Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 82

De Olijftak ( Regionaal Archief Rivierenland )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 82
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
82
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
' 2
DE OLIJFTAK .
hervatten oorlog , bekroonde de dapperheid van den vorst , die door riddermoed uit-muntte ( uitmuntte ) , zooals ook bleek op een steekspel te ' sHertogenbosch in 1277 , waar hij tot ridder geslagen werd .
Ondanks de schitterende dapperheid van Floris V , die uit zijne veelvuldige , meest allen gelukkig gevoerde , oorlogen bleek ; en ondanks zijne regeerings-be-kwaamheden ( regeerings-be-kwaamheden ) , welke hij toonde door het beteugelen van den overmoed der edelen en het beschermen van den opkomenden bur-gerstand,—was ( burgerstand,—was ) zijne positie toch moeielijk , want velen waren zijne vijanden , en machtige naburen hadden het begeerig oog op het aanzienlijk graafschap Holland geslagen .
Zoo had Jan van Henegouwen den verhj van Holland verkregen , indien Floris zon-der ( zon-der ) kinderen kwam te overlijden , en de listige graaf deed alle moeite om onder den schijn van vriendschap zijn bloedverwant in moeielijkheden te brengen . Vlaanderen wrokte omdat Floris het Zeeland ontnam , en delistigeEngelsche KoningEduard zocht door een'huwelijk van zijn zoon Alfonsus met ' s Graven dochter , en na het overlijden van eerstgenoemden , door eene echtverbind-tenis ( echtverbind-tenis ) van Floris zoon , Jan , met zijne dochter Elisabeth en de bepaling , dat de jonge echt-genoot ( echtgenoot ) in Engeland moest opgevoed worden , Holland aan zijn geslacht te brengen en Kloris te noodzaken om in den krijg tegen Frankrijk zijne zijde te kiezen . De wol-stapel ( wolstapel ) te Dordrecht was daarvoor de be-looning ( belooning ) ; maar ook reeds bij de minste weife-ling ( weifeling ) van Floris werd die later naar Brugge en Mechelen verlegd , waardoor Floris V en Eduard vijanden werden . — Nog gevaar-lijker ( gevaarlijker ) had Floris V voor Eduard kunnen worden , wanneer hij , onder de 43 preten-denten ( pretendenten ) naar den vacanten Schotschen troon behoorende , dien had mogen beklimmen .
Deze geheimeen buitenlandsche vijanden spanden samen met de op Floris wrokkende Hollandsche , Stichtsche en Zeeuwsche edel-lieden ( edellieden ) , die zware veeten legen den graaf had-den ( hadden ) . Floris had den machtigen Gijsbrecht van Amstel en Herman van Woerden hunne sloten Vreeland en Montfoort ontnomen en die vernield . Wel hadden zij zich met hem verzoend , en had hij hen door weldaden aan zich en zijn hof verbonden , door hen tot zijne bij zondere raadslieden te benoemen ; maar zij bleven echter zijne onverzoenlijke vijanden , die andere Hollandsche edelen op-hitsten ( ophitsten ) en daarloe aanleiding vonden , omdat Floris aller overmoed zocht te fnuiken en onder anderen eens 40 huislieden tot den adelstand verhief . Ook de Stichtste edelen waren hem vijandig , omdat hij de bescher-mer ( beschermer ) van den bisschop was , en die van Zee-land ( Zeeland ) vonden in Floris een vorst , die minder dan de graaf van Vlaanderen hun overmoed tegenover de poorters steunde .
Het was vooral Eduard van Engeland , die door den aan hem verbonden Jan van Kuik , uit een geslacht gesproten dat steeds de graven van Holland vijandig was , onder dit alles werkte en woelde , en de oorzaak werd van het ongelukkig uiteinde van een vorst die veel liefde en haat wist op te wekken , omdat hij waarlijk groot , waarlijk edel was .
Op een schoonen morgen in de maand Mei van het jaar 1296 reed een aanzienlijk ge-zelschap ( gezelschap ) ridders , op hunne zware en fiere strijdhengsten gezeten , langs den zandigen en bijna ongebaanden weg naar de sterke vesteBergen op Zoom . De heerlijke na tuur , de heldere zonnestralen , de zingende vogelen , de welriekende bloemen mochten liefde , vrede en vroolijkheid prediken ; het viertal ruiters , door talrijke dienaren , insgelijks te paard gezeten,gevolgd , scheen daarmede wel in strijd . Immers elk hunner droeg , even alsof hij naar een steekspel oftenoorlogtrok , boven den met staal bekleeden kap , den
zwaren ijzeren helm , van welken een prach-tige ( prachtige ) vederbos , ten teeken hunner hooge af-komst ( afkomst ) , afhing ; alleen om genot van den schoonen morgen te hebben , of ook wel om te beter met elkander te kunnen spreken , hadden zij elk het vizier geopend . Het boven-lijf ( bovenlijf ) werd door een harnas beschermd , waar-onder ( waaronder ) men een met leder gevoerd wambuis kon opmerken ; het onderlijf werd door gema-liede ( gema-liede ) kousen en ijzeren platen bedekt en de lederen handschoenen beschermden hunne handen . De schilden werden door hunne schildknapen gedragen , maar hoewel zij den zwaren lans en den ijzeren strijdhamer niet met zich voerden , zoo gaf tochhet groote slagzwaard , dat aan een prachtig bewerk-ten ( bewerkten ) lederen gordel aan hunne zijde hing , hun een weinig vredelievend voorkomen .
Toch gaf het viertal voor , dat het doel van hun tocht eene verzoening was , die Jan van Kuik voor een gepleegden manslag in het kasteel te Bergen op Zoom , zou trachten aan te brengen , en waarbij zij moesten tegenwoordig zijn .
^ Het viertal bestond uit den geveinsden Gijsbrecht van Amstel , den ruwen Herman van Woerden , den trotschen Jan vanHeus-den ( vanHeus-den ) en den somberen en zwartgalligen Gerard van Velzen . Zij waren hunne be-dienden ( bedienden ) een eind vooruit gereden , ten einde te vrijer met elkander over het eigenlijk doel van hun tocht te kunnen spreken : want de zoen van manslag was slechts een laag voorwendsel . De sluwe van Kuik , de ver-raderlijke ( verraderlijke ) afgezant van den Engelschen Koning , had hen om geheel andere redenen te Bergen op Zoom bescheiden .
Schuw en angstig staarden dehuislieden ( lijfeigenen ), die ellendig en schamel ge-kleed ( gekleed ) bij hunne hutten in het zweet huns aanschijns voor hunne wreede landheeren werkten , dit aanzien 1 ijk reisgezelschap aan , en de schampere spotlach der edele ridders toonde maar al te duidelijk , hoe deze hen verachtten :
« Zie die ellendige keerlen ,» zeide Amstel : « zij wroeten als lastdieren in den grond , ha ! zou de graaf , zou Floris , der keerlen God , hen ook nog eenmaal tot welgeborenen ma-ken ( maken ) ? Van tijd tot tijd ontneemt hij ons onze wettige rechten , die ons als edellieden toe-komen ( toekomen ) . » « Ja !» antwoordde van Woerden , « ons ontnam hij onz,e kasteelen , ons maakte hij tot zijne dienaren , ons vernederde hij door zijne zoogenaamde gunstbewijzen ; maar 40 huislieden verhief hij in Holland tot edellieden . Het wordt tijd , meer dan tijd , dat aan zijn overmoed een einde worde ge-maakt ( gemaakt ) , en , bij St . Joris ! dit moet , dit zal ge-schieden ( geschieden ) .» « Ja !» voegde van Heusdenhier-bij ( Heusdenhierbij ) , « ik zal die vernedering niet langer dul-den ( dulden ) . Een eind moet er komen aan zijne heerschappij . Is hij eenmaal niet meer , jonkheer Jan is jong , door koning Eduard opgevoed ; wordt deze graaf , dan breekt er voor ons een betere tijd aan .» « Maar ,» zeide Amstel , « laat ons voorzichtig zijn , Floris heeft veel macht , de poorters hebben hem lief , de Kennemers eeren hem als hun be-schermer ( beschermer ) ; de bisschop hangt geheel van hem af en ....» « Koning Eduard haat hem ,» voegde van Velzen hierbij . « Van Kuik zal ons wel inlichten , wat wij te doen hebben , en bij God ! de weelderige graaf , die met zijne vermaledijde liefde mijne Adel-heide ( Adelheide ) durfde lastig vallen , en mijne eer als echtgenoot waagde te schenden , heeft mijn haat verdiend ; alleen in zijn bloed kan de veete van mij tegen hem uitgedoofd en de vlek , die hij op mijne echtgenoote geworpen heeft , uitgewischt worden .» « Wij zullen hooren wat van Kuik ons namens koning Eduard heeft te zeggen », merkte van Amstel op .
Men gaf de moedige rossen de sporen , en
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer