Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 248

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 248
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
248
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
8
vallers met zich voort . De een rukt zicli echter los uit de handen , die hem vasthouden , hij snelt voort , de anderen hem na . Nu komen zij naderbij , de bandiet wil den grooten weg oploopen , hij raakt mij mot zijn voet aan , hij struikelt en rolt over mij heen op den grond , op nieuw valt hij in de handen van zijne vervolgers .
Door eene bijkans bovenmenschelijke inspan-ning ( inspanning ) gelukte het mij eindelijk mij in eene half zittende houding op te richten . Ik was te zwak en te uitgeput om geheel op te staan , anders had ik onopgemerkt kunnen wegsluipen . Tot nu toe was ' t mij onmogelijk geweest er achter te komen wie de nieuw aangekomen personen waren ; mijn eerste hoop was dat het vrienden mochten zijn , weldra echter bespeurde ik dat het inboorlingen waren en dit sloeg al mijn hoop den bodem in .
Een der nieuw aangekomenen naderde mij en gaf mij door gebaren te kennen dat ik zou opstaan . Ik schudde het hoofd en wees op mijn bebloed voorhoofd . Zonder op mijn gebaren te letten , vatte hij mij bij den arm en trok mij overeind . Maar ik was zoo zwak dat ik heen en weer tuimelde zoodra hij mij losliet en op nieuw ineenzakte . Daarop riep hij zijne gezellen in de landtaal eenige woorden toe en ging heen . Drie of vier mannen klommen onverwijld den heuvel op en kwamen na korten tijd terug met eenige bundels dikke takken , waaruit zij ijlings eene soort van draagbaar vlochten .
Er viel niet langer aan hun voornemen te twijfelen ; ik moest hen vergezellen . Waarheen en met welk doel , dat kon ik niet raden . Dit alleen was mij duidelijk : zij beschouwden mij als hun gevangene .
Toen de draagbaar gereed was , gaf de man , die , naar ' t mij scheen , de aanvoerder van mijne nieuwe vijanden was , een bevel , waarop vier mannen mij in eene zittende houding op de draagbaar nederzetten .
In mijne nabijheid zag ik de beide roovers , die mij hadden uitgeplunderd , levenloos op den grond uitgestrekt . Drie van de Chineezen namen de lijken op , droegen ze over den weg heen en slingerden ze in het rijstveld .
Op een bevel van den aanvoerder der bende , werd ik op mijn draagbaar door vier mannen opgetild en nu zette de stoet zich in beweging . Nadat wij een eind bergopwaarts waren ge-gaan ( gegaan ) , kwamen wij aan eene kleine beek , langs welks oever de weg ongeveer twee uren lang • werd voortgezet , totdat wij stilhielden aan eene door struikgewas omringde bron . Hier werd mijn draagbaar nedergezet en de geheele troep hurkte in een kring om mij henen .
De aanvoerder begon nu op overtuigenden toon zijne lieden aan te spreken , hoe meer hij sprak des te levendiger werden zijne gebaren en bewegingen ; eindelijk sprong hij op , wees met beide armen naar den tegenoverliggen den berg en liet deze beweging vergezeld gaan van een eigenaardig , diep keelgeluid .
Op het hooren van dien klank sprongen allen op , terwijl zij datzelfde geluid nabootsten en hunne handen boven hunne hoofden ophieven .
DE OLIJFTAK .
Kort daarop vatten verscheidene hunner de draagbaar met zulk een geweld np , dat ik er bijna afviel , en sloegen de door hunnen aanvoerder aangeduide richting in .
Een eind ver ging het in dalende richting ; de weg was lang en inoeielijk , wij maakten verschillende omwegen en krommingen , en be-klommen ( beklommen ) eindelijk een steilen bergrug . Op den top van den berg bleven wij staan . Niet ver van ons schemerde een wit voorwerp door de nachtelijke duisternis , op het zien waarvan de geheele troep een brommend geluid deed hooren , dat een blijk van hunne tevredenheid moest be-teekenen ( be-teekenen ) . De tocht werd bespoedigd en weldra hadden wij ons doel bereikt . Het was de ingang van een kerkhof , dat echter , naar ' t scheen niet meer werd gebruikt en door de bende als een gemakkelijke schuilplaats werd beschouwd .
Nu werd de draagbaar op den grond gezet en men beduidde mij door teekens , dat ik zou opstaan . Ik voelde mij nog zwak , doch de koele nachtlucht had mij in zooverre versterkt , dat ik , met behulp van een mijner dragers kon opstaan en tot achter op de begraafplaats wan-delen ( wandelen ) .
Hier was een kleine opening , waar een der ban-dieten ( bandieten ) op handen en voeten inkroop ; een ander duwde mij met geweld in deze zelfde houding en gaf mij door teekens te verstaan dat ik zou volgen , terwijl de eerste mij door de opening de hand toe-stak ( toestak ) , om mij te geleiden . Aarzelend kroop ik hem na . Ik kwam in een donkeren , smallen gang , nauwe-lijks ( nauwelijks ) hoog genoeg - om in eene knielende houding te blijven , en zelfs nu nog raakte ik met mijn hoofd tegen de zoldering aan .
Nadat wij eenige passen rechtuit waren voort-gekropen ( voort-gekropen ) , draaide de gang plotseling rechtsaf en bespeurde ik een flauwe schemering van licht . Nu werd de gang breeder en hooger , totdat ik eindelijk rechtop kon staan . Eenige minuten later bevonden wij ons in eene kleine kamer , waarvan de muren en de zoldering met rook en vuil bedekt waren . In het midden van dit vertrek eene soort van . tafel , dat wil zeggen eenige ruwe ongeschaafde planken vormden het dek , dat door verschillende hoopen steenen werd ondersteund . Rondom deze tafel stond de aanvoerder met het meerendeel zijner lieden , die , zooals ik vermoedde , door een tweeden ingang aan de tegenovergestelde zijde der kamer waren binnengekomen . Eenigen van de roovers maakten het zich gemakkelijk , zij deden hunne gordels uit en legden hunne lange messen op de tafel , anderen dronken uit een bamboes beker , die gedurig op nieuw gevuld werd uit een uitgeholden pompoen . Als schenker diende een dwerg met buitengewoon groot hoofd en afzichtelijke gelaatstrekken . Hij had kleine , grijze scherpe oogen , waarvan de uit-drukking ( uitdrukking ) , al naarmate de omstandigheden , grappig of boosaardig kon heeten . Zijn hoofd was , behalve een korte vlecht , die van achteren aan den vetachtigen glimmenden kruin hing , geheel kaal geschoren .
Ik was reeds eenige minuten in de kamer , eer hij mij oplette ; nauwelijks echter waren die toege-knepen ( toegeknepen ) oogen op mij gevallen of hij was in een
sprong bij mij , ging op zijn teenen staan en keek mij , met het hoofd eenigszins ter zijde gebogen , nieuwsgierig aan . De trekken van dit wonderlijke schepsel hadden op dit oogenbik zoo iets buiten-gewoon ( buitengewoon ) grappigs , dat ik , ondanks mijn hache-lijken ( hache-lijken ) toestand , in een luid gelach uitbarstte . Zonder zich hierdoor van zijn stuk te laten brengen , klopte hij mij met beschermende ver-trouwelijkheid ( vertrouwelijkheid ) op den rug en sprong onder een stroom van woorden , die alle aanwezigen aan ' t lachen brachten , om mij heen .
De aanvoerder der bende maakte eindelijk een einde aan dit tooneel ; hij trad naar ons toe , duwde den dwerg op zijde ; geleidde mij daarop naar de tafel en verzocht mij met de hand op een steen wijzend , te gaan zitten .
De inspanning van het kruipen en van het lange staan had mij zoodanig vermoeid , dat ik nauwelijks neergezeten , in een aanval van duize-ligheid ( duizeligheid ) met de handen mijn hoofd moest onder-steunen ( ondersteunen ) . Op een wenk van den hoofdman bracht men mij een met den gebruikelijken brandewijn gevulden beker ; met groote moeite dronk ik eenige slokken , waarna ik spoedig weder in staat was mij op te richten .
Nu haalde de aanvoerder een kleine rol grof , geel papier te voorschijn , een kleine plaat tot het wrijven van de inkt , zoomede een stuk inkt , die die door een der mannen onmiddellijk op de plaat werd fijn gewreven . Daarop haalde hij uit zijn gordel een lange doos , waarin men in China ge-woonlijk ( gewoonlijk ) eenige pennen bij zich draagt ; een dezer pennen legde hij naast het papier .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer