Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 57

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 57
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
57
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
gïLLÏÏSTRKEftD
Alle stukken en brieven , de Redactie betreffende , franco aan de Uitgevers : Gebe . Belinfante , te ' s Gravenhage .
Abonnementsprijs per kwartaal : een gulden .
WSIKBUö ¥©© 1
- V . * v . "\. -"_ - v -\. >/ w>.%A *\/\. \. v « i/w ^^. - v . -. V ". W ."^ - y % W\.V *- -\,-\. \. V ->- >. - V 1 . -<- \- " V . ^ V X X X X \,"\. %. " V 1 . V V
Verschijnt eiken Zondag .
TWEEDE JAARGANG . - JÊ 8.-18 FEBRUARI 1872 .
Bureel : Tweede Wagenstraat , 100 . ' S GRAVENHAGE .
Franco per post in alle deelen des Rijks , bij toezending vooraf van een postwissel a ƒ 1 .— of 20 postzegels a vijf cents .
Advertentiën : Prijs per regel 15 ets . — Abonnement 250 reg . 12 % et .; — 500 reg . 10 et .; — 1000 reg . 7%et .
Overstroomingen op Java .
— m»38 <*« —
an 24 tot 26 Januari hebben in de residentie Batavia zware overstroomingen plaats gehad , tengevolge van het buiten hare oevers treden , van drie rivieren . Op verscheiden plaatsen stond te Batavia het water vier voet hoog . Gedu-' ( Gedu- ) rende drie dagen was de gemeenschap afge-broken ( afgebroken ) . De voorloopige berichten gewagen van groote schade die is aangericht , hetgeen zich bij de vele bouw-gronden ( bouwgronden ) in deze residentie ( wier bevolking omstreeks 50,000 zielen beloopt ), lichtelijk laat verklaren .
Van vele zijden zijn in Nederland dadelijk opwek-kingen ( opwekkingen ) geschied om bijdragen tot hulp van de slachtoffers dezer overstroomingen te verzamelen . De herinnering aan den bijstand uit de overzeesche gewesten , bij soort-gelijke ( soortgelijke ) rampen aan het Moederland verstrekt , zal een prikkel te meer zijn om niet achterlijk te blijven hier-aan ( hieraan ) te beantwoorden .
De bijdragen die aan de Uitgevers van den /' Olijftak " mochten gezonden worden , zullen ten spoedigste worden overgemaakt .
^^ S^S^S^^J
MISS Eiiroi ,
O E AHMH BLÏHGE
Ecu verhaal uit liet dagelijkse ! leven ,
DOOR
WILKIE COLLINS .
TWEEDE GEDEELTE . NEGEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK .
ZIJ LEEKT ZIEN .
Bij ' t aanbreken van den nieuwen morgen schoot mij eene gedachte te binnen , die juist niet van de aangenaamste
soort was . Er was iets dat mijne verhouding tegenover Lucilla zeer bemoeielijkte , en waaraan Nugent noch ik had gedacht bij ' t afscheid nemen .
Bruinheuvel was nu verlaten . Wat zou ik bij de af-wezigheid ( afwezigheid ) der beide broeders aan Lucilla moeten zeggen , wanneer de gewaande Oscar haar dien dag het beloofde bezoek niet kwam brengen ?
In welk een doolhof van leugens had de eerste nood-lottige ( noodlottige ) verberging van de waarheid ons allen gewikkeld ! Het eene bedrog na ' t andere was er ' t gevolg van geweest ; het eene onheil na ' t andere had ons getroffen — en nu ik alleen stond te midden van al die moeie-lijkheden ( moeie-lijkheden ) , scheen mij geen andere keuze over te blijven dan het bedrog jegens Lucilla voort te zetten ! Ik had er echter meer dan genoeg van en ik schaamde mjj er voor . Bij het ontbijt vermeed ik alle verdere gesprekken over het onderwerp , nadat ik mij eerst had vergewist dat Lucilla haren bezoeker eerst tegen den middag ver-wachtte ( verwachtte ) . Na het ontbijt hield ik haar eenige uren aan de piano . Toen de muziek haar begon te vervelen , en zij weder over Oscar begon te spreken , zette ik mijn hoed op om eenige boodschappen te doen , die anders aan Zillah werden overgelaten , alleen met het doel om haar te ontwijken , en de treurige noodzakelijkheid om nog meer leugens te vertellen tot het laatste oogenblik te verschuiven . Het weer werkte mij in de hand . Het dreigde te regenen , en daarom stelde Lucilla niet voor mij te vergezellen .
Mijn boodschappen brachten mij naar eene boerderij op den weg naar Brighton . Nadat ik daar mijn zaken had afgedaan , zette ik mijn tocht voort , hoewel de regen reeds begon te vallen . Ik had niets aan dat kon bederven en in mijne tegenwoordige gemoedsstemming verkoos ik liever een nat pak dan naar de pastorij terug te keeren .
Toen ik ongeveer een mijl verder had geloopcn , werd de eentonigheid van den weg afgebroken door een open rijtuig , dat mij uit de richting van Brighton te gemoct kwam . De kap van het rijtuig was opgeslagen om den-gene ( dengene ) die er inzat voor den regen te beschermen . Toen ik voorbijkwam keek die persoon naar buiten , en ge -
lastte den koetsier op te houden met eene stem , die ik dadelijk als die van Grosse herkende . Onze beleefde oogarts drong er op aan ( met het oog op den zwaren regen ) dat ik dadelijk naast hem zou plaats nemen om met hem naar huis terug te keeren .
" Dit is een onverwacht genoegen ,// zeide ik . // Ik dacht dat gij Lucilla eerst tegen ' t einde der week zou dt komen opzoeken .//
Grosse keek mij door zijn brilglazen aan met eene waardigheid en deftighcid , mijnheer Finch zelven waardig .
» Wil ik u eens wat zeggen ? v zeide hij . // Gij ziet hier een verloren oogheelkundige naast u zitten . Ik zal gauw sterven . Wees zoo vriendelijk op mijn graf te zetten : De ziekte waaraan deze Duitscher overleed was — de lieftallige Fiench . Zoodra ik van haar weg ben — schenk mij uwe deelneming , ik heb daaraan zulk een behoefte — drijft mijn bezorgdheid over de jonge Miss mij weer naar haar toe . Die vermaledijde geschiede-nis ( geschiedenis ) met die twee broers wil me maar niet uit het hoofd . In plaats van den heelen nacht rustig te liggen snorken in mijn lekker ruim Engelsch bed , lig ik klaar wak-ker ( wakker ) op mijn kussens om te draaien in mijn bezorgd-heid ( bezorgdheid ) voor Fiench . Ik ben van daag voor mijn tijd hier . Waarvoor ? Om haar oogen te probeeren — denkt gij , Dan hebt ge ' t glad mis , mijn lieve mevrouw ! ' t Zijn niet haar oogen waarover ik me ongerust maak . Met haar oogen zal ' t wel gaan . Maar dat zijt Gij — en de anderen op de pastorij . Gij maakt mij zeer bezorgd over mijn patient . Ik vrees dat een van u allen haar de verwisseling van die tweelingbroers zal ter ooren doen komen ; en haar arm klein hoofdje op hol zal brengen , als ik er niet in tijds bij ben om het te beletten . Wilt gij haar nog een maand of twee stilletjes en bedaard laten ? Ach Gott ! Als ik daar maar stellig van verzekerd kon zijn , zou ik die zwakke nieuwe oogjes van haar wel van zelf laten bijkomen en naar Londen terugkeeren .//
Ik was van plan geweest hem tamelijk scherp te be-rispen ( berispen ) over zijn handelwijs om Lucilla naar Bruinheuvel meê te nemen . Na hetgeen hij nu echter had gezegd , was ' t noodeloos zoo iets te willen zeggen — en dubbel
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer