Uw zoekacties: Personeelsblad 2N, 1984-10-01; p. 2

Personeelsblad 2N, 1984 ( Bedrijfshistorie Nationale-Nederlanden )

beacon
1  records
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Personeelsblad 2N, 1984-10-01; p. 2
Titel:
Personeelsblad 2N
Archiefvormers:
Nationale-Nederlanden
Datum:
1984-10-01
Aflevering:
003
Jaar:
1984
Pagina:
2
UW REACTIES
knpf' f
Op deze pagina willen wij brieven van lezeressen en lezers afdrukken. Het is daarbij de bedoeling u in staat te stellen te reageren op artikelen die u in Twee N aantreft of op zaken die u op het hart hebt en die met ons bedrijf te maken hebben. De redactie behoudt zich het recht voor inzendingen te bekorten of te weigeren zonder voorafgaande opgave van redenen.
Badges
In het eerste nummer van Twee N (leuk hoor, maar nog wel wat rommelig) las ik dat N-N denkt niet te kunnen achterblijven met toegangsbeveiliging, waardoor men alleen nog maar gewapend met een badge of na een druk op de knop bij de portier de gebouwen kan binnenkomen. Wordt daardoor de drempel niet erg hoog?
Tenslotte komen er ook nog veel klanten op HKH. Als het betekent dat medewerkers met drie badges op zak moeten gaan lopen (voor kantoor, garage en variabele werktijden), zal de blijdschap niet erg groot zijn. Daarom ga ik er maar vanuit dat we één badge zullen krijgen. Dan heb ik nog een probleem. Sinds kort zit er ter beveiliging van ons rijdend blik een slot op de dichtstbijzijnde toegang tot de parkeergarage bij HKH. Als er nu toch weer gerommeld moet worden met terminals en leidingen, kan er dan ook niet een toegangsterminal bij die ingang geplaatst worden? Dan is het blik toch beveiligd en hoeven haastige medewerkers niet verder te lopen dan nodig is.
(Naam bekend bij de redactie.)
Boerenbedrog
U vraagt zich af wie die H. Winkel dan wel mag zijn, welnu het is in ieder geval niet mijn broer en voorzover ik heb kunnen nagaan, werkt hij ook niet bij ons concern. Ook is hij niet een van onze gepensioneerden of zo. Misschien is het geen hij, maar een zij en in dat geval moet ik er nog aan toevoegen, dat het niet een van mijn zusters is. Hoe dan ook, hij is redelijk slim en zou dus best familie van mij kunnen zijn. Wat immers te denken van zijn initiatief om een ingezonden stuk te produceren zonder dat hij kon weten dat u een lezersrubriek ging starten. Ook zijn vakkennis is niet gering, getuige de termen die hij in zijn tweede brief bezigt. Jammer nou, dat hij uw vraag, wie hij is, volkomen negeert, hij laat u in het ongewisse en het lijkt er dus op dat hij anoniem wil blijven. Of zou deze Winkel niet bestaan en maakt u zich schuldig aan hetzelfde boerenbedrog waarmee bepaalde damesbladen hun vragenrubriek plegen te vullen? Tijdens de tweede wereldoorlog maakten de Duitsers ook wel gebruik van een soortgelijke methode om hun propaganda te spuien, maar ik denk toch niet dat ik zover moet gaan om te suggereren dat u Duitse humor hanteert, want die is veel te moeili j k voor gewone mensen. Hoe het ook zij, ik ben benieuwd naar uw reactie. Met vriendelijke groeten,
K. WINKEL
Antwoord H. Winkel
De redactie van Twee N is zo vriendelijk geweest mij tijdig op de hoogte te stellen van deze brief, om daarop nog in hetzelfde nummer te reageren. Een opmerkelijk verschijnsel doet zich de laatste tijd voor, dat ook in de woorden van K. Winkel (over hem straks) doorklinkt. Na vele jaren in een relatief beschermende anonimitet te hebben gewerkt en geleefd - en wie van ons gaat 's ochtends niet naar z'n werk, daarbij slechts opgemerkt door buren?-, ben ik plotseling in de aandacht van velen gekomen. Telkens wordt gevraagd waar toch de kennis vandaan komt die men mij trouwens in veel ruimere mate toedenkt dan verhoudingsgewijs redelijk is. 'Gezond verstand', denk ik dan vaak, maar voel me intussen wat onbehaaglijk onder de vragen en speculerende blikken die mij, zoals gezegd, steeds meer treffen. Identiteit is het onvervreemdbaar prerogatief van het individu, - en ik voor mezelf vind de twijfel over de mijne niet ongelijk de schok die iemand overkomt wanneer bij thuiskomst blijkt dat het huis is beroofd - zijn home is niet langer zijn castle. Bedenk dan dat deze twijfel wordt uitgesproken door naaste verwanten. Er is eens een film gemaakt over een man die, gestrand in een zwitsers bergdorp, gedwongen wordt te trouwen met een lokale vrouw, omdat men in hem de gevluchte verloofde van de vrouw in kwestie meent te herkennen. Hoewel de man bij hoog en laag volhoudt de persoon in kwestie niet te zijn - en toegegeven, hij lijkt er niet op - herkennen steeds meer dorpsbewoners hem, of menen hem te herkennen. Op het laatste twijfelt niemand meer. Bedenk nu eens het tegenovergestelde! (Daar is trouwens een boek over geschreven, door Max Frisch. 'Ik ben niet Stiller!', luidt de eerste zin. Ik ben wel Winkel, vroeg ik daaraan toe). Nu dit existentiële probleem van twee kanten is bekeken, wordt het tijd om mijn aandacht op broer Kors te richten. Driemaal ontkent hij in zijn brief mijn bestaan - driemaal zal ik hem weerleggen. De familiekwestie is nog het makkelijkst uit te leggen a
thans mijn verborgen bestaan). De wens iemand anders te zijn die hij was, heeft het leven van mijn broer Kors ondraaglijk gemaakt. Tot de gepensioneerden behoor ik in zoverre, dat ik van de krankzinnige behoefte om uniek te zijn om daarmee de dreiging van een naamloos bestaan af te wenden afscheid heb genomen. (Welk een paradox schuilt dan niet in het schrijven van deze brieven - maar wacht, men kan immers de waarheid van iets eerder aanvoelen dan de verklaring voorhanden is). Tot slot Kors' laatste ontkenning: ik ben niet zijn zuster. In zoverre dat 'zuster' de betekenis van verzorgster in zich draagt, ben ik Kors z'n zuster. Ik omvat Kors. Zonder mij geen Kors. Alleen door mij - door mijn anonimiteit - kan Kors zich manifesteren. Begrijpt u nu zijn beweringen, de beschuldigingen, - zijn pathetische brief vervuld van zelf ontkenning?
Zover gekomen, kan ik niet nalaten iets te zeggen over het blad dat zich zo gastvrij betoont op de brievenpagina. Nogmaals, men veronderstelt teveel wanneer men mijn opmerkingen als aanleiding zou beschouwen voor de veranderingen, die ook ik met instemming opmerkte in het tweede nummer van Twee N. Mij bereiken echter ook berichten over een gebrekkige bezorging. Gelukkig is dat bij mij niet het geval, zelfs de postbode verklaarde er geen moeite mee te hebben. Desalniettemin raad ik u aan deze klachten niet weg te wuiven. Verder heb ik geen commentaar. Vandaag ben ik erg ongeïnspireerd, ook al zou je dat niet zeggen.
H. WINKEL
U overrompelt ons. Wij zijn bijna sprakeloos. Graag horen we echter meer van u.Naal uw suggesties ook één van onze kant. Kan het niet wat bondiger?
CONTACTPERSONEN
Weliswaar geen ingezonden brief, maar wel de moeite van het vermelden waard, isde beschrijving die de nieuwe Twee N ten deel viel in de Verenigde Verzekerings Pers (VVP 6-9-'84).
Elders in het blad werd overigens in een artikel uitvoerig geciteerd uit het interview met H. J. J. van Bussel, voorzitter van de Raad van Bestuur van Amfas, uit de allereerste Twee N.
'De lezers van 2N, het personeelsblad van Nationale-Nederlanden dat met meer dan 7000 'abbonnees' tot de grootsten van Nederland behoort, kregen begin augustus een verrassing in hun brievenbus. Het eigen blad bleek in de zomermaanden in een ruimer, moderner en zeer professioneel aandoend jasje gestoken. Het resultaat, Twee N nieuwe stijl, mag gezien worden.
De meest in het oog springende vernieuwing, is die van het formaat. In plaats van het gebruikelijke ti j dschriftformaat werd nu gekozen voor de grootte van een dubbelgevouwen krant. Samen met de opmaak van de (getekende) voorpagina geeft dat Twee N een modern ogend uiterlijk.
Voorts kunnen door de grotere omvang meer onderwerpen dan voorheen aan bod komen. Zo telt het augustusnummer zes langere verhalen en interviews naast een nieuwe rubriek voor ingezonden brieven en de vertrouwde berichten en berichtjes over mensen, zaken en vrije tijd. Nieuw is ook het gebruik van een netwerk van contactpersonen uit alle onderdelen van het concern voor een actuele nieuwsvoorziening.
Over dat laatste zegt de heer Jonker van de Raad van Bestuur in het eerste nummer nieuwe stijl: 'We gaan er als Raad van Bestuur vanuit dat de medewerkers, en op een bepaalde manier toch ook de mensen in hun naaste omgeving, zich met Nationale- Nederlanden verbonden voelen en vandaar ook geïnteresseerd zijn. Daarom ben ik er sterk voor in Twee N naast ontspanning en personalia meer informatie te geven over actuele onderwerpen, die in het concern aan de orde zijn.'
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer