Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 267

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 267
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
267
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE O LIJP'TAK .
3
zijn vaderland als vesting van zooveel beteekenis is , verrijzen voor zijne ver-beelding ( verbeelding ) . Als kind heeft hij er gespeeld en gedarteld , als knaap en jongeling zooveel heil genoten . Ieder plekje van die vaderstad is hem dierbaar . Als schoolmeester , hoewel nog jeugdig man , heeft hij de kinderen in de wetenschap onderwezen , hen op het voorgeslacht doen staren , van God , Neder-lands ( Nederlands ) waren bevrijder van de , Spaansche tirannie , gesproken , het Oranjehuis doen liefhebben en nu .... dit geliefde Koevorden zou in handen blijven van den vijand ? Neen ! dat kan , dat mag niet , zijn plan moet gelukken .
Maar denkt hij aan het verledene ; eene schoone toekomst straalt hem ook tegen . Meindert van Tienen bemint . In Groningen heeft hij eene schoone Nederlandsche maagd leeren kennen , die al zijne liefde waardig is , en hem met wederliefde be-loont ( beloont ) . Zij is eene weeze . Johanna van der Korf is de dochter van een officier , die in ' t begin van den oorlog in 1672 is ge-sneuveld ( gesneuveld ) . Haar vader heeft haar niets nage-laten ( nagelaten ) dan de nagedachtenis aan zijn moed en zijne dapperheid . Maar ook schoon , edel en moedig is zij , het echt Nederlandsch meisje . Karel van Rabenhaupt heeft haar in zijne woning genomen . Zij verzorgt sedert als een eigen kind den grijzen krijgsman en wanneer haar weldoener , na dapperen strijd bij de verdediging van Groningen in zijne woning treedt , dan is het hare 7 chte hand , die hem de wapens ontneemt , zijn krijgsrok met een huiskleed verwisselt en door hare kinderlijke liefde en dank-baarheid ( dankbaarheid ) hem de woning tot een tempel van geluk maakt . Heeft hij haar vader gracht , de dochter heeft hij nu als vader lief , en veel invloed oefent zij uit op den Nederlandschen held .
Bij de gedurige bezoeken , die van Tienen bij Rabenhaupt heeft moeten afleggen , om dezen tot zijn plan over te halen , heeft hij de schoone maagd leeren kennen en beminnen . Achting voor den jeugdigen geleerde en dapperen man heeft bij Johanna liefde gekweekt . Na wederzijdsche verkla-ring ( verklaring ) en de verkregen goedkeuring van Rabenhaupt is het tweetal verbonden , en het plan bestaat , om zoodra van Tienen weder , na het vertrek der Munstersche troepen , in Koevorden zijne betrekkingen van landmeter en schoolmeester kan uit-oefenen ( uitoefenen ) , hunne liefde door een huwelijk te bezegelen .
Johanna van der Korf is natuurlijk met het plan tot verrassing van Koevorden van haar dierbaren van Tienen bekend . Zij is Nederlandsch meisje , zij is moedigen juicht het dus 1oe . Maar zij is ook vrouw , en ziet dus in het gelukken daarvan de ver-rij ( ver-rij ) zing van den dageraad haars geluks . Geen wonder dus , dat zij al haar invloed op haar weldoener van Rabenhaupt ge -
bruikt , om dezen tot de uitvoering over te halen .
Daarom dan straalt heden van Tienen eene heerlijke toekomst tegen . Daarom verwijlt hij in schoone droomen . Heeft hij aan zijn vaderland gedacht , heeft hij ruste-loos ( rusteloos ) gewerkt voor zijn Koevorden , thans hervat de liefde hare rechten . Hij kan dit te veiliger doen , omdat juist zijne Johanna de beste steun voor hem is bij Piabenhaupt , omdat de verlossing van Koevorden ook de zegepraal van zijne en hare liefde is . Nog gisteren heeft hij haar gesproken , en zij heeft hem verzekerd , dat haar wel-doener ( weldoener ) vooral door hare redeneeringen bijna voor zijn plan gewonnen is . Morgen zal hij met zijne kaarten en geschrevene plannen Rabenhaupt bezoeken , hem alles voorleggen en verklaren en dan — zal en moet het gelukken .
Weder hoort hij den ratel van den nacht-wacht ( nachtwacht ) en de stem , die aankondigt , dat het twee uren in den nacht is . Van Tienen zoekt zijne eenvoudige legerstede op om te slapen en te droomen van Koevordens verlossing en de bekrooning zijner liefde .
(_ lV~ordt vervolgd .)
RUSLAND .
Peter de Groot e ,
ALS STICHTER DEP , ACADEMIE VAN WETEN-SCHAPPEN ( WETENSCHAPPEN ) TE ST . PETERSBURG -.
REDEVOERING ,
GEHOUDEN IN DE PLECHTIGE ZITTING DIER ACADEMIE VAN Si MEI 1872 , DOOR DEN SECRETARIS
K . S . WESSELOWSKY .
( Vervolg .) Terwijl Peter zich met de grondvesting van de Academie bezig hield , was in zijn helderen geest reeds de overtuiging geworteld dat de wetenschap op zich zelve in hare afgetrokken beteekenis allerwegen . en zooveel te meer nog in Rusland , slechts voor een kleinen kring van mannen , die op dezen weg alleen door de voor-zorgen ( voorzorgen ) der regeering kunnen worden onderhouden , het voorwerp van werkzaamheid kan zijn ; bij de overweging van den toenmaligen toestand der beschaving ' in Rusland wilde hij tevens , dat het door hem gestichte college ook een middelpunt zou worden van waar de wetenschap door onder-richt ( onderricht ) en werkdadige aanwending in het leven indringen zou . Zoodoende moest de Academie , volgens het denkbeeld van haar stichter , een dub-bel ( dubbel ) doel vervullen . Vooreerst wilde hij , dat de wetenschap ook in Rusland in hare hoogste , vol-strekte ( volstrekte ) beteekenis zou worden gevoedsterd . Ue be-scherming ( bescherming ) van die geleerdheid legde hij den Staat ten plicht op , daar hij wenschte , dat tot roem des Vaderlands ook de Russen aan den algemeenen arbeid ter vervolmaking van de wetenschappen hun aandeel zouden toebrengen . * De Academie-leden ,// zeide hij , // moeten vertrouwen en eere in Europa winnen , daar zij door de daad moeten bewijzen dat ook bij ons voor de wetenschap wordt ge -
werkt en dat het tijd is , dat men ons niet langer voor barbaren houde , die de wetenschap geringschatten . Ten andere , zal de Academie zoodanig moeten worden ingericht , dat zij '/ door voorlichting en koestering van de kunsten en ' wetenschappen voortaan ' t volk nut aanbrenge .'' Daarom moest de Academie uit de bekwaamste en geleerdste mannen bestaan , « wier bestemming in-zonderheid ( inzonderheid ) moest zijn : « de wetenschap te doen groeien en tot hoogere volmaaktheid optevoeren ,// maar tevens hadden zij ten taak : jongelieden in het openbaar te onderrichten wanneer eenige hunner ' t mochten wenschen ,// dat wil zeggen , openbare voordrachten te houden voor diegenen die dit verlangen mochten en bovendien eenige jonge lieden tot opleiding bij zich te nemen , die dan zelve in staat zouden zijn , jongelieden in de eerste beginselen aller wetenschappen te onderrichtten . Ten einde aan die oogmerken te beantwoorden , moest de academie uit drie , nauw met elkander verbonden deelen bestaan . Vooreerst uit de eigenlijke Academie , wierieden zich '/ aan de vervolmaking van kunsten en wetenschappen zullen laten gelegen zijn , en des noodig door hunne kennis de regeering voor-lichten ( voorlichten ) " en tot de invoering en verspreiding van // de vrije kunsten en manufacturen // werk-zaam ( werkzaam ) zullen zijn ; — ten tweede uit de Universiteit , waarin de academie-leden voorlezingen in ' t openbaar zullen houden // over de kunsten en wetenschappen :» — ten derde , uiteen Gymnasium , waarin de adjuncten of voedsterlingen der acade-mieleden ( acade-mieleden ) de jonge Heden in de eerste grondslagen der wetenschap onderricht geven en voorbereiden tot hunne opleiding voor de universiteit , tot hunne opkweeking tot onderwijzers voor de scholen enz .
Peter mocht de opening van de door hem ontworpen instelling niet aanschouwen . Volgens het getuigenis van een tijdgenoot , beval hij op zijn sterfbed aan keizerin Catharina de laatste schepping van zijn genie aan en liet haar over , zijne ontwerpen ten opzichte der academie te verwezenlijken . Trouw aan de nagedachtenis des grooten monarchs , legde zijne gemalin deze laatste beschikking op degelijke wijze ten uitvoer . Niet langer dan een half jaar na Peter's dood ontving zij welwillend in haar zomerpaleis eenige der te St . Petersburg aangekomen Academie-leden ( Academie-leden ) en den ± 9 December 1726 werd de Academie , in eene openbare vergadering , plechtig geopend . Haar werd ook de kunstzaal en de boekerij van Peter den Groote . toegedeeld , waaruit het tegen-woordig ( tegenwoordig ) museum en de bibliotheek voortge-komen ( voortgekomen ) zijn .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer