Notariële akten ( Gemeentearchief Alphen aan den Rijn )
24 zoekresultaten
sorteren op:
Aktedatum | Plaats notaris | Beschrijving | |
---|---|---|---|
22-01-1814 | Alphen | Maarten de Haan, timmerman, nr. 52 te Bodegraven, voogd over Geertruij Struijs, weduwe van Pieter van Dam, woonachtig ten huize van de comparant, aangesteld door de rechtbank van 's-Gravenhage op 27-07-1812 volgens besluit van de familieraad van 18-01-1813 resp. 14-07-18xx, geregistreerd te Alphen op 20-01-1813; en Willem van Dam, bouwman, wonende nr. 160 te Bodegraven, toeziende voogd volgens de familieraad over Geertruij Struijs, weduwe van Pieter van Dam. De Haan en Van Dam hebben per 09-09-1813, geregistreerd te Alphen op 22-09-1813 en per 11-11-1813, permissie gekregen om de hofstede, gemerkt NZ 54 met 36 morgen 576 roeden land, te Bodegraven en te Zwammerdam, alsmede een woonhuis met hooiberg en een akkertje land, publiek te verkopen. Getuigen zijn Coenraad Siemers, kleermaker, nr. 108 te Bodegraven en Johannes Siemers, kleermakersknecht, nr. 108 te Bodegraven. De verkoping zal geschieden ten huize van Pieter Koperdraat, kastelein in het huis der gemeente van Bodegraven, nr. D 63 op donderdag 10-02-1814 's avonds om zes uur. Beschrijving: 1. Herenhuis met erf en tuin, buiten het dorp, NZ 52, strekkende met de landerijen van de Rijn tot aan de Meijekade; achter het herenhuis een boerenwoning bestaande in een huismanswoning, stalling voor 36 stuks hoornvee, schuur, paardenstal, hooiberg, karnmolen, loodsen, gemetseld varkenshok, twee boomgaarden, uitmuntend wei-, hooi- en teelland, groot 36 morgen 576 roeden. Het land wordt geveild in vijf partijen: 1. 12 morgen 300 roeden in de Noordzijde Polder te Bodegraven, belend ten westen Corbnelis Jonkers en ten oosten nr.2;2. 11 morgen 300 roeden, in dezelfde polder, belend ten westen nr. 1 en ten oosten Hendericus Wiltenburg; 3. 4 morgen 300 roeden in de Meijepolder, te Bodegraven, strekkende van de Noordzijdekade en Hendericus Wiltenburg af tot aan Corenlis Jonkers, belend ten noorden Adrianus van Dam en gedeeltelijk mejuffrouw G.I. Boon en ten oosten Hendericus Wiltenburg 4. 3 morgen 500 roeden, te | |
29-10-1813 | Alphen | Johanna van der Stek, weduwe van Pieter Langerak, eigenaresse, te Oudewater, stelt haar broer Cornelis Langerak, te Oudewater, aan tot executeur van haar boedel en nalatenschap. Getuigen zijn Paulus Kaptein, schoolmeester, te Bodegraven en Pieter van Sonneveld, schoenmaker, nr. 187 te Bodegraven. Ten huize van Johannes NIelsen Leendertszoon, nr. 37 te Bodegraven. | |
23-10-1813 | Alphen | Johannes Nielsen Leendertszoon, meester-timmerman, nr. 37, te Bodegraven als taxateur, benoemd 09-09-1813, van een hofstede met ruim 30 hectare land, te Bodegraven, NZ nr. 54, behorende tot de boedel van Geertruij Struijs, weduwe van Pieter van Dam, datering van het taxatieproces-verbaal 16-10-1813, geregistreerd 09-09-1813, folio 192 vo. Het betreft: 1. een hofstede, bestaande in een huismanswoning, schuur, berg, wagenloods, varkenshok, met 20 hectare 86 are 37 centiare wei- en hooiland en 3 hectare 40 are 63 centiare geploegd land. 2. twee partijen land,daarbij behorende maar aan de overzijde van de Rijn gelegen, groot 6 hectare 35 are 27 centiare; totaal aan landerijen 31 hectare 47 are 44 centiare. Verhuurd aan bouwman Cornelis van Noord, volgens overeenkomst van 15-05-1813. Totale waarde alle omstendigheden in het oog genomen bedraagt: 11.700 gulden. Waarde van de daggelderswoning, hooiberg met een akkertje op 350 gulden. Getuigen zijn Arie Stortenbeeker, zonder beroep, nr. 203 te Alphen en Adrianus Mouton, kleermaker, nr. 213, te Alphen. | |
26-10-1812 | Alphen | Reinhard Johannes Retemeijer, eigenaar, te Amsterdam gemachtigde van de heren Boissevain en compagnie te Amsterdam en van Eduard Constantijn Overbroek te West-Indië (volgens akte 551 van 16-10-1812 voor notaris Lucas Grube te Amsterdam) zal laten veilen een hofstede genaam d ZomerRust met landerijen, op 05-11-1812, bestaande uit een herenhuizing, afzonderlijke huizing, koepel, kamer, stalling, koetshuis, tuinmanshuis, met tuinen, plantagie, uiterdijk, aan het Jaagpad, 3 percelen hooiland gelegen achter de huizing, van 12 hectare 47 are 17 centiare/14 morgen 350 roeden, onder Zwammerdam op de Bodegraafse kampen; een perceel land te Vrouwmade onder Sluipwijk groot 4 hectare 13 are 35 centiare; totaal 20 hectare 81 are/24 morgen 200 roeden, volgens opdrachtbrief van 26-09-1807. Opgemaakt ten huize van Jacob Ernst Frederik van Bassen Jongbloed, adjunct-maire, te Bodegraven. Getuigen zijn Johannes Nielsen Leendertszn., timmerman, nr. 97 te Bodegraven en Christiaan van Dillen, timmermansknecht, nr. 16 te Bodegraven. Aangehecht is akte 153 van 06-11-1812. | |