14.533 notariële akten
sorteren op:
Aktedatum | Plaats notaris | Beschrijving | |
---|---|---|---|
![]() | 03-05-1876 | Alphen | Petrus Cornelis van Saazen, bouwman, te Aarlanderveen, verkoopt aan Hendrik Uitenbroek, scheepmaker, te Alphen, een partij weiland met daarvoor gelegen boomgaard, te Aarlanderveen, in de Kortsteekterpolder, aan de Lage Zijde, kadastraal C, 264, 265, 267, 268; een middendeel ter grootte van zeventig centiaren van de molenwatering nummer 1565, geheel groot 4 aren 20 centiaren, en 1114, weg, zijnde banwerk op de Aardijk, C, 1114, groot 8 aren 90 centiaren; samen groot 2 hectaren 53 aren. De verkoper heeft de eigendom verkregen te Aarlanderveen voor notaris Dirk Johannes van Stockum uit Lisse op 26-10-1869 resp. 03-01-1870. Het perceel heeft recht van uitpad van en naar de Rijn resp. de dorpsstraat over preceel C, 1627; het verkochte moet weer overpad verlenen ten behoeve van de percelen C, 266, 258, 259 en 1565 (eigendom van Jan Kop). De steeg C, 69 geeft recht van in- en ontscheping, idem de slop C, 95. De koopprijs bedraagt ƒ 7.000. Getuigen zijn Bartholomeus Gerhardus Jochemus, kleermaker, en Johannes Christiaan van Keeken, schoenmaker, beide te Alphen. |
![]() | 25-09-1816 | Alphen | Cornelis van Dijk, bouwman, Lage Waard, te Koudekerk, maakt zijn testament en bepaalt dat in geval van nageslacht zijn huisvrouw Maria Oudshoorn erfgenaam wordt van een vierde deel van zijn nalatenschap en het vruchtgebruik krijgt van een ander vierde deel; bij kinderloos overlijden zal zij enig en algemeen erfgenaam worden. Getuigen zijn Arie Stortenbeeker, zonder beroep, nr. 167 te Alphen; Jozeph dehaijnin, schildersknecht, nr. 152 te Alphen; Dirk Goes, kleermaker, nr. 200 te Alphen en Jan van Houten, kleermaker, nr. 213 te Alphen. Geregistreerd te Alphen 08-07-1854, deel 32, folio 122r. Aantekening: overleden te Alphen 23-04-1854. |
![]() | 13-06-1876 | Alphen | Procuratie door Cornelis den Hertog, Jacobus Hendrikus Treur en Jacob Willem Clant, allen te Oudshoorn, als armbestuurders der Grote Huisarmen te Oudshoorn op Gerard Leembruggen Gerard Gerardszoon, Anthonij Johannes Guepin en Floris Coenraad Muijsken, allen te Amsterdam, tot ontvangen van renten op het Grootboek. |
![]() | 18-10-1892 | Alphen | Cornelis Franciscus van der Zwan, kruidenier, te 's-Gravenhage, Van Limburg Stirumstraat 41, laat zijn uiterste wil noteren en legateert aan zijn echtgenote Willemijntje Baerveldt en bij haar vooroverlijden aan dochters Willemijntje en maria van der Zwan, gezamenlijk, het recht van keus op alle de goederen die zij verlangen, tegen inbreng in contanten van de waarde; hij verklaart dat wijlen zijn zoon Christoffel van der Zwan, destijds gehuwd met Josina Wilhelmina Wijsman, van zijn ouders ter leen heeft ontvangen de som van ƒ 1.150, en die som is niet terugbetaald. Als de weduwe en haar kinderen van die schuld gevrijwaard zijn, dan legateert hij aan ieder van zijn dochters de helft van het bedrag van de schuldvordering op wijlen zijn zoon c.s.; hij benoemt zijn echtgenote tot erfgename; tot uitvoerster van dit testament benoemt hij zijn echtgenote en bij haar ontstentenis genoemde dochters. Getuigen zijn Elisa Cornelis van Dissel, kandidaat-notaris, te Aarlanderveen, en Pieter Claas Singer, zonder beroep, te Alphen. |
![]() | 19-03-1821 | Alphen | Bartholomeus Looijaard, orgelmaker, en Klaas Hoogeveen, bouwman, beiden te Aarlanderveen stellen zich tot borg voor Maarten lelieveld, veenman, te Aarlanderveen, ten behoeve van Anthonij Willem van der Mijn, ontvanger der indirecte belastingen te Alphen, betreffende de belasting op turf van 15-09-1816, voor het bedrag van 3.000 gulden over de jaren 1821, 1822 en 1823. Getuigen zijn Jan van leeuwen Janszoon, arbeider, te Alphen en Lodewikus Franciskus Meijer, wijnkopersknecht, te Alphen. |
![]() | 25-08-1902 | Alphen | Boedelbeschrijving in tegenwoordigheid van Gijsbert Groenendijk, koster, en Teunis Vis, rijksveldwachter, beide te Alphen, ten sterfhuize van Jan Zwanenbeek, in leven rustend landbouwer, gewoond hebbend te Alphen, wijk G, nummer 90, aldaar overleden op 05-07-1902. De beschrijving geschiedt ten verzoeke en in tegenwoordigheid van: 1. Dirk Treur, zonder beroep, te Aarlanderveen, a. als uitvoerder van het testament van de overledene van 05-03-1901; en b. als gemachtigde van: I. Adrianus Zwanenbeek, kastelein, te Leiden; IIa. Trijntje Heemskerk, weduwe Willem Boogaard, kasteleines, te Koudekerk, als moeder van en voogdesse over Bartholomeus; en Frans Boogaard; b. Gerritje Boogaard, te Koudekerk; c. Pieter de Rijk, graanhandelaar, te Rijnsaterwoude, gehuwd met Agatha Boogaard; III. Arina Francina van den Berg, weduwe Arie Boogaard, te Leimuiden, als moeder van en voogdesse over Dirkje Boogaard; IVa. Willem Boogaard, te Amsterdam, Van Beuningenstraat 76; b. Hendrik Boogaard, te Haarlem; c. Stephanus Warnar, koetsier, te Haarlem, gehuwd met Adriana Pietertje Hendrika Boogaard; d. Gerrit Boogaard, landbouwer, te Haarlemmermeer; V. Ambtje Baardse, weduwe Willem Erkelens, te Sassenheim, als moeder van en voogdesse over Jan; Christiaan; Raampje Marie; en Hazina Erkelens; VI. Pieter Marinus van poppel, hotelhouder, te Rotterdam, Oppert 144, gehuwd met Neeltje Erkelens; 2. Jacob Stapper, sigarenmaker, te Oudshoorn, als a. gehuwd met Johanna Zwanenbeek; en b. als gemachtigde van: I. Evert Willem lagerweij, kleermaker, te Utrecht, gehuwd met Wilhelmina Bosschaart; II. Gerritje Bosschaart, dienstbode, te Utrecht; 3. Willempje Cornelia Braam, weduwe Jan Zwanenbeek, thans echtgenote van Sijmen de Graaf, sigarenmaker, te Aarlanderveen; 4. Sijmen de Graaf, voornoemd, voor de moeder van en voogdesse over Jan; en juliana (of Jaantje) Zwanenbeek; tevens als medevoogd; 5. Arend Braam, kapitein ener stoomboot, te Oude-Wetering, gemeente Alkemade, als toeziend voogd over |
![]() | 01-02-1898 | Alphen | Openbare verkoping in café Toor in aanwezigheid van Antonius de Lange, broodbakker, te Alphen, voor zich en als gemachtigde van zijn vier broeders: Willem de Lange, broodbakker, te Tricht; Dirk de Lange, broodbakker, te 's-Gravenhage; Gerardus de Lange, broodbakker, te Lisse; en Johannes Hendrikus de Lange, schepenjager, te Alphen. Verkocht zal worden een huis, waarin een broodbakkerij, met erf en tuin, te Gouwsluis, gemeente Alphen, kadastraal C, 86 en 87, groot 2 aren 58 centiaren. Teunis de Lange, overleden te Alphen op 29-08-1897, heeft de eigendom bekomen bij akte van 15-04-1857 voor notaris Kluit. Voornoemde Teunis de Lange is in gemeenschap van goederen gehuwd geweest met Catharina Maria Kroon, die overleden is te Alphen op 29-01-1892; genoemde Teunis de Lange heeft geen testament opgemaakt; de kinderen hebben afstand gedaan van hun moeders erfdeel. Catharina Maria Kroon heeft bij testament van 09-06-1865 haar echtgenoot Teunis de Lange tot erfgenaam benoemd van het beschikbare gedeelte. Thans zijn de vijf broeders dus erfgenamen, ieder voor een gelijk deel. Het hoogste bod op het onroerend goed bedraagt ƒ 2.700 door Johannes Vlasman, metselaar, te Alphen. Daarna is er vier duizend gulden opgezet en is het bedrag afgeslagen tot ƒ 2.300; er is gemijnd door Gerardus de lange in opdracht van Antonius de Lange, broodbakker, te Alphen, die dus koper is geworden voor ƒ 5.000. Getuigen zijn Elisa Cornelis van Dissel, kandidaat-notaris, te Alphen, en Cornelis Toor, hotelhouder, te Alphen. |
![]() | 25-08-1930 | Alphen | Inventarisatier ten huize van Wilhelmina Treur, weduwe van Cornelis Huisman, te Alphen aan den Rijn, aan de Burgemeester Visserstraat [thans Vorselenburgstraat]. Tegenwoordig zijn: I. Dirk Visser, zonder beroep, te Alphen aan den Rijn; II. Dirk de Knegt, reiziger, te Alphen aan den Rijn, gehuwd met Wilhelmina maria Visser; III. Kors Tolk, metselaar, te Alphen aan den Rijn, gehuwd met Gerritje Visser, a. voor zich; en b. als lasthebber van: 1. Jacob van Rijn, timmerman, te Leimuiden, weduwnaar van Wilhelmina Treur, als vader-voogd over: a. Pieter van Rijn; b. Alida van Rijn; 2. Hendrik van Rijn, te Leimuiden; 3. Jacob Treur; 4. Trijntje Treur; 5. Petronella Treur; 6. Anna Treur; allen te Leiden; 7. Dirk Treur, koopman, te Leiden; 8. Willem Harting, landbouwer, te Lemelerveld (Overijssel), gehuwd met Dirkje Kastelein; 9. Aart Kastelein, te Hazerswoude; 10. Hendrika Kastelein, te Hazerswoude; 11. Mas Kastelein, te Hazerswoude; IV> Cornelis Treur, te Haarlemmermeer, a. voor zich; en b. als toeziend-voogd over de vermelde minderjarigen onder III.; en c. als lasthebber van: 1. Jan Treur, landbouwer, te Michigan (Verenigde Staen van Noord-Amerika); 2. Dirk treur, te Haarlemmermeer, za. voor zich; en b. als toeziend voogd over: 1. Anna Geertruida Overvliet; 2. Pieter Overvliet; 3. Elisabeth Catharina Overvliet; en 3. Pieter Treur, te Aalsmeer; 4. Evert van Elderen, landbouwer, te Haarlemmermeer, gehuwd met Catharina Treur; 5. Cornelis Los, te Voorburg, gehuwd met Geertruida Treur; 6. Hendrik johan van Poelgeest, te Nieuwer-Amstel, gehuwd met Anna Treur; V. Jan gesman, timmerman, te Alphen aan den Rijn, gehuwd met Wilhelmina Visser, a. voor zich; en b. als lasthebber van: 1. Johannes Visser, te Wassenaar; 2. Jacob Maltha, te Wassenaar, gehuwd met Neeltje Slegtkasmp; 3. Pieter Jan Niekerk, controleur, te Amsterdam, gehuwd met Maria Elisabeth Visser; 4. Adrianus Overvliet , te Sassenheim, weduwnaar van Maartje Treur, als vader-voogd over: a. Anna ALBA |
![]() | 07-09-1822 | Alphen | Adriana Justina Wichwers, echtgenote van Petrus Adrianus Wagemaker Wernink, eigenaar, te Oudshoorn, verklaart tot lasthebbers Johanna Dorothea Luijken, laatst weduwe van Johan Joachim Laurin, en Hendrik Gerrit Taddel Laurin, beiden te Amsterdam, met name voor haar belangen als erfgename van wijlen mr. Jan Gerhard Wichers, oud-gouverneur van de Kolonie Suriname, hier en te Suriname, speciaal met betrekking tot de kooppenningen van de Plantage Stolwijk, Zeewijk, en Standvastigheid, gelegen in de Kolonie Suriname. Getuigen zijn Jan van Leeuwen Janszoon, arbeider, en Gerrit van Leeuwen, buiten beroep, beiden te Alphen. |
![]() | 30-12-1830 | Alphen | Notaris Ooijkaas verkoopt ten verzoeke van Jacob Schattenkerk, eigenaar. te Alphen, op de Buitenplaatsen With en Lust en Buijtendorp, onder Zwammerdam, hakhout van elzen, essen en eiken. De opbrengst bedraagt op With en Lust ƒ 93,95 en op Buitendorp ƒ 103,20. Getuigen zijn Willem Boezel, timmerman, en Abraham Leemkoel, dienstbaar, beiden te Alphen. |
![]() | 18-12-1830 | Alphen | Anthonij Uljee, winkelier, te Alphen, bekent schuldig te zijn aan Anthonie Lemzon Pijnaker, medicinæ doctor, de som van ƒ 400, af te lossen in termijnen van ƒ 100 per jaar, rentende 5%. Tot zekerheid strekt een hypotheek op een huis en erf, bewoond in twee partijen, in het zuideinde van het Bestrate Dorp van Alphen, nr. 210/190, strekkende van de Heerestraat tot achter aan het Kanaal, belendend ten zuiden Hendrik Hoogervorst, ten noorden Arie Vermeulen; de eigendom daarvan is bekomen op 03-06-1807. Er rust al een eerste hypotheek op van ƒ 1.400, nu nog ƒ 1.100, ten behoeve van Maria Wilhelmina Kleijnders, weduwe van Johannes Henricus Gelissen, winkelierster, te Leiden, volgens akte van 13-04-1822 voor notaris Hendrik Roskes te Leiden; twee vorige hypotheken waren: 1. groot 819 francs bij akte van 29-12-1811 voor notaris Ooijkaas ten behoeve van Willem van Oorde en 2. groot 1.680 francs bij akte van 21-11-1812 voor notaris Abraham Zuurdeeg te Leiden tenbehoeve van Johannes Henricus Gelissen te Leiden; deze twee hypotheken zijn geheel afgedaan. Getuigen zijn Tieleman van den Dungen, Franciscus Paulus, beiden dienstbaar, beiden te Alphen. |
![]() | 18-12-1830 | Alphen | Huijbert Eversteijn, koekkramer, te Bodegraven, verkoopt aan Georgius Bontekoe, koopman, te Boskoop: de helft van een huis en erf, waarvan de wederhelft aan de echtgenote van de koper behoort, te Bodegraven, nr. D 50, strekkende voor van de straat tot achter aan de heer Jongbloed, belendend ten noorden gedeeltelijk de stal en het erf van Hendrik van haaften, achter de Rijn, ten zuiden gemelde heer Jongbloed; in eigendom bekomen op 19-03-1822 voor notaris mr. Otto Nicolaas Tholen, te Bodegraven. De koopsom bedraagt ƒ 500. Getuigen zijn Franciscus Lodewikus Meijer, wijnkopersknecht, en Gregorius van der Schot, postbode, beiden te Alphen. |
![]() | 14-12-1830 | Alphen | Adrianus Rosbergen, boomkweker, te Boskoop, verkoopt aan Jacobus Weltenburg, bouwman, te Alphen, een perceel land, groot 67 roeden 41 ellen, in de Rijneveldse polder, onder Alphen, belendend de verkoper, en aan de andere zijde Aartje Oosthoek, echtgenote van Klaas van Nes, gemerkt nr. 142; in eigendom verkregen voor de helft bij transport van 10-05-1800 en de wederhelft bij erfenis van wijlen zijn vader Cornelis Rosbergen. De koopprijs bedraagt ƒ 200. Getuigen zijn Franciscus Lodewikus Meijer, wijnkopersknecht; en Gregorius van der Schot, postbode, beiden te Alphen. |
![]() | 14-12-1830 | Alphen | Adrianus Rosbergen, boomkweker, te Boskoop, geeft te kennen dat hij bij akte van 09-08-1827 aan Willem Groeneveld, in leven bouwman, te Alphen, heeft verkocht een partij weiland op de Polder van het Rijneveld onder Alphen, groot 1 bunder 70 roeden 18 ellen, strekkende van de Groeneweg tot aan het land van Klaas van nes, ten westen weduwe Oosthoek, ten zuiden de Groeneweg, ten noorden de Erven Bouwe van Wijk; dat bij die akte niet was opgegeven de nummers, dat later is opgegeven nr. 73; dat dit later foutief bleek; het moet zijn de nummers 73 en 74, waarvan akte. Getuigen zijn Franciscus Lodewikus Meijer, wijnkopersknecht, en Gregorius van der Schot, postbode, beiden te Alphen. |
![]() | 02-12-1830 | Alphen | Jacob Jurriaan François de Friderici junior, planter in de Kolonie Suriname, te Alphen, op Raadwijk, geeft te kennen dat hij in gemeenschap van goederen gehuwd geweest is met wijlen Jacoba Christina Wilhelmina Wolff die overleden is in de Kolonie Suriname op 30-04-1814 van wie hij drie kinderen heeft, genaamd Hendrik mourits Wolff de Friderici; Johanna Louise de Friderici; en Jacob François de Friderici; dat hij daarna buiten gemeenschap van goederen is hertrouwd met Petronella Alida Seilen; dat hij kenbaar maakt dat genoemde kinderen van wie twee nog minderjarig, recht hebben op hun moeders aandeel. Hij machtigt daartoe zijn kinderen Hendrik Mourits Wolff de Friderici en Willem Lodewijk de Friderici, maar tekent aan dat ook de schulden tot hun verantwoordelijkheid horen en dat hij het gedeelte van het minderjarige kind beheert. Getuigen zijn Jacob van Eijken en jan Zwaneveld, beiden tuinlieden, beiden te Alphen. |
![]() | 02-12-1830 | Alphen | Jacob Jurriaan François de Fredirici junior, planter in de Kolonie Suriname, te Alphen, op Raadwijk, machtigt Hendrik Mourits Wolff de Friderici, Willem Lodewijk de Friderici, beiden staande op het punt te vertrekken naar Suriname; benevens G.W. Rens, Camerling en Lambertus Thijm, alle drie te Suriname, om aan de schoonmoeder van de comparant Anna Hertog Jacobs, weduwe van Hendrik Mourits Wolff, te Paramaribo, over te dragen een huis, erf en tuin, in de Jodenbreestraat te Paramaribo, strekkende tot voldoening van het door wijlen comparants echtgenote, Jacoba Christina Wilhelmina Wolff, aan haar moeder, genoemde Anna Hertog Jacobs, bij legaat in haar testament te Paramaribo, besproken. Getuigen zijn Jacob van Eijken en Jan Zwaneveld, beiden tuinlieden, beiden te Alphen. |
![]() | 02-12-1830 | Alphen | Jacob Jurriaan François de Friderici junior, planter in de Kolonie Suriname, te Alphen op Raadwijk, machtigt zijn zoon Hendrik Mourits Wolff de Friderici, op het punt staande naar Suriname af te reizen, om voor hem de hypothecaire schuld op te heffen van 10-05-1810 van weduwe A. Hamilton en Meijers te Rotterdam op de plantage Wolffs Capourica te Suriname en Plantage Bellasoir. Getuigen zijn Jacob van Eijken en Jan Zwaneveld, beiden tuinlieden, beiden te Alphen. |
![]() | 20-11-1830 | Alphen | Elisabeth Johanna Andrau, echtgenote van Willem lodewijk de Friderici, planter in de Kolonie Suriname, op het punt staande naar Suriname te vertrekken, maakt haar testament en vermaakt haar nalatenschap behoudens het wettige gedeelte aan eventuele nakomelingen aan haar man W.L. de friderici; als zij kinderloos overlijdt, komt alles aan haar echtgenoot; als zij na hem overlijdt, komt de helft van haar nalatenschap aan haar echtgenoot en de andere helft aan diens erfgenamen. Tot executeur benoemt zij haar echtgenoot. Getuigen zijn Jan Zwaneveld, tuinman; Gijsbert Baas, dienstbaar; Klaas van Donk, schoenmaker, allen te Alphen; en Dirk Ruijsenaar, dienstbaar, te Oudshoorn. |
![]() | 20-11-1830 | Alphen | Willem lodewijk de Friderici, planter in de Kolonie Suriname, op het punt daarheen te vertrekken, thans te Alphen op Raadwijk, maakt zijn testament en benoemt tot zijn erfgename zijn echtgenote Elisabeth Johanna Andrau tot erfgename van zijn nalatenschap behoudens aan eventuele nakomelingen hun wettige portie; mocht zijn echtgenote voor hem overlijden dan komt de helft van zijn nalatenschap aan zijn erfgenamen en de andere helft aan de erfgenamen van zijn echtgenote; tot executrice stelt hij zijn echtgenote aan, zij mag tevens de roerende goederen tot zich nemen. Getuigen zijn Jan Zwaneveld, tuinman; Gijsbert Baas, dienstbaar; Klaas van Donk, schoenmaker; allen te Alphen; en Dirk Ruijsenaar, dienstbaar, te Oudshoorn. |
![]() | 20-11-1830 | Alphen | Hendrik Mourits Wolff de Friderici, student in de rechten, op het punt staande naar de Kolonie Suriname te vertrekken, thans nog te Alphen op Raadwijk, maakt zijn testament en benoemt tot enige en algemene erfgenamen zijn zuster Johanna Louise de Friderici en zijn broer Jacob François de Friderici, ieder voor de helft; tot executeur stelt hij aan zijn papa Jacob Jurriaan François de Friderici junior, te Alphen, wat betreft de nalatenschap in Nederland; in de Kolonie Suriname is dat zijn oom Willem lodewijk de Friderici, eveneens op het punt te vertrekken naar Suriname. Getuigen zijn Jan Zwaneveld, tuinman; Gijsbert Baas, dienstbaar; Klaas van Donk, schoenmaker, allen te Alphen en Dirk Ruijsenaar, dienstbaar, te Oudshoorn. |