Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Gemeentearchief Alphen aan den Rijn )

beacon
309  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Rijnbode, 1886-01-24; p. 1
Naam krant:
De Rijnbode
Datum:
1886-01-24
Jaar:
1886
Pagina:
1
Met aandrang wordt voor eenige oogenblikken uwe aandacht voor onze kolonialen gevraagd. Ik heb een woordje op het hart over dat volkje, welks repu¬ tatie veel te wenschen overlaat en dat de weinig benijdbare roeping vervult, tot schrikbeeld te dienen in menig ge¬ zin, als vader veelbeteekenend spreekt: Jongen, pas beter op, of je gaat als koloniaal naar de Oost!" Waar de afkeer zoo met den paplepel wordt in¬ gegeven, is de meening verklaarbaar: dat kolonialen nu eenmaal voor 't verderf bestemd zijn en dat elke arbeid tot hun behoud, als olie in 't vuur is. Zoo als men weet is Harderwijk hunne verzamel¬ plaats. Dat stadje is er in den loop der eeuwen in aanzien niet op vooruit¬ gegaan , want eenmaal bezat het eene hoogeschool, waaraan geleerden als Schei- dius, Kemper, Reuvens en Clarisse leeraarden. Hoewel reeds in het jaar 1600 opgericht, werd zij eerst in 1647 tot eene provinciale Academie verheven. De vereeniging van ons land met Frank¬ rijk, bracht haar ten ondergang, daar zij in 1812 vernietigd werd. Zij werd in 1815 wel als Athenaeum tot eennieuw leven geroepen, doch is in 1818 wegens het gering gebruik, dat er van de daar gegevene lessen gemaakt werd, weder opgeheven. Om dit verlies te vergoeden, werd hier het depot der koloniale troepen gevestigd. En die naam geeft ons al aanstonds veel te denken. Daar zijn depots voor wat niet al, voor kleeren, ▼oor koffie, voor thee en zoo ook voor het ding dat „koloniaal" heet. De men- schenhandel ving aan en werd tot nu toe met succes gedreven. Geen wonder, dat Harderwijk daardoor in slechten reuk is gekomen en men in den trein wel wat zonderling wordt aangekeken door zijne medereizigers, zoodra bemerkt wordt, dat de reis derwaarts is. Evenwel .. . wat valt het mede als men Harderwijk bin¬ nenkomt. In den zomer althans is er geen stadje, dat zoo op eene lieve ligging en afwisselende natuur kan roemen en wat de stilheid betreft, daarin kan het zeker wel met elk landstadje wedijveren.
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Rijnbode, 1886-09-05; p. 1
Naam krant:
De Rijnbode
Datum:
1886-09-05
Jaar:
1886
Pagina:
1
Ofschoon de toestanden der maatschap¬ pij waarin wij leven en verkeoren, ge¬ heel anders zijn dan die van de volkeren van den ouden tijd, kunnen wij toch niet nalaten, de gewoonte der Lacedemo- niërs te roemen, wier kinderen op kosten van den Staat werden opgevoed. Hun oogmerk daarmee was, hen tot dien levensstand te brengen, waartoe zij het meest geschikt schenen, of den besten aanleg bezaten. Uit deze kweekerij kwa¬ men de gezonde planten voort, welke zelden de zorgen, aan hare veredeling te koste gelegd, beschaamden en vruchten voortbrachten die aangenaam en nuttig waren voor land en volk. Door deze wijze van handelen zag men nooit, zoo- al8 bij ons, lieden zonder bekwaamheid, uit den geringsten levensstand, tot den meest verheven eerestaat opklimmen, niet ongelijk aan die kleine beekjes, welke geweldige stroomen geworden, de velden verwoesten, die zij eerder vruch- baar hadden moeten maken en somtijds eiken meeslepen, onder wier schaduw zij te voren menigmaal opdroogden. An¬ deren, insgelijks van kindsbeen af, op¬ gevoed in eene nuttelooze ledigheid, zag men zich nooit indringen in bezig¬ heden wier waarneming hunne bekwaam¬ heden te boven gingen, en zich daarin handhaven door de trotsebe opgeblazen¬ heid, waarmede onkunde en onbekwaam¬ heid zich vermommen. Niemand van dat ledige volk, zag men als 't ware zwerven, van stad tot stad, van dorp tot dorp, onafhankelijkheid predikende en zich vijanden van alle verbintenis verklarende, achteloos omtrent alle plichten, behalve die, welke hun door de gewoonte der wereld worden opgelegd; burgers, op zich zelven staande en zich aan geene gemeenschap houdende, voor wie het leven een onmetelijk ledig is, 't welk zij niet weten te vullen, en die door hunne werkeloosheid en nietsdoenerij, naar de aarde worden gedrukt, welke slechts dit voordeel van hen ontvangt, dat ze hen ziet sterven, zonder dat zij geleefd hebben. „Niet betreurd en niet begeerd1' zou men op hun grafzerk kun¬ nen schrijven.
Gevonden alinea's: 1