Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 307

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 307
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
307
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
3
van het kind , en terwijl zij hare blonde lok-ken ( lokken ) stieelde , voerde zij het weder naar buiten . Daarop zeide zij met eene bevende stem : « Niet waar , ik moest voorde mijnen zorgen ?»
« Zeker , zeker !» stotterde ik , « maar toch mevrouw , ben ik van gevoelen dal zelfs het edelst doel een bedrog ', laat staan een be-roep ( beroep ) dat op steeds herhaald bedrog gegrond is , niet rechtvaardigen kan !»
Bij het woord « bedrog » scheen zij te hui-veren ( huiveren ) . « Is dat niet een hard woord '.'')) vroeg zij , en met nog meer klem voer zij lot hare verdediging aldus voort : « Ben ik dan inder-daad ( inderdaad ) eene bedriegster ? Herinnert gij u niet meer hoe vaak gij in Keulen het talent in mij bewonderdet van bij eene ontmoeting met vreemden uit hunne gelaatstrekken , hunne bewegingen , uit enkele schijnbaar onverschillige uitdrukkingen terstond en als bij instinct een nauwkeurig beeld van hun inwendig karakter te ontwerpen , en verraste , het u niet dikwijls wanneer ik uit de uiter-lijke ( uiterlijke ) verschijning over hunne mij onbekende levensgeschiedenis gevolgtrekkingen wist te maken ? Immers het was slechts de onbe-grensde ( onbegrensde ) liefde voor mijn Alphons , die mij blind deed zijn voor zijne zwakheden ; hon-derd ( honderd ) malen heb ik nu sedert een jaar tot mij zelve gezegd dat ik bij bedaarde opmerking van den eersten dag van ons huwelijk af , zijne ongelukkige neiging tot het spel had moeten ontdekken !
« Wat doe ik nu anders dan dat ik dat talent , waarmede ik vroeger mijne gasten uit aardig-heid ( aardigheid ) bezig hield , tot mijn voordeel aanwend ? — Daar komt b . v . een zeventienjarig meisje , in een elegant toilet , schuw en vreesachtig , om mij over hare toekomst te raadplegen , en na twee minuten weet . ik , zonder dat zij het mij zegt , dat zij de dochter van een ' rijken bankier is ; hare vreesachtigheid zegt mij dat zij zonder verlof van haren vader tot mij komt ; dat zij mij nogtans is komen raadplegen , verraadt mij dat zij bemint , heimelijk en zonder weten harer verwanten bemint . Zij ( rekt den handschoen van hare kleine , bevende hand , om zich uit de lijnen daarvan te laten waarzeggen ; ik zeg haar dat haar hart niet meer vrij was ; zij bloost ; ik voeg er bij dat haar minnaar een voortreffelijk mensch was , zij verheft haren nedergeslagen blik en een glimlach van ge-luk ( geluk ) , van verrukking verheldert haar gelaat ; ik prijs zijn edel karakter , dat vrij was van alle baatzucht . Bemint dan ooit een zeven-tienjarig ( zeventienjarig ) meisje , zonder aan het voorwerp harer liefde de schoonste kleuren harer fan-tasie ( fantasie ) toe te kennen ? Reeds heeft zij ver-trouwen ( vertrouwen ) jegens mij opgevat , en , vrijmoediger geworden , beweer ik dat hare verwanten niets van hare liefde wisten en die , wan -
ij neer zij achter het geheim kwamen , zouden jj afkeuren . En het zachte beven harer hand verraadt mij , ook zonder dat zij eene syl-labe ( syllabe ) antwoordt , dat mijne vermoedens juist
i waren . Wanneer ik haar nu ze " dat zij
I " J
jegens haren minnaar achterhoudend en
voorzichtig moest zijn en daarentegen haar vertrouwen schenken aan het lid harer familie , dat zij het meest hoogschatte en dien haar geheim meèdeelen ; dat zij dan , wel is waar , in den eersten tijd veel verdriet zou hebben , haar leven echter ten laatste gelukkig zou zijn enz ., — wie bedrieg ik dan ? ol ' bezondig ik mij wellicht door dezen verstandiger ! raad aan het jonge meisje ? Zij komt tot mij om voor geld , hoop te erlangen en zij ontvangt van mij wat zij wenscht ; ik beloof haar het bezit van haren geliefde met , maar j voorspel haar slechts in't algemeen een leven , rijk aan geluk wanneer zij verstandig handelt en zich in acht neemt voor dwaze en over-ijlde ( overijlde ) stappen . En heb ik geen recht , haar zulks te voorspellen ? Ik zie inderdaad niet in , hoe in deze handeling iets onzedelijks liggen kan .»
Zij zweeg andermaal om aan de uitdruk-king ( uitdrukking ) van mijn gelaat te toetsen , welken indruk hare verdediging op mij gemaakt had , doch zij scheen over hare waarneming weinig vol-daan ( voldaan ) te zijn , want nog eer ik mijne gewaar-wordingen ( gewaarwordingen ) kon uiten , zeide zij : « Ik zie dat ik u niet overtuigd heb .»
« Gewis niet !» gaf ik ten antwoord , « ik bewonder inderdaad het verstand waarmede gij te werk gaat en geloof gaarne dat uw hart te edel is om door uwe voorspellingen dwaze wenschen te voeden en laakbare verwachtingen op te wekken bij hen die uwen raad inroepen , maar moet gij niet zelf be-kennen ( bekennen ) dat de manier waarop gij dien raad geeft , er op berekend is om te misleiden , doordien gij op de wijze des kwakzalvers met eene zoo ' t heet , geheime kunst pronkt , terwijl uwe voorspelling toch niets anders is dan het uitvloeisel van het gezond ver-stand ( verstand ) ?»
« Bestaat er éen koopman ,» vroeg zij daarentegen , « bestaat er een enkele arts die geheel vrij is van kwakzalverij?—ja bijna zou ik willen vragen : welke stand is er niet mede behebt ? En ten andere , wanneer de boer den horologiemaker of den telegraphist voor een toovenaar houdt omdat hij hun bedrijf niet begrijpt en hun dus geheime wonder-kracht ( wonderkracht ) toeschrijft , zijn zij daarom dan kwak-zalvers ( kwakzalvers ) ?»
Ik was het in dat ongenblik niet met mij-zelven ( mijzelven ) eens , hoe ik deze spitsvondigheden , waarvan ik de onwaarde toch meende te ge-voelen ( gevoelen ) , zou kunnen wederleggen , terwijl mij gelijktijdig de meewaardigheid voor de
zwaar beproefde vrouw , voor wie mijn hart jaren geleden vurig geklopt had , verbood , haar door mijne bedenkingen te verontrusten en op nieuw oplezetten nadat het haar wel-licht ( wellicht ) moeite had gekost de tegenkantingen van haar eigen hart te smoren . Daarom brak ik het gesprek af , te meer wijl hare mede-deelingen ( mede-deelingen ) omtrent den dood haars echtge-noots ( echtge-noots ) mij diep hadden ontroerd en ook om-dat ( omdat ) het gesprek voor beide partijen pijnlijk begon te worden . Nadat ik dus beloofd had , aan hare vriendelijke noodiging om haar aldra weder te bezoeken , eerstdaags gevolg te geven , keerde ik huiswaarts , om aan mijne moeder het zonderling avontuur dat mij beje-gend ( bejegend ) was , medetedeelen .
Den volgenden dag leed ik aan koorts , doch mijn krachtig gestel overwon weldra den kleinen nasleep mijner ziekte , en na verloop van acht dagen bezocht ik mevrouw von Kreij op nieuw , om mijne belolte te vervullen . De tusschentijd had mij gelegen-heid ( gelegenheid ) gegeven om over mijne betrekking met haar natedenken ; ik had besloten om de herinnering aan onze strijdvraag te vermijden , en haar voor ' t overige in elk opzicht mijn ' raad en , zoo ver mijne beperkte middelen het ver-oorloofden ( veroorloofden ) , mijne hulp aantebieden . Toen ik bij haar aangemeld werd , kwam zij mij aan de deur te gemoet , reikte mij de rechterhand en zeide met kennelijke blijdschap : « Hoe braaf dat gij terugkomt , daar wij toch in den strijd over onze beschouwingen ge-scheiden ( gescheiden ) zijn ! Nu weet ik ten minste dat ik uwe achting nog bezit ; gij kunt niet gelooven hoe angstig ik afgewacht heb of ook gij de weduwe van den vriend uwer jeugd van de lijst uwer bekenden zoudt schrappen . »
Jk nam plaats , verontschuldigde mij wegens mijn uitblijven , als gevolg mijner ongesteld-heid ( ongesteldheid ) , en verzekerde haar dat mijn eerste uit-gang ( uitgang ) , nadatwij elkander gezien hadden , mij tot haar gevoerd had . Zij gaf herhaaldelijk hare vreugde te kennen en haar gelaat vertoonde daarbij voor het eerst niet dien trek van stompe smart die onlangs een zoo diepen indruk op mij gemaakt had . Daarop vroeg zij hoe het met mijne wond gesteld was , wenschte van mijne ervaring op het slag-veld ( slagveld ) te hooren en ik moest haar veel ver-halen ( verhalen ) . Toen ik ten einde was , viel het ge-sprek ( gesprek ) op hare laatste dagen in Keulen en de tijd verliep mij bij deze verstandige vrouw zoo snel , dat ik , op de klok ziende , verschrikt opsprong en verschooning vroeg voor mijn lang bezoek .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer