Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 299

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 299
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
299
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
voorgangers tweemalen door de Portugeezen zijn bezocht . « Zijne stad bevindt zich aan den noordoostelij ken oever van hel meertje Mofwe , dat twee a drie mijlen breed en omstreeks vier mijlen lang is . Het heeft ver-scheidene ( verscheidene ) kleine met riet begroeide eilandjes , en levert eene groote hoeveelheid visch — eene soort van baars . Het staat in geenerlei verbinding met de meren Luapula of Moero . Ik bleef veertig dagen te Cazemba ."
lin dat is letterlijk alles wat Dr . Livingstone zegt aangaande dien geheimzinniger ! vorst , zijn land en zijn volk . Uit zijn vroegeren blief , uit de « stad Cazemba » geschreven , zien wij dat hij zich daar den 14 December bevond , maar dit is ook alles .
In afwachting van de belangwekkende be-schrijving ( beschrijving ) , die onze reiziger zal hebben te ga\en aangaande een gedeelte van Afrika , dat bijkans geheel onbekend is , vestigt de geleerde Ch . T . Beke , in een overzicht daar-van ( daarvan ) in een Engelsch tijdschrift , de aandacht op zes artikelen , onder den titel van : « De streken van Cazemba en Dr . Livingstone's jongste onderzoekingen ,» die in het tweede deel van de Illustrated Travels voor-komen ( voorkomen ) , terwijl hij diezelfde artikelen heeft bijeenverzameld en vertaald , hoofdzakelijk uit het werk van majoor A . C . P . Gamitto : « O Muata Cazembe ,» in 1854 te Lissabon uitgekomen : zijnde een verhaal van de tweede zending door den Portugeeschen gou-verneur ( gouverneur ) van de R*ios de Sena naar het hof van Cazemba in ' t jaar 1831 volbracht .
« Zooals wij reeds zeiden , bleef onze En-gelsche ( En-gelsche ) reiziger , Dr , Livingstone , veertig dagen aan het hof van den Muata Cazemba , en daarna schijut hij van plan te zijn geweest zijn reis zuidelijk naar het meer van Bang-weolo ( Bang-weolo ) voorttezetten ; maar de regen was inge-varen ( ingevaren ) , en dit meer was bekend als zeer ongezond ; en daar hij volstrekt geen genees-middelen ( geneesmiddelen ) bezat , dacht hij dat het onverstandig zou zijn in dat jaargetijde verder te trekken . Hij keerde dus noordwaarts terug , met het voornemen naar Ujiji te gaan , aan de oost-zijde ( oostzijde ) van Tanganyika , alwaar hij goederen had liggen , en daar hij langer dan twee jaren niets van de wereld had vernomen , hoopte hij daar tegelijkertijd brieven te ■* ^ nden , doch toen hij nog dertien dagen van Tanganyika verwijderd was , werd hij tegen-gehouden ( tegengehouden ) door den overmatigen toevloed van water . Een troep inboorlingen , die hem tege-moet ( tegemoet ) kwam , deelde hem mede dat hel land zoodanig was overstroomd , dat men dikwijls tot aan het midden door het water moest waden , terwijl er slechts enkele droge plaatsen waren , die zeer moeielijk waren te vinden . Deze vloed duurt voort tot Mei of Juni . « Ten langen laatste :» zegt de reiziger ,
DE O L IJ F T A K .
« begon mijn werkeloosheid mij zoodanig te vervelen , dat ik op mijn schreden terug-keerde ( terugkeerde ) naar Cazemba ." Dezen tweeden keer schijnt hij daar echter niet lang te zijn ge-bleven ( gebleven ) , daar wij hem den 8 Juli 1868 aan het zuidelijk meer Bangweolo terugvinden , toen de vloed nauwelijks had opgehouden :, en inderdaad , de volgende beschrijving van zijne ontmoetingen op den weg door het water , moet worden aangemerkt als toepas-selijk ( toepasselijk ) op dit gedeelte van zijne reis , hoewel het begin betrekking schijnt te hebben op het gedeelte , dat ten noorden van de stad Cazemba is gelegen . — Om eenig denkbeeld te geven van de overstrooming , waardoor eenigermate het gedeelte van den Nijl bene-denwaarts ( bene-denwaarts ) wordt gevormd , moest ik twee riviertjes doorwaden , die in het noordelijk gedeelte van het meer Moero uitwateren ; het eene was een dertig , het andere een veertig ellen breed , door bruggen overdekt : het eene was een vierde , het andere een halve mijl overstroomd aan beide zijden . Daaren-boven ( Daarenboven ) had een de Luao , eene vlakte naast het meer Moero , onder water gezet , zoodat het water over een groot gedeelte van de knieën tot boven de borst reikte . De vlakte bestond uit zwart moeras , met gras begroeid , dat ons totover het hoofd reikte . Wij moesten het pad volgen , waarin op sommige plaatsen door de voeten van voorbijgangers diepe voren waren gegroefd . Gedurig vielen wij daarin , en zakten tot over de enkels in zachten modder , terwijl honderden blazen opborrelden die in het uiteenspatten een vreeselijken stank verspreidden . Vier uren lang moesten wij op die manier doorwaden — de laatste mij 1 was nog het ergst e en wij waren recht verheugd toen wij daaruit kwamen en den zandigen oever van de Moero bereikten , waar wij ons in het zuivere lauwe water baadden . Toen wij den oever van het meer volgden , door-waadden ( doorwaadden ) w ij in ' t eerst
Vervolgens zegt Dr . Livingstone : « Een daarvan , de Chungu , wekt eene treurige belangstelling op , daar de ongelukkige Dr . La-cerda ( La-cerda ) daar zijn dood vond . Hij wasdeeenige Portugeesche bezoeker , die eenige weten-schappelijke ( wetenschappelijke ) opleiding had genoten , en daar breedte van de stad Cazemba tot de Chungu door hem vijftig mijlen verkee . J berekend is , schijnt het dat zijn geest door de koorts bene-veld ( beneveld ) was , toen hij zijne laatste waarnemingen deed , en iedereen . die weet wat dat zeggen
3
wil , zal met toegevendheid op deze vergissing neerzien .» Onze reiziger vergist zich hier echter zeer , want Dr . Lacerda , de eerste Portugeesche afgezant naar het hof van Cazemba in 1792 , die sterrekundige aan het Kon . observatorium te Lissabon was geweest , deed zijne laatste waarneming op den 21 September van dat jaar , te Chama « Mouro Achinto ») welke plaats hij op 10 ° 20 ' 35 " N . B ., en 30 ° 1 ' 45 " O L . stelde , en eerst op den 18en der volgende maand ( October ) overleed hij , en werd hij in de vallei van de Chungo , niet ver van de residentie Cazemba , begraven . Op de kaarten is er een afstand van ruim honderd-vijftig mijlen tusschen de beide plaatsen , zoodat , wanneer . Chungu . verkeerd is geplaatst , dit niet aan Dr . Lacerda is te wijten .
« Het eenvoudige feit verdient opmerking , dat toen de leden van het tweede gezant-schap ( gezantschap ) in ' t jaar 1831 deze plaats bereikten , zij daar een hut vonden , onder toezicht van een Muine-mashama ( Muine-mashama ) ( een graf be waarder ); de plek was dus drie en dertig jaar lang heilig gehouden , als het graf van den betreurden Geral ( generaal ) van de Mozungo's (« wijze mannen » zooals alle blanken worden ge-noemd ( genoemd ) ) ; dit was de titel waaronder de gou-verneur ( gouverneur ) der provincie van de Rios de Sena ( hetgeen Dr . Lacerda was ) in het gebied der Cazemba bekend staat . Het zal belangrijk zijn van Dr . Livingstone te vernemen , of deze herinnering aan een groot , geleerd en braaf man nog bestaat .
« Ik heb gezegd dat onze reiziger den 8sten Juli 1867 van het meer van Bangweolo schreef . Hoe lang hij daar bleef , wat hij daar deed , en waarheen hij het eerst zijne schreden wendde , zijn wij nog niet te weten gekomen . Maar het schijnt dat hij in deze omstreken groote nasporingen heeft in ' t werk gesteld , want hij geeft de volgende opsom-ming ( opsomming ) van de rivieren , die hij toen beschouwde als de bronnen van den Nijl uitmakende .
« Het is niet de bron vaneen enkel meer , maar van ruim twintig . Het meer Liemba , dat mogelijk een arm van de Tanganyika is , heeft vier rivieren die zich daarin ontlasten .
Wanneer men deze vier rivieren
als een afwaterings-lijn beschouwt ( een vijfde van de Marungu moet er nog worden bij-gevoegd ( bijgevoegd ) ), dan vloeit de Chambeze zijwaarts naar het midden van een groote vallei , en ontvangt daar drie stroomen even groot als de Isis te Oxford , of de Avon bij Hamilton . De Chambeze stroomt in het meer Bangweolo en neemt twee rivieren in zich op , verandert daarop van naam en neemt dien van Luapula aan , en ontvangt noordwaarts stroomende nog twee rivieren , elke ongeveer vijftig ellen breed . De Luapula ontvangt er nog een , en
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer