Inventaris van de roerende goederen en papieren behorende tot de nalatenschap van Antje Jacobs Visser, weduwe van Willem Pietersz van der Hoorn, gewoond hebbende en overleden te Korteraar d.d. 27-09-1814. Op verzoek van Kors Kroft, veenman, wonende te Noorden onder Nieuwkoop, huisnr. 293 en van Maarten Vork, kastelein, wonende te Roelofarendsveen, huisnr. 69, als executeurs-testamentair, benoemd door Antje Visser bij testament d.d. 12-02-1814 verleden voor notaris C. van der Lee. De inventarisatie geschiedt ten behoeve van de erfgenamen Marijtje Visser, weduwe van Gijsbert van Leeuwen, Krijntje Visser, gehuwd met Pieter Kelder, Gerrit Visser, scheepmaker, Cornelia Visser, weduwe van Maarten Kok en Antje de Vries, weduwe van Cornelis Krook, allen wonende te Ter Aar in huisnrs. 6, 110, 49 en een ongenummerd huis. Een van de benoemde erfgenamen, Antje Visser, echtgenote van Jan Swart, schipper, is voor de erflaatster overleden. De goederen in de woning worden opgegeven door Willemijntje van der Hoorn, echtgenote van Jan van Veen, kastelein. Als schuldenaren worden genoemd de weduwe van Flip Hebbe en de erfgenamen van Hendrik Vork. Als schuldeisers worden genoemd Maaraten Vork, notaris Cornelis van der Lee en Petrus Johannis Heins. De baten van de boedel bedroegen 1.236 gulden 2 stuivers en de schulden 167 gulden 7 stuivers. Als getuigen waren aanwezig Leendert van Eijk, timmerman, wonende te Ter Aar huisnr. 189 en Teunis Maarleveld, veenman, wonende te Ter Aar huisnr. 185.