.’ ( aantrekken.’ ) ’Het ziet er voor de klant professio-neel ( professioneel ) en gekleed uit.’ Desgevraagd sommen de medewerkers van de receptie de voordelen van bedrijfskle ¬
ding op. Een enkeling vindt het wél een beetje saai, iedere dag hetzelfde, en zou een beetje variatie wel op prijs stellen. Maar het algemene oordeel is positief.
Winkeltips Esprit WE Bijenkorf Tip de Bruin Society Shop Claudia Sträter H&M Cinderella (schoenen) Manfield (schoenen) Possen.com Zara Mango Modehuis Pauw
Wat zegt de deskundige? Styliste Sabine Moojen: ‘Je kunt niet altijd je vrijetijdskleding aan... tenslot-te ( tenslotte ) ga je naar je werk en daar vertegen
woordig je een bepaald aspect van het bedrijf. In deze modereportage heb ik gezocht naar manieren om je goed te kleden zonder je eigen identiteit te verliezen. Het geheim schuilt in slim-me ( slimme ) stoffencombinaties, kleurgebruik en extra accessoires. Zo kun je een spijkerbroek upgraden door een glan-zende ( glanzende ) en dus chiquere denimstof te gebruiken. Een kostuum van een stoe-re ( stoere ) stof oogt minder formeel en minder standaard. Dat geldt ook voor onge-bruikelijke ( ongebruikelijke ) kleuren. En met accessoi-res ( accessoires ) als een sjaaltje of een corsage kun je een casual truitje “opwaarderen”. Het gaat erom de juiste balans te vin-den ( vinden ) tussen wat algemeen gangbaar is en je eigen smaak Want kleding moet wel bij je passen.’
Meer weten? Lezen ‘Vrouw in stijl’ van Babette Klecker Internet www.intermediair.nl Persoonlijk advies B-Kwadraat Image Consulting te Haarlem
PI
Bedrijfskleding is verplicht bij de klantenbalie van Delta Lloyd Zorg
TESTJE HOE COLLEGIAAL BEN IK?
Teamspirit is een van de kernwaar-den ( kernwaarden ) van Delta Lloyd. Goed kunnen samenwerken met andere teamleden is daarbij essentieel. Hoe collegiaal ben je? Doe de collegialiteitstest! 1. Een collega vertelt mij in vertrou-wen ( vertrouwen ) dat hij naast de baan bij Delta Lloyd een baantje in het weekend heeft. Op maandag is die collega er vaak niet of meldt zich ziek. Ik heb het vermoeden dat deze twee zaken met elkaar samenhangen. Wat doe ik? A. Ik meld dit bij mijn leidinggevende B. Ik bespreek dit met mijn collega C. Ik vang al het werk voor mijn collega zonder problemen op D. Ik spreek het vermoeden tegen ieder-een ( iedereen ) uit, behalve tegen de betrokkene 2. Ik haal elke ochtend voor mijn col-lega ( collega ) koffie. Hij doet dit niet voor mij. Wat doe ik? A. Ik blijf elke ochtend en middag zon-der ( zonder ) problemen koffie halen voor mijn col-lega ( collega ) B. Ik vertel andere collega's van de situ-atie ( situatie ) en spreek daar mijn ergernissen uit maar blijf koffie halen en zeg niets over de betrokkene C. Mocht dit een probleem voor mij zijn, dan bespreek ik dit met mijn collega D. Ik haal nooit meer koffie voor mijn collega 3. Ik heb recent een prachtige presen-tatie ( presentatie ) gemaakt voor een klant. Ter informatie stuur ik deze ook aan mijn collega’s. Vandaag zie ik dat een collega precies dezelfde presen-tatie ( presentatie ) gebruikt voor een van zijn klan-ten. ( klanten. ) Wat doe ik? A. Ik spreek mijn collega hier op aan omdat ik vind dat hij dat met mij had moeten overleggen
B. Ik ben blij dat anderen ook iets aan mijn presentatie hebben C. Ik doe niets D. Ik stap naar mijn leidinggevende 4-Mijn collega heeft een Brabants accent. Mijn naaste collega’s maken daar wel eens grapjes over. Wat doe ik? A. Ik maak de meeste grapjes en lach hard mee B. Ik doe niets C. Ik vertel aan mijn Brabantse collega dat anderen grapjes over haar accent maken en benadruk dat ik nooit mee doe D. Ik vraag mijn collega of ze het verve-lend ( vervelend ) vindt zodat ik hier rekening mee kan houden 5. In mijn team zitten twee collega’s die niet samen door één deur kun-nen. ( kunnen. ) Ze veroorzaken een negatieve sfeer in het team. Onze teamleider heeft beiden meermalen aangespro-ken ( aangesproken ) op hun gedrag, maar het lijkt niet te helpen. Wat doe ik?
A. Ik doe niets B. Ik zet het onderwerp op de agenda van het teamoverleg C. Ik vraag hen ermee op te houden. Als er niets verandert, ga ik intern sollicite-ren ( solliciteren ) naar een andere functie D. Ik informeer bij mijn andere collega’s of ze er ook zo’n last van hebben. Gezamenlijk kunnen we de twee stoor-zenders ( stoorzenders ) misschien stoppen 6. Ik krijg een nieuwe collega in mijn team en ik zie dat de begeleiding niet goed wordt opgepakt. Wat doe ik? A. Ik denk: ‘Had m'n teammanager maar beter moeten regelen, ik doe niks. ’ B. Als de nieuwe collega mij iets vraagt, help ik hem C. Ik breng het ter sprake bij mijn manager in het werkoverleg en vraag deze er iets aan te doen D. Ik vraag de nieuwe collega of ik hem misschien kan helpen
P U N T E N T
E L L 1 N G
iA = i
3A = 3
5A= 1
iB = 4
3B = 4
5B = 2
iC=3
3C= 2
5 C= 3
iD = 2
3 d =I ■
5 D = 4
z A = 3
4A = 2
6A = i
zB = 2
4 B = i
6B = 2
2*C= 4
4C = 3
6C = 4
2D =1
4 D=4
6D= 3
UITSLAG
6 -i2 PUNTEN
iets je echt niet zint, kaart het dan aan. Je
Open communicatie, als je daar een
hoeft niet altijd met iedereen mee te
voorstander van bent
dan is het tijd om
veren.
de theorie in de praktijk brengt. Voeg de
daad bij het woord en bespreek wat je
18 - 24 PUNTEN
dwars zit met degene waar het om gaat.
Jij bent de ultieme collega. Je besteedt
aandacht aan je collega's en maakt zaken
12 -18 PUNTEN
bespreekbaar.
Je mag best wel voor
jezelf opkomen. Als
24 Bladgoud
Bladgoud 25
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden
laatste wijziging 20-06-2022
1 gedigitaliseerd