Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 173

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 173
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
173
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
Bhoeda zit met onder het bovenlichaam tesamengc-slagen ( tesamengc-slagen ) beenen , zoodanig , dat de voetzool naar boven gekeerd is , en wel op een dubbel kussen van lotosbla-ckren ( lotosbla-ckren ) en lotosbloemen met opene kelk ; de handen rusten op de knieën , ' t hoofd is ietwat gebogen , metnederge-slagen ( metnederge-slagen ) oogen , ' t haar in kleine lokken gekruld en de ooren buitengewoon lang , zelfs tot op de schouders afhangend . Het beeld is met een licht kleed omhuld , dat over den linkerschouder derwijze heen geworpen is , dat de borst en de rechterarm ontbloot blijven . Een klein onderscheid in de anders als een droppel water naar elkander gelijkende Bhoeda's bestaat daarin , dat de beelden der zuidzijde de vlakke rechterhand op de rechter-knie ( rechterknie ) houden , die der oostzijde daarentegen den binnen-kant ( binnenkant ) naar buiten op de knie , terwijl weder die van de drie benedeiigalerijen de geopende rechterhand zegenend uitstrekken . Niet alleen valt ons in ' t oog de sprekende gelijkheid ten aanzien van grootte , vorm en stand van al die Bhoeda's , waarvan nog maar 32 op het benedenste , • 2t op het tweede en 16 op het derde terras over zijn , maar ook het gemis aan uitdrukking in ' t gelaat .
Tusschen elke twee van die koe-pels ( koepels ) zijn op een portement voor-werpen ( voorwerpen ) gesteld , welke naar kelkvor-■ nige ( kelkvornige ) bloemen zweemen , met den stengel naar boven gericht . Die klok rust , even als de Bhoeda's in de koepels , op een dubbel kussen van loto's-bloemen ( loto's-bloemen ) en bladeren . Overal vinden wij diezelfde bloem weder , als het zinnebeeld van de scheppende en voortbrengende kracht ; op ' t schoonste vinden wij die voorgesteld op de rondom de buitenwanden der galerijen loopende waterleidingen , waar wij hetzelfde wangedrocht vinden , dat ons be-reids ( bereids ) aan beide zijden van de laan uauti ' ueu lempel en ook op de por-iaiua ( por-iaiua ) boven de trappen in ' t oog viel . De muil van het ondier is wijd opengesperd en laat een rij tanden en in de hoeken van den bek twee groote slagtanden zien , tusschen welke uit een geopende lotosbloem zaadkorrels worden gestrooid of een waterstraal zich in de waterleiding : it giet . Deze horizontaal rondom de galerijen loopende waterleidingen zijn met vierhoekige gladde steenen bevloerd .
De bovenste galerijen , inzonder-heid ( inzonderheid ) de buitenwanden daarvan,zijn meestal zoo beschadigd , dat wij uit de onderste vier , welke nog ïamelijk wel behouden zijn gebleven , tot de bovenste moeten besluiten . De buiten - evenals de binnenwanden dezer galerijen zijn in grootere of kleinere afdeelingen gesplitst , waarvan elke een beeld , een groep en dergelijke vertoont en tusschen en boven zijn versieringen en loofwerk in groote weelderigheid aangebracht .
De heer Wilson , die op last der regeering van al deze basreliefs teekeningen vervaardigd en ze jaren lang tot het onderwerp zijner studiën gemaakt heeft , verklaart , dat elk dezer tweeduizend basreliefs een geoefende kun-stenaar ( kunstenaar ) vijf maanden arbeids heeft gekost ; zij zijn tot in de kleinste bijzonderheden schoon en edel , helaas vele zeer beschadigd ; slechts in de middelste galerijen vinden wij er nog een aantal , van welke men wanen zou dat zij eerst in den jongsten tijd uit het atelier des kunstenaars voortgekomen zijn . Allen stellen waarschijn-lijk ( waarschijnlijk ) voorvallen uit het leven van Bhoeda of zinnebeelden van zijne leer voor .
Op de eerste galerij der zuidzijde verbeeldt bv . een goed bewaard basrelief een bron , aan wier rand lotos-bloemen ( lotosbloemen ) wassen , en waaruit inderdaad schoone meisjes
water putten en hare Gindies-kruiken vullen ( kannen en kruiken uit leem , zooals zij nog heden ten dage voor water op Java in gebruik zijn .)
Een ander tafereel stelt een schip op zee voor , met ongelijk aan de tegenwoordige Javaansche vaartuigen en de chineesche jonken , van welks boord een mensch ( Jonas ?) in de zee geworpen wordt : een ander stelt Bhoeda voor als kind op een lotos-bloem op ' t water drij-vende ( drijvende ) . Wij meenen ook eene afbeelding van ' t eerste menschenpaar , Adam en Eva , in ' t paradijs op het benedenste terras te zien .
De loto's-bloemen vinden wij overal op de basreliefs , zoowel in de handen van mannen als van vrouwen ; een van deze laatste toont zelfs hare aanbidding door voor de vereerde bloem te knielen .
Terwijl wij nog in de beschouwing van de vele schoon-heden ( schoonheden ) verzonken waren , neigde zich de zon bereids in ' t Westen en wij moesten aan den terugkeer denken .
Wat het ook zijn moge , een tempel , een gral'gesticht
DE lur VAN DEN BOROBOBDOJBR - I KM I '! . 1 . , OP JAVA . ( Blz . 4 ).
een gedenkstuk , — Boroboedoer is een stom gewrocht van bouwkunst uit de grijze oudheid , en gaarne bekennen wij dat wij op onze reizen door Europa , Amerika , Afrika en China geen schooner en ontzagwekkender reuzenge-bouw ( reuzenge-bouw ) van dien aard hebben gezien . Wie waren de bouw-lieden ( bouwlieden ) '' 1 De eeuwen zwijgen .
cï^cïx ;*^*^**
IN DE GLETSOHERSPLEET -
—» HK«3 «—
Den ^ 3sten September des vorigen jaars , des namid-dags ( namiddags ) ten half vier ure , spoorde ik van Innsprück over de Brennerbaan naar Patsch , het eerste station dat berg-opwaards ( berg-opwaards ) gelegen is en van waar men in het Stubagdal komt . Mijn plan was , over het bergland naar Meran te reizen en zoo meteen de Oetzdalen een bezoek te brengen . Om derwaarts te komen , koos ik echter een weg , die op de landkaart maar een heel luttelen afstands ver-toont ( vertoont ) en voor den vriend van een bergtocht boven de
eentoonige dalwandeling de voorkeur verdient , omdat hij hem insgelijks over den top van een grooten bergkam leidt , namelijk over de Stubager-alpen . De pas heet de // Bildstöckel ,» welks eindpunten zich bevinden in Stubag Kanalt en in het Oetzdal Solden .
Terwijl ik van het eenzaam tegen den rotswand ge-legen ( gelegen ) stationsgebouw naar de bruisende Sill afdaalde , haalde ik een heer in , die denzelfden weg volgde en wij gingen een eind weegs te samen . Hij was professor te Innsprück en met de omstreken bekend .
// Wanneer gij over den // Bildstöckel // wilt gaan ,» zei hij , » dan raad ik u , Anderl Pfartscheller uit Ra-nalt ( Ra-nalt ) tot gids te nemen . Hij is wel nog jong , maar een flinke en vlugge knaap . Kanalt kunt gij , als een goed voetganger , van daag nog wel bereiken .»
Ik volgde den weigemeenden raad en vermoedde zeker niet , welke moeitevolle tocht mij op die onbekende wegen door den duisteren nacht nog wachtte . Evenwel door het ruime met dorpen bezaaide Stubag-dal was het nog aangenaam te gaan ; doch toen viel de duisternis en ik moest met ontzaglijke inspanning bijna bij iedere schrede mijn weg zoeken , over berg en dal , door bossehen en weiland , over rotsen en steen-gruis ( steengruis ) , ja gedeeltelijk door het water . En daarenboven , nadat ik Neustift voorbij was , zag ik geene mensche-lijke ( mensche-lijke ) ziel , die mij in deze wildernis eenige aanwijzing zou hebben gege-ven ( gegeven ) . Doch ik had veel geluk op mijn tocht . Hoe vermoeid en half uitge-hongerd ( uitgehongerd ) ik ware , bereikte ik Banalt en de zoozeer verlangde pleister-plaats ( pleisterplaats ) .
Na eenig rondtasten mocht ik den goeden ingang vinden om door kloppen en roepen vader Pfartschel-ler ( Pfartscheller ) te wekken . Hij liet mij over de lage galerij in huis gaan en ruimde toen het tooneel voor de dienstmaagd . Weldra zat ik beneden in de ge-lagkamer ( gelagkamer ) bij een pint wijn , met « Amthor's dlpenfrennd " voor mij , dien ik met andere schatten op de boekenplank gevonden had . Daarbij zag ik met genoegen naar het meisje , dat af-en ( afen ) toe liep en de tafel voor mij dekte , terwijl ik zoo mij zelven de vraag deed hoe zulk een aardig schepseltje in deze wildernis kwam . Zij droeg haar vol zwart haar in vlechten om het hoofd gewonden en had groote , kwijnende oogen gelijk de Madonna's van Murillo . Haar naam was : Philomene . Toen zij de overblijfselen van den maaltijd opgeruimd had , vroeg ik naar Aldern .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer