Theodore Schreurs, boer, wonende te Beegden, heeft gezegd en verklaard te hebben verkocht aan Antoine Leenaerts [ondertek.: Antoon Linnaers], hoefsmid, eveneens wonende te Beegden: 1.) een stuk bouwgrond, groot 16,8 are (= 80 [vierkante] roeden) gelegen in het Beegden Velt, grenzend aan de weduwe Dorsens en aan de erven van Severin Loven, aan het einde aan Joppen en aan de heide; 2.) een ander in het zelfde gebied, groot 19,43 are (93 roeden) grenzend aan Jean Putz en aan Jean Jeuken, aan het ene eind aan de erven Verheggen en aan het andere aan de heide. Het vruchtgebruik vangt voor het eerste perceel heden aan en voor het tweede op 30 november 1812 (St. André). De koopsom voor de aangegeven percelen bedraagt 120 franc (30 pattacons), De verkoper verklaart genoemd bedrag reeds in klinkende munt en tegen geldende koers van de koper te hebben ontvangen, waarvoor [hierbij] zonder voorbehoud kwijting gegeven wordt. De verkoper verklaarde [tevens] genoemd onroerend goed te hebben geërfd van zijn vader en moeder. Te rekenen vanaf 1 januari 1813 komen gewone en buitengewone lasten voor rekening van de koper. De akte is opgemaakt en gepasseerd te Roermond in het kantoor van de notaris op 1 maart 1811, in het bijzijn van de getuigen Jean Raemaekers, schrijnwerker, en Leonard Joosten, verver, beiden wonende te Roermond.