Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 38

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 38
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
38
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
6 DEOLIJFTAK .
Het stedeken Aardenburg vooral was bijna niet meer te verdedigen ; ja , men had zelfs de vestingwerken er van willen slechten , indien de staten van Zeeland dit n iet hadden verhinderd , dewijl zij opmerkten , dat met het verlies van dit plaatsje en van Sluis Zeeland voor den vijand open lag .
Toen nu in 167 -> veel aan den vijand moest prijs gegeven worden , om de kracht van ons kleine leger in eenige voorname plaatsen samen te trekken , had ook bijna de geheele bezetting van Aardenburg onder haar bevelhebber Kaauw naar Sluis moeten vertrekken , en waren er slechts 30 soldaten onder bevel van den vaandrig Elias Beekman in de zwakke vesting gebleven ; terwijl er inliet magazijn bijna geen krijgsvoorraad gevonden werd , en maar negen kleine veldstukkcn , waaronder slechts vier bruikbare , de eenige verdedigingsmidelen waren .
Wat dapperheid , trouw en vaderlandsliefde , ook me geringe macht en de gebrekkigste hulpmiddelen , vermogen , — hoe Aardenburg zich onverwelkel ijkenroem verwierf , waardig door een dankbaar nageslacht herdacht t e worden ,— dit zullen wij in het volgend verhaal trachten te schetsen .
In de woonkamer van een der aanzienlijkste huizen van Aardenburg , volgens de eenvoudigezeden onzer vaderen voorzien van degelijke maar weinig sierlijke meubelen , vinden wij op den avond van 25 Juli 1672 het huisgezin bijeen .
Op het gelaat van den heer des huizes , den voorzit-t ( voorzit-t ) enden schepen of burgemeester van Aardenburg , Rooman , staat ernstige bezorgdheid te lezen : hij heeft zoo even een brief ontvangen , waarin hem bericht wordt , dat eene afdeeling van het Fransche leger , 6000 man sterk , onder bevel van den markgraaf van Nar.ere , de stad naderde ; en aan gade en dochter heeft hij deze ontrustbarende tijding medegedeeld .
Rooman was een echt Nederlander der zeventiende eeuw : moedig , trouw en vaderlandslievend ; een krachtige vijftiger , over wiens hoofd menige storm was henengewaaid en wiens oog kalme rust en bezadigdheid teekende ; zijne gade , Margaret ha Sandra , was eene kloeke huisvrouw , wie men het kon aanzien , dat zij in den nood voor haar vaderland niet zou schromen een Kenau Hasselaar te worden ,; en hare twintigjarige dochter Maria toonde door den fleren blik barer schoone oogen , dat zy eene waardige spruit van zulk een echtpaar was .
" Zoo zullen wij dan een bezoek van de Franschen krijgen !» aldus brak Rooman de stilte af , die op het voorlezen van den brief gevolgd was , terwijl moeder en dochter het borduurwerk , waarmede zij bezig waren , hadden ncdergelegd . " Maar als de raadsleden denken en willen als ik , dan zullen wij toonen dat wij Neder-landers ( Nederlanders ) zijn , ons voorgeslacht waardig , dat . tachtig jaren den strijd tegen de Spaansche tirannie volhield ." — " Ik had niets anders van u verwacht , mijn vriend !* sprak Margaretha , " maar toch , het , doet mij genoegen zulke woorden uit den mond van mijn echtgenoot te hooren . Foei ! schande over de lafhartigen en verraders : die zonder verdediging de hun toevertrouwde steden den vijand overgaven ! Mij dunkt , Ripperda en van der Werff zouden zoo iets van hun nageslacht niet hebben verwacht !" — " Maar , vader ! wat zult gij teren zulk eene groote overmacht uitvoeren ? Aardenburg is klein , en dertig soldaten ter verdediging ..."
" Doch mijn Elias voert hen aan , en — hij is geen verrader of lafhartige ; hij is trouw en dapper ," zeide Maria : en haar boeze-.n golfde van geestdrift bij deze woorden . — " Ja , mijn vriend ! weinige dapperen ver-mogen ( vermogen ) veel , ook bij gebrekkige hulpmiddelen ; en , bij den hemel ! die zijn ook gering : zwakke , bijna verval-len ( vervallen ) vestingwerken , die men , zoo onze Staten dit niet geweerd hadden , nog wel had willen slechten ; eenige bijna onbruikbare veldstukjes , om op de wallen te plaatsen ; slechts een konstabel , om die te bedienen , en een bijna ledig magazijn van krijgsmaterialen ." — " De schuld hiervan ligt bij den raadpensionaris en zijne partij : hij vertrouwde immers altijd op den heerschzuch-tigen ( heerschzuch-tigen ) Lodewijk ? het zou anders zijn , als de prins van Oranje stadhouder ware geweest."—"Zacht wat , vrouw -
lief ! Ook wij zijn blijde , dat wij binnen kort weder een stad-houder ( stadhouder ) zullen hebben ; maar de " W itt meende het goed , al vertrouwde hij Engeland het minst . En is Karel II beter gezind jegens onze republiek dan^de Fransche koning die ons haat ?*
De deur werd geopend en de dienstmaagd diende den vaandrig , Elias Beekman , aan . Een blos van blijdschap kwam op de wangen van Maria , toen de flinke jon-geling ( jongeling ) en krijgshaftige officier hinnentrad , die , na zijn beminde omhelsd , hare moeder met achting gegroet en Rooman de hand gedrukt te hebben , terstond zijn vol gemoed lucht gaf met de woorden : » Hebt gij ' t gehoord ? Morgen zal een Fransch leger Aardenburg opeischen , maar al ben ik slechts vaandrie en heb ik niet meer dan dertig man onder mijn bevel , liever wil ik sterven in den ongelijken strijd , dan de vesting zonder verdedi-ging ( verdediging ) overgeven !»
" En ik zal u ter zijde staan !» antwoordde Rooman . " Morgen zal ik eene raadsvergadering doen beleggen en mijne ambtgenoot en aan hun eed en plicht herinneren , dan zullen wij den burgers moed trachten in te boezemen . Overleggen wij inmiddels , hoe wij de vestingwerken zullen versterken ! Haasten wij ons !" — " Reeds heb ik bericht naar Huis gezonden ,» zeide Beekman , " men zal ons , wanneer wij den eersten aanval maar doorstaan , zeker van daar hulp zenden .... Maar zou het niet goed zijn , dat uwe vrouw en mijne Maria nog dezen nacht de stad verlaten ? Voor vrouwen toch valt er in eene belegerde veste niet veel te doen !« — « Nooit !" antwoord-den ( antwoordden ) beiden — " En // zeide Margaretha , // zou ik , zou mijne dochter eene Nederlandsche vrouw mogen heeten , als wij het gevaar ontvluchtten en u niet ter zijde stonden ? Is er niets voor ons te doen ? Kunnen wij niet de ge-wonden ( gewonden ) verplegen , kogels hakken en gieten , de sol-daten ( soldaten ) en burgers door onze woorden bemoedigen , ja zelfs liet zwaard aangorden ? — " Vrouw !" sprak Rooman , " ik verwachtte van u niets anders : gij zijt uw geslacht waardig .// — " Maria ! zoo ik kon , dan beminde ik u nog meer !// riep Beekman uit , en omhelsde de moedige maagd . — " Het zij dus zoo !// sprak de vader . " Begeeft u thans ter ruste : de vaandrig en ik hebben nog veel samen te overleggen ."
Een groot gedeelte van den nacht wijdden beide
mannen aan ernstige gesprekken over hetgeen men den
volgenden dae te verrichten had . De beide vrouw-en ,
die toch bij al haar moed gevoelden aan welk gevaar
hare dierbaren zich zouden blootstellen , baden God om
hulp , kracht en bescherming voor hen en alle stadge -
nooten .
( Wordt vervolgd .)
^= ï>*>5 >=*>*>-
Voor den wind - tegen stroom .
( Met eene afbeelding .)
Zoo langs het walletje te varen Met goeden wind en gladde baren ,
' t Is voor den zeerob spelenstijd ; Maar tegen wind en woeste stroomen Te sturen , stevig op te komen ,
Dat eischt zijn oog , zijn kracht en vlijt !
Dus als de stormen buldren , gieren Vrij doek èn vlag te laten zwieren ,
Dat teekent ferm een Jan-kordaat : Geen holle zee kan hem vertsagen , Hij ziet zijn doel , de haven , dagen :
Daarheen , trots branding , voert Jan-maat !
De wimpel waait vol vreugd ter spitse , De moed , die pal staat , is de gidse ,
De geestkracht houdt het roer ter hand ; Dat vrij de blanke zeilen zwellen , Zij doen — met God — het vaartuig snellen
Op het luid hoezee , van dek en strand !
SCHETSEN UIT HET TRANSVAAL
DOOR
THOS . BTITOEFfcS .
{ Uit hel Kaapsche Volksbltid .) N ». I . — HET LAND .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer