Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 7

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 7
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
7
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
gaarder te laten ontgelden , aan wien de ontsnapping des visschers verweten werd . Hij deed hem grijpen en de straf ondergaan , die hij zijn oproerigen vasal had toegedacht . Deze barbaarsche handelwijze schokte echter zelfs zijne meest vertrouwde dienaren , en Diether ds Rijke nam , om de steeds veldwinnende ontevredenheid te keeren , de toevlucht tot listige vleierij .
Onder de naburige ridders was hij met den heer van Rheinstein in geschil geraakt over het heffen van tol-gelden ( tolgelden ) op de grenzen hunner wederzijdsche bezittingen . Het oogenblik scheen hem thans gunstig om zijne aan-spraken ( aanspraken ) met de wapenen in de hand te doen gelden ; zoo hoopte hij onder de bezetting van itheinfels , door het uitzicht op plundering , de tucht te herstellen . Zijn vijand echter kon over aanzienlijke strijdkrachten beschikken ; want behalve de verdedigers van het schier onneembare kasteel van Rheinstein , op den linker Rhijnoever , tegen de rotshelling gebouwd , had hij daarenboven een aan-tal ( aantal ) kloeke avonturiers in zijne dienst , die de sterkte van Ehrenfels op den rechteroever bezetten , waar de rivier door hare versmalling op dit punt door de sterkte ge-heel ( geheel ) bestreken werd . De heer van Rheinstein was de schrik der gehcele landstreek , van Bingen tot Ober-wezel ( Oberwezel ) , en bedreigde door den Pfalz , een vierkantigen versterkten toren , die zich somber grimmig uit het mid-den ( midden ) van den stroom verhief , aanhoudend de beide oevers , aan Diethers gezag onderworpen . Na ' s vijands krachten berekend en met zijne eigene vergeleken te hebben , achtte hij het raadzaam den bijstand van een naburig ridder in te roepen , en koos daartoe den heer van Sonneck , wiens burcht de vallei der Nahe beheerscht en dus waar-schijnlijk ( waarschijnlijk ) minder belang bij den uitslag hebben kon . Eer-zuchtig ( Eerzuchtig ) en sluw , wenschte de heer van Sonneck reeds lang een eigendom aan den Rhijn te bezitten , zoodat een verbond met den heer van Rheinfels hem alleszins wel-kom ( welkom ) was . Van ' s graven verlegenheid gebrrik makende trad hij tot diens verzoek toe , onder de eenige voorwaarde , dat hem de hand der jonge gravin van Katzcnellenbogen zou geschonken worden . Wel kwetste deze voorwaarde den trots van graaf Diethe
■ op het oog had , doch daar de nood dwoi willigde hij in des ridders verzoek . En toen het verdrag alzoo gesloten was , zond de Rijke eene uitdaging aan den hoer van Rheinstein , en weldra rustte men zich van weerszijden ten strijde toe .
Ten tijde nu dat deze toeberoidselen gemaakt werden bezocht Koenraad , zoon van Keizer Frederik II , op zijne reis naar Trier , de Rhijn - en Moezelstreken , terw'jl zijn vader , in aanhoudende twisten met den paus gew-kkeld , zich in Italië bevond . Het doel dezer reis was inzon-derheid ( inzonderheid ) om den gedrukten geest van den Diiitschen adel weder op te beuren , opdat deze zich weer rondom den Keizer scharen zou . Vooral trachtte Koenraad de onderlinge oor-logen ( oorlogen ) der ridders te doen ophouden en hen tot eendracht op te wekken . En zoodra hem het geschil ter oore kwam , tusschen de heeren van Rheinfels en Rheinstein gerezen , ontbood hij hen beiden naar Trier en deed hen zweren , dat zij van alle vijandelijkheden zouden afzien . Thans achtte Diether de verbintenis met den heer van Sonneck vervallen en trok hij dienvolgens zijn gegeven woord nopens het verleenen van de hand zijner dochter in . Doch dit besluit van den Rijke , hetzij hij daartoe al dan niet het recht had , was zoo tegen Bertha's zin , die genegen-heid ( genegenheid ) voor den ridder van Sonneck ; koesterde , dat zij zich zelfs openlijk tegen haar vader verzette . De ridder van zijne zijde voelde zich diep gegriefd en zijne eerzucht dreef hem , alles in't werk te stellen om de jonge doch-ter ( dochter ) , die hem zoozeer genegen was , haar kinderlijken plicht en eerbied jegens haar vader te doen verzaken . Weldra ontwaarde dan ook de Rijke , dat Bertha , ver-bolgen ( verbolgen ) over ' t weerstreven harer neigingen , door haar gedrag tégen de eer en trots van zijn geslacht samen-spande ( samenspande ) , zoodat hij diep gekrenkt en verontwaardigd naar middelen zocht om zich te wreken . Hij ontbood Giebel , een oude schildknaap , een verachtelijk mensch , die hem vaak kwaden raad gegeven en tot wandaden aangespoord had . Nogtans had hij ' s graven volste vertrouwen weten te ver-werven ( verwerven ) , wiens geest hij met bi
had . » Giebel !» zeide de graaf tot hem , « menigmaal hebt gij mij verzekerd , dat ik het recht had om te bevelen ? »— » Ja , heer ! » antwoordde Giebel met de teekens der diepste nederigheid . " Dit recht ,// vervolgde de graaf , ff vordert immers noodwendig gehoorzaamheid van hen , die ik beveel ?// — // Zonder twijfel ,// antwoordde de dienaar , zich buigende . — « Zoo luister dan en ge-hoorzaam ( gehoorzaam ) : de Hemel heeft zich streng tegen mij betoond door in mijn huis ongehoorzame en ondeugende kinderen te zenden . Inzonderheid heb ik verdriet van mijne doch-ter ( dochter ) Bertha . Indien zij mij enkel weerstreefd had , zou ik hare ondankbaarheid en hardnekkigheid hebben kunnen vergeven , doch zij schandvlekt mijn naam , en dit kan noch mag ik dulden . Gij , die mij kent , kunt getuigen of mijne strengheid tegeuover dit kind door hare misdadige handelingen niet gerechtvaardigd wordt . // — • Heer ! /' hervatte de dienaar stamelend , // Gij zijt oppermachtig in uw gebied ; niemand mag u wederstreven .» — // Ikbegrijp u !» vervolgde de graaf , die in de blikken van den dienaar te lezen zocht . // Welnu , zijn er geen voorbeelden waarin een vader op schitterende wijze de ongehoorzaamheid van zijn kind te straffen weet ?// — « Heer ! » antwoordde Giebel op langzamen toon , opdat zijne woorden een te dieperen indruk zouden teweegbrengen , « de Heilige boeken verhalen , dat Saul zelfs besloot zijn zoon Jona-than ( Jonathan ) te doen sterven , omdat hij , alleen door een weinig meel op de punt van een stok te nemen , zijne bevelen overtreden had .// » 0 ! // riep de Rijke met van vreugde stralend gelaat , // indien Saul door zijn zoon om zoo een gering vergrijp te kastijden , geen Gode ongevallige daad meende te verrichten , zal dan de Hemel een vader niet vergeven , die , zijne teederste gevoelens opofferend , er steeds op bedacht is een vreeselijk kwaad te straffen en aan zulke ond
De sluwe dienaar , die zijne plannen doorgrond had , had met koude gevoelloosheid toegeluisterd en durfde zich geene enkele tegenwerping veroorlooven . Bovendien wist hij , dat het trotsohe karakter van Diether , eenmaal iets vast besl oten hebbende , geen te genspraak duld dj^Jje _ dienaar boog dus en beaamde stilzwijgend de zoo even uitgesproken woorden .
// Luister dan nu aandachtig , Giebel '.// sprak thans de Rijke , in wiens oogen een helsche gloed schitterde . // De kastijding , die ik op ' t oog heb , moet den stempel dragen van den toorn Gods , en gij zult het werk-tuig ( werktuig ) mijner wraak wezen !//
Giebel verbleekte ontsteld . « Stel u gerust ,// hervatte de graaf op half spotachtigen toon , // ik wil de teeder-heid ( teeder-heid ) van uw geweten ontzien en kan u verzekeren dat ik alle reden van verstoordheid heb . Doch , zooals ik u beduidde , ik begeer , dat men in de kastijding een hoogeren vinger erkenne : eene diepe verborgenheid is ons dus van noode . Weinig heb ik hier slechts bij te voegen : indien gij , naar ik van u verwacht , mijne plannen ondersteunt , dan zal ik uw ijver beloonen ; zoo gij echter , na uwe plechtige verklaring : dat ik het recht heb om te bevelen , weigert mij te gehoorzamen , dan haalt gij u zelven de straf op den hals , aan oproerig verzet verbonden .'/
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer