Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 97

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 97
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
97
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
dl I I » L
TEEHEB
E « B ïa A D ? 90B
Alle stukken en brieven , de Redactie betreffende , franco aan de Uitgevers : Gbbr . Belinfante , te ' sGravenhage .
Abonnementsprijs per kwartaal : een gulden .
Verschijnt eiken Zondag .
TWEEDE JMRGASG . - JÊ iZ.-U MAART 1872 .
Bureel : Tweede Wagenstraat , 100 . ' S GRAVENHAGE .
Franco per post in alle deelen des Rijks , bij toezending : vooraf van een postwissel a ƒ 1 .— of 20 postzegels a vijf cents .
Advertentie n : Prijs per regel 15 ets . — Abonnement 250 reg . 12 & et .; — 500 reg . 10 et .; — 1000 reg . 7fcct .
_ LIEEM_1KJIAAT .
{ Een Tafereel uit ' t laatst der XIII ' Eeuw .)
dagen
was den 21 Juni , en dus eenige na het door ons geschetste tafereel , en wel tegen het vallen van den avond . De rijke natuur vertoonde zich , vooral nu de laatste stralen der ondergaande zon alles als met goud tooiden , in vollen feestdosch . De dauw-drop ( dauw-drop ) , die reeds op de bladen en grasscheut-jes ( grasscheut-jes ) was gevallen , schitterde als vonkelend diamant ; de bloemen wasemden in overvloed hare balsemieke geuren uit en hier en daar liet zich de nachtegaal nog als voor ' t laatst in dit jaar hooren . Alles , ja alles in bosch en veld predikte rijkdom en genot . Vreeselijke tegenstelling daarmede maakte de hut , die achter de parken van het huis de Vogelzang aan den zoom van liet bosch was gebouwd . Wanneer in onzen tijd zulk een gebouwtje gezien werd , zou men het zelfs onbewoon-baar ( onbewoonbaar ) voor het vee genoemd hebben . In de dertiende eeuw werd zulk een kot goed ge-noeg ( genoeg ) , ja nog te goed geacht door véle edelen , voor redelijke menschen . Redelijke men-schen ( men-schen ) ? Maar dit waren ' de lijfeigenen in hunne oogen niet Minderwaarde hadden zij dan os of paard . Te gering voor de aarde , te slecht voor den hemel werden zij gere-kend ( gerekend ) te zijn . Veel mocht de edele Floris V reeds voor hen gedaan hebben ; verachting kleefde nog immer op hen . Der keerlen God had hen daarvan nog niet kunnen verlossen . De hut , waarvan wij spraken , was slechts zeer gebrekkig met stroo gedekt . Door eene
lage deur moest men bukkende bijna binnen kruipen . Eén enkel vertrek , door leemen wanden omgeven , door welker reten het licht binnen drong , bevatte de geheele ruimte . De leemen vloer en de opening in het dak , die het licht en de vrije lucht moes-ten ( moesten ) aanbrengen , en waaruit de rook naar buiten moest , welke van den haard kwam , die in het midden des vertreks gevonden werd ; voltooiden de ellende , die deze menschelijke woning te zien gaf . Van meubels , die het minste gemak zelfs aan-boden ( aanboden ) , was er geen sprake . In den eenen hoek stonden de gereedschappen voor den vermoeienden akkerbouw , die de bewoners der hut nauwelijks een schamel stuk zwart brood en wat peulvruchten en meel ver-schafte ( verschafte ) . Op een plank stonden twee houten borden en even zooveel houten drinkkroe-zen ( drinkkroe-zen ) , om bij den maaltijd , die meestal uit droog brood en water bestond , te gebruiken . Eén ruwe houten tafel was in het midden van ' t vertrek geplaatst , en twee houten ban-ken ( banken ) waren de eenige zittingen , welke men vond . In twee hoeken der ruimte lagen eenige bosschen stroo , die de bewoners tot nachtleger dienden . Ziehier , lezers ! cle hut van den I ij [' eigene Melis , den vader der waan-zinnige ( waanzinnige ) Lijsbet , onder den naam van de heks betiteld , en met welke wij reeds eeni-germate ( eeni-germate ) kennis maakten . Hoe ellendig zijn lot ook ware , toch was zijn toestand , onder de bescherming van den edelen graaf , onein-dig ( oneindig ) veel beter dan die onder zijn vroegeren heer , den trotschen en boosaardigen Jan van Kuik geweest was .
Lijsbet , intusschen,mocht bij velen voor waanzinnig , bij anderen , volgens het bijge-loofvan ( bijgeloofvan ) dien tijd , als in verbond met den duivel , voor een heks doorgaan ; zij was eene troostende en heilaanbrengende engel in de hutten der kranken . Daar zij eenige kennis van heilzame kruiden had , genas zij soms kranken , en oogstte daarvoor den titd van ....
ü'onezino -
^- -et ( et )
heks ! omdat hut bijgeloof
niet aan hare bekwaamheid en kunde toeschreef , maar aan de macht van den booze , dien men zeide , dat zij konde bezwe-ren ( bezweren ) . Menigeen sloeg , wanneer hij de hut voorbijging of Lijsbet ontmoette , huiverig een kruis , zelfs vele anders zoo moedige edellieden , maar toch kinderen van dien barbaarschen en onwetenden tijd . — Met haat vervuld tegen de trotsche ridders , om hetgeen zij , die eene opvoeding ontvangen had boven haar stand , van enkelen hunner door gruwelijke beleediging te lijden had , vertoonde zich woestheid op haar gelaat , als zij dezen ontmoette , en gebruikte zij de kunstenarijen en voorzeggingen om hun vrees aan te jagen . Door hen , die het vroe-ger ( vroeger ) schoone meisje al hare bekoorlijkheden ontroofd hadden , die haar onverschillig om-trent ( omtrent ) hare kleeding hadden gemaakt , nu en dan door vreemdsoortige uitdrukkingen te verbazen , was de heks in staat , soms ont-dekkingen ( ontdekkingen ) te doen van geheime lagen en gevaarlijke plannen of samenzweringen .
De graaf was een door haar aangebeden persoon ; achting en liefde voor den welge-maakten ( welge-maakten ) man , voor den edelen beschermer van de lijfeigenen , vooral ook van haar en haar ouden vader , maakten haar hem trouw , zooals dit de hond aan zijn meester is ; en als door instinct geleid , vermoedde zij de samenzwering en den haat der edelen , ook van van Woerden en van Amstel tegen hem . Deze te ontdekken en zoo mogelijk te ver-ijdelen ( verijdelen ) was haar doel . Twee machtige harts-tochten ( hartstochten ) werkten daartoe in haar : namelijk liefde en haal .
Maar lezers ! zeker hebben wij reeds te lang dit tooneel beschreven . Treden wij dus de hut binnen , waar op de beide banken vader en dochter aan de tafel zitten , terwijl ieder een stuk zwart , hard brood nuttigt en daarbij telkens een dronk waters uit de voor hen staande houten kroes neemt . Hooren wij hunne samenspraak .
« Hoor vader !» zeide Lijsbet , « ik verzeker
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer