Cornelis Brak, timmerman en molenmaker en zijn echtgenote Antonia Gies, wonende in Steekt onder Alphen, huisnr. 58, verkopen aan Martinus van der Schaaf, eigenaar, wonende te 's-Gravenhage, op het Plein, wijk K nr. 412, voor 7/15 deel, Adriaan van Grieken, koopman in houtwaren, wonende aan de Oude Wetering onder Leimuiden, huisnr. 96, voor 5/15 deel en Carel Piek, koopman in houtwaren, wonende te Oudshoorn, huisnr. 45, voor 3/15 deel, een huis en erf, nr. 58 met een timmermans- en molenmakerswinkel en de gereedschappen, staande in Steekt onder Alphen, nabij het Goudse Rijpad, strekkende van de Rijndijk tot de Rijn, belend aan de ene zijde Jan Moerings en Simon de Jong en aan de andere zijde Ida Bartha Hoff, weduwe Adam Stratenis, bewoond door de verkoper. De verkoper heeft het perceel voor de helft verkregen uit de erfenis van zijn vader Pieter Brak en voor de wederhelft bij akte voor notaris Guillaume Brack te Zwammerdam d.d. 09-12-1812, verleden door de verkoper met zijn zwager Floris Immerseel en diens huisvrouw Leisje Brak. Het perceel is belast met een hypothecaire inschrijving, per resto groot 800 gulden blijkens genoemde akte verleden voor notaris Brack en nog een hypothecaire inschrijving, groot 900 gulden, blijkens akte verleden voor dezelfde notaris d.d. 23-12-1812. Beide inschrijvingen zijn gedaan ten behoeve van Floris Immerseel en zijn echtgenote Lijsje Brak. De koopsom, 1.800 gulden, is voldaan door overname bestaande hypothecaire schulden en kontante betaling van 100 gulden. Voor Martinus van der Schaaf treedt op zijn gemachtigde Hendrik Cannegieter, koopman in houtwaren, wonende te Alphen, huisnr. 158, blijkens akte d.d. 08-04-1814 verleden voor ntoaris Casparus Krieger te 's-Gravenhage. Getuigen zijn Dirk Verhoef, kastelein en Leendert van Duijker, daggelder, wonende te Aarlanderveen, huisnr. 269. Lias met afschrift van de machtiging, verleend door Martinus van der Schaaf aan Hendrik Cannegieter.