Uw zoekacties: Jaarverslag Amstleven, 1944; p. 3

Jaarverslag Amstleven, 1944 ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Jaarverslag Amstleven, 1944; p. 3
Titel:
Jaarverslag Amstleven
Archiefvormers:
Amstleven
Datum:
1944
Aflevering:
Jaarverslag
Jaar:
1944
Pagina:
3
Is onderdeel van:
Verslag over het boekjaar 1944.
Mijne Heeren,
Bestond er in September 1944 reeds een vrij aanzienlijke achterstand in onze administratie als gevolg van de personeelsvorderingen, waaraan de bezetter van ons land zich schuldig maakte, en van andere oorlogsomstandigheden, die achterstand nam nadien in belangrijke mate toe.
Door de spoorwegstaking kwam een aantal beambten niet meer, of niet meer geregeld ten kantore. Vrees voor razzia’s bewerkte hetzelfde. De steeds slechter wordende voedselpositie verlamde de werk- kracht, het ontbreken van verlichting en verwarming, de zorg voor voedsel, noopte tot verkorting van den werktijd. De pogingen, die wij deden om verbetering in de voedselpositie te brengen, gelukten slechts ten deele. Velen moesten dan ook hun werk doen met leege of half gevulde magen. Deze ellendige omstandigheden duurden tot ver in 1945 voort. Bracht de bevrijding daarin verbetering, daarna ontstonden nieuwe moeilijkheden. Het in Duitschland te werk gestelde personeel kwam eerst langzamerhand terug. Anderen moesten plichten tegenover het vaderland vervullen, waardoor zij verhinderd werden hun werk voor ons te verrichten. Door regeeringsmaatregelen en voorschriften werd daarentegen ons werk vermeerderd en door opdrijving van salarissen bij overheidsinstanties en particuliere bedrijven werd personeel weggezogen.
Van een hervatting der werkzaamheden op normale wijze kon dan ook na de bevrijding nog geen sprake zijn. De belemmeringen deden zich aan allen kant gevoelen. Geheel onmogelijk bleek het, verslag over 1944 uit te brengen vóór de door onze statuten en door de Verzekeringskamer voor- geschreven tijdstippen. Aan de Verzekeringskamer zijn wij zeer erkentelijk, dat zij begrip toonde voor de omstandigheden en eenige malen uitstel gaf van de indiening der op het verslagjaar betrekking hebbende gegevens. In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 10 Augustus 1945 werd ons insgelijks daarvoor uitstel verleend.
Deze vertraging spijt ons natuurlijk, doch wij vertrouwen, dat U duidelijk zal zijn, dat het niet anders kon.
Alvorens over te gaan tot de vermelding der in het verslagjaar bereikte resultaten, moeten wij stilstaan bij het droeve verlies, dat wij in dat jaar leden door het overlijden van onzen President- commissaris Dr. H. COLIJN in Duitsche ballingschap op 26 September 1944. Dr. COLIJN werd tot Commissaris onzer Maatschappij gekozen op 4 Juli 1914 en bleef dit met een korte onderbreking tot aan zijn dood toe. In hem ging een der grooten van ons land heen. Wij hebben het altijd als een groot voorrecht beschouwd, dat hij zijn naam aan onze Maatschappij wilde verbinden. Wij weten, dat daardoor het vertrouwen in haar in breede kringen werd versterkt. Hij toonde steeds groote belangstelling in het wel en wee der Maatschappij en niettegenstaande zijn tijd door zoovele gewichtige werkzaamheden in beslag genomen werd, was hij steeds bereid dien tijd ook aan ons te geven. Behalve in onze ver- gaderingen mochten wij hem in den loop der jaren dikwijls in moeilijke kwesties raadplegen. Zijn helder beredeneerde adviezen waren voor ons van veel beteekenis en-wij waren altijd onder den indruk van zijn overtuigend woord. Het heeft ons smartelijk getroffen, dat wij hem na zijn gevangenneming niet meer mochten terugzien. De herinnering aan zijn groote persoonlijkheid en aan hetgeen hij voor ons beteekende, zal bij ons voortleven.
Op 1 September van het verslagjaar trad de Heer Mr. Dr. D. A. P. N. KOOLEN, Lid van den Raad van State, om gezondheidsredenen als Commissaris af. Hij werd op 25 Mei 1925 als zoodanig benoemd. Met veel beminnelijkheid heeft hij ons in al die jaren met zijn adviezen geholpen. Hij toonde ons steeds de grootste hulpvaardigheid. Wij gevoelden het dan ook als een groote teleurstelling, toen zijn gezondheidstoestand hem noopte afscheid van de Maatschappij te nemen. Zeer tot ons leedwezen overleed hij eenige maanden later. De herinnering aan zijn vriendelijke persoonlijkheid en aan de aangename samenwerking, die steeds tusschen hem en ons bestond, zal niet verloren gaan.
In de vergadering van aandeelhouders van 22 Augustus 1944 werd Mr. A. MACLAINE PONT, voordien adjunet-Directeur der Maatschappij, tot Directeur benoemd.
Gedurende het verslagjaar bleef het contact met ons Indisch kantoor verbroken. Van enkele aan dat kantoor werkzame ambtenaren wisten wij, dat zij zich in gevangenschap bevonden. Bij het uitbrengen van dit verslag weten wij helaas, dat verscheidenen hunner zijn omgekomen, doch gelukkig ook, dat de meesten in leven zijn, niettegenstaande de vele kwellingen en ontberingen, waaraan zij bloot stonden. In ons jaarverslag over 1945 hopen wij nadere bijzonderheden over onze menschen
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer