Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 112

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 112
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
112
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
liajestyt alsdoe verstrecki hadde om d ' oorlog te voeren tegens den wreeden Spanjacrden , alsoo alle de achter-stellen ( achterstellen ) by hare Hoog Mog . aende selve kroone volko-mentlyk ( volko-mentlyk ) nu betaelt ende voldoen waren .'/
« Wat worter meer gelieft ? Wat isser meer te roemen nDan Vryheyt !"
// Zoo zingt de dichter , in zijn opgetogenheid :
nVry syn wy , end ' dat blyckt te klaerder noch in de.sen , Dat wy ( ie steden die daer waren dier verpand ,
Nu hebben vry gemaeckt . God moet gepresen wesen , I)ie soo gesegent heeft ons lieve Vaderland !"
' t Schijnt dat de vrije ontboezeming van den Volks-dichter ( Volksdichter ) in den lcop der 17e en ook lang nog in de volgende eeuw langzamerhand verflauwde door den invloed van de rijmelende // konst-keurige ( konst-keurige ) ,// den geest uitblusschende rede-rijkkamers ( rederijkkamers ) , die het ^ choone der Poëzie vaak in zoutelooze woord - en letterspelingen meenden gevonden te hebben . Aan den anderen kant was de vlucht van Vondel en eenige andere ware dichters 1e hoog , dan dat het volk . in het algemeen die volgen kon , en zoo werd het volkslied al te lang hier verwaarloosd . Om een bewijs te geven welk verschil zich reeds laat opmerken tusschen het lied in de eerste helft van den heldenstrijd en dat bij het einde daarvan , vergelijke men opgemelde fiere uiting bij de loskooping van den Briel in 1616 met de volgende coupletten van een lied , bij den vrede van 1648 ver-vaardigd ( vervaardigd ) , zoo ' t schijnt door een lid van een rederij-kerskamer ( rederijkerskamer ) in de Rijp 3 in Noordholland , en dat we in een handschrift van dien tijd aantroffen . Het opschrift luidt : /' Liedeken op den Peys , stemme : schoonste Nimphe van het wondt .
Oud en Jongli , elck is verheugd
En vol vreuglid ! In do Dorpen , in de Steden . In de Kerken , in het Hof
Klinckt het lof Van de lang gewenschte Vrede .
Wij verbranden heden hier
In dit vier , Al de oude oorlogswrocken ; d ' Oorlogh gaet het leven af ,
Leyt in ' t graf : Daerom luydt men al de kloeken .
Nu magh yder met syn waer
Hier en daer Ryden , varen sonder vreesen , Zuyden , Noorden , Oost en West ,
Daer hy ' t best En proffytelyckst waent te wesen .
Nu de Oorlogh en de Twist
Is geslist Tusschen ons en ons Vyanden ; Wenschen wy Trou , Liefd .' en Vree
Voortaen meê , Groeyt en bloeyt in alle Landen .
De vervaardiger wenscht voorts dat men nu den strijd van binnen begint , en wel in dien geest , den strijd tegen * booze sinnen , gierigheyd , dronkenschap , achter-klap ( achterklap ) , staetsucht ; baetsucht , haet en nyd .//
Dat wy God nu geven t ' saem
I in .- üchaem Tot een heil'ge Offerhande , Dat elck van Liefd ' vonok ' nu d'aer : Dat's voorwaer Beter dan Teer-tonnen branden .
Men zal het erkennen , de bedoeling van den Vrede-zanger ( Vrede-zanger ) is goed , en sommige coupletten zijn nog zoo kwaad niet , maar welk een matheid vergeleken met het lied van 1616 , dat ook reeds den bloei van handel en scheepvaart in ' t licht stelde ; welk een val o . a . in den laatsten regel .
Onmetelijk is de afstand van den Vredezang des Rede-rijkers ( Rederijkers ) tot dien van den grooten dichter , waar hij in zijn # Getemde Mars '' en in zijn zang voor de Amsterdamsche Burgervaderen aldus desnaren doet trillen :
Nu de Nederlandsche Leeuwen
In het strydperk afgerecht ,
Staken dit verwoet gevecht , En de gouden d'y/.ere eeuwen
Sluiten , past het dat ons Y
Dese blyschap innewy : Dat men ' t Vredejaer eendraghtigh
Onder Schaep en Pankras vier ,
En De Graef , en Valkenier (*). Amsterdam was nooit zoo krachtigh
Op gewonnen slagh of stee ,
Als op d ' inkomst van den Vree ; Want men trof , na zooveel slagen ,
' t Wit van ' t uitgetrokken zwaert ,
Nu Borgonje u Vry verklaert , En gy op den Vredewagen
Roemt op vryheit , ' t waertste pant ,
Van ' t verdadight Vaderlant . Neêrlants Vrede schryft nu wetten
Allen Vorstendommen voor ,
Lichtzeveur op ' t heilzaem spoor , Met lantaernen en trompetten .
Ieder volge ons witte vlagh
In het krieken van den dagh . ' t Hol en hongerigh Europe
Hyght met smerte en open wont ,
Naer ' t gemeene vreêverbont , Afgepynt van lange hope ,
Op den toevoer van dit lant ,
Voester van zoo menigh strant . Zie de zeeliên en maetroozen
Danssen op den waterstroom , Dondren , en kartouwen lozen ,
Daar ze brommen op de ree ,
Toghtigh naar de ryke zee . Zie de Batavieren trekken
Naar een ' nieuwen Oceaan ,
Langs een noit bezeilde baên , Om weer werelden t ' ontdekken ,
En te boren door een as , Zonder graetboogh , en kompas
de Pais is milt ,
Dies verrykt ze kunst , en gilt .
Neerïng , leggende op baer sterven , Springt ten bedde uit , en ontluikt Met dat zy den teervlam ruikt .
Bouw nu zolders boven zolders , Legh de kelders in tiras , Spaer noch kranen , noch windas ,
Legh verdronke weide in polders ; Mae ] bot Haerlemsch meir tot lant , Nu de vette teerton brant .
{*) De Burgemeesters te Amsterdam , tijdens het sluiten van den Vrede .
Met diezelfde ongedwongen vlucht , met dienzelfden gloed worden de weldaden des Vredes voor Landbouw , voor Visscherij , de Vreugde allerwege geschilderd . En de dichter roept uit :
Laet den kryghsman dit benyden ,
En y.yn hand slaan aen den ploegt ,
Zaeien , maeien , spade en vroegh : Hollant schept geen lust instryden ,
' t Oorlogh heeft te lang geduurt ,
Dat al ' t Kristendom bezuurt .
Dat het Nederlandsche volk van een lied hield , dit bleek wel in alle lijden van ' s lands geschiedenis , en bij overwinningen tot in de verste gewesten wist het die dankbaar aan te heffen , gelijk het bij tegenspoed den klaagtoon slaakte , wanneer het bij gemis van een andere , een gepaste psalmwijs aansloeg . In /' Bort's Voyagie ", berijmd door Matthijs Cramer , ( Amst . 1670 ) leest men bijv . een iied ter eere van een over-winning ( overwinning ) op de Chinezen :
Komt dan Ziele , wil dan loosen
Dankhre Nectar , Ambrosy . Spreyt een geurigh bed vol Roosen ,
Brenght hier zielen Nardus by . Stort gebeden voor Godts voeten ,
Door oprechte cUnckbcerheyt , Voert u zielen offerboeten
Voor syn hooge Majesteyt .
Die u Vyand beeft verflagen
Soo in zee als op het velt , Die u doet de Laure dragen ,
Waer ghy uwe voeten stelt .
Die de Godt-vergeten Rotten
In haer hooge trotse bert , Komt verjagen wyt haer kotten ,
Als van ons gesproken wert .
Die ons vyanden ( die krielen )
Nederbuyget onder voet , En de trotse gaet vernielen ,
In liaer machteloose moet .
Die liaer Leeuw - en Beeren-klaeuwen ,
Door veTSchricking hebt gekort , Soo dat sy als doode flaeuwen
Lagen voor de voet van Bort .
Die haer voor ons oogen slingert
Op de woeste Oceaan , Dat sy krullen als een wijugert ,
Die syn vruchten heeft gedaan .
Die ons Vyants list en lagen
Stieret na u wijsheydt op ; Soo dat haer gedreyghde plagen
Keeren op haer eygen kop .
Die ons Dorpen , en ook Steden
Laat verwinnen , d'een aen d'aer , Soo dat wy als nietigheden ,
Vliegen hier als d'Adelaer .
Waar wy zyn of'waar wy komen ,
Overal staet Uwen voet , Die ons door U goetheyts stroomen
Overvloedigh bystant doet .
Hemel , Aerde , Lucht en Winden ,
Sterren , Sonne en de Maen , Laet Ghy ons tot bystant vinden ,
Waer wy zeilen , waer wy gaen .
Wat het Volkslied , de Nationale Hymne vermag , de oudheid en later tijd hebben ' t bewezen ; groote ge-beurtenissen ( gebeurtenissen ) , voor - en tegenslag van zaken kunnen die ingeven , boven wezen wij op ' t // Wilhelmus-lied .// De heer ten Brink maakte dit en andere , ook buitenlandsche volksHederen tot het onderwerp eener belangrijke voor-lezing ( voorlezing ) . Het Vaderland , in zijn n °. van 20 Maart jL hiervan bericht gevende , besluit aldus :
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer