[Tekstblok:] Oculaire inspectie gedaan bij mij onderges[chreven], ter versoeke van Frederik de Ruijter, van seekere twee stukke lant geleegen inde Zusterpolder onder Haagambagt, genaamt Volkerscamp. Belent ten westen de Beek, ten suijde de Hoge Kade, ten Noorde Zuijdcamp en 't Hoflant, ten oosten de Kikkert, zijnde volgens de daarvan oude papieren aan de besitters van voorn[oemde] Volkerscamp zedert den jare 1647 vergunt geweest tot uijtpadt te mogen gebruiken de wegt lopende ten westen, genaamt Zusterskade, voorbij de Haagwoning en over den dam van deselve woninge. Hage, den 11 sept[ember] 1779. H. de Kock, geadmitt[eert] lantmeter [Losse tekst:] Haagwoning, Zusterkaaij, Beek, Moerweg. Hoflant, lant van Kees Bakker, lant van Klaas Krogt en Vander Haas, Zuijdcamp, molesloot, Volkerscamp, de Kikkert, Hooge Kade

[Achterzijde:] d'heer vande Horst

de Noortwehg van Pijnacker, de wateringe, de twee margen van Jan Adriaensz. vanden Eijnde in questie, de cooltuijn 't eijnde Marijtge Reijer 2 margen,, Marijtgen Reijers vander Os twee margen in questie, de wooninge van Jan Adriaensz. vanden Eijnde, Jan Adriaensz. vanden Eijnde sijn ander lant, het vercofte huijs en erff van Marijtgen Reijers vander Os, Jan Adriaensz. vanden Eijnden sijn ander lant

achterzijde: kaerte J tekstblok: no. 1 is de elfte halff hondt vande geappelleerdens van welckers uijtpat questie is no. 2, 3, 4, 5 is 't landt vande appelanten no. 6, 7 is 't landt van Gerrit Lenartsz. vanden welcken in't advertissement vande appellanten meermaels vermaen gedaen roert no. 8 is de woningh ende laen vamden selven Gerrit Lenartsz. uijtcomende aende Broeckwech no. 9 is de woningh vande appellanten no. 10 is mede 't landt vande voors. Gerrit Lenartsz. no. 11 is 't landt vande appellanten daerlanghs sij haer uijtpat hebben tot opte Brouckwech no. 12 is landt gelegen ten zuijden vander appellanten landt losse tekst: molensloot in het noorden, noorthouck, zuijthouck, de Brouckwech

vrijwel onleesbaar

die moolesloot in't noorden die mooleesloot in't noorden, dit lant soocht een uutpat, het ghasthuislant, dijt is den geweesen uutpat in't suiden, dit is den geewesen uutpat in't suiden, het gasthuijslant, die wecht in't oost, den Broockwech in't oost, een leegen woonin, Pieter leedert wonig

Kitswooningh, landen van den heer Van Hogendorp, Sion, de Swet, Bontehuis, molewateringh, de molewateringe van Schaepsweijpolder, 11 morgen van de gravin Van Berloo nu aen monsieur Heeneman, 4 morgen van Renoij, 12 morge van den heer Van den Bosch nu aen den heer De Vries, dese stippels marqueren het uijtpadt voor de Kitswooninge, 8 hondt van den heer Van Hogendorp, de weduwe Lodestein, 5 morgen van de heer Tromp nu Archestein, 1 morge van Archestein, 1 morge van Rijsier, de weduwe Lodestein, 7 morgen 3 hondt van den heer Schravesanden, de laan van Zion sijnde nogh genoegsaem in wesen, de weduwe Lodestein, 10 morgen van de kinderen van Bam, 7 morgen 1 hont van Archestein, het huis van Archestein 7 morgen van de weduwe van Pieter van der Juist, 6 morgen van Carel Dispontein, 4 morgen 2 hont van de kinderen van Bam, 5 morgen van de kinderen van de heer Bam gecomen van Tesman, brugge, de Waeteringsewegh, daer Hogendorp de bamwercken (=banwerken) voor Zion en de Kitswooningh moet maecken

[achterzijde onleesbaar] [voorzijde:] Huijbregtswatering, de Kitswooning, de erffgenamen van Lodesteijn, 't Bontehuijs, de Swet, de molenwatering, 65 roe, 8 hondt behoorende aende Kitswooning, 47 roe, 12 roe, 11 mergen vande gravin van Berlo, 12 morgen vanden heer Johan vanden Bosch, de erfgenamen van Lodesteijn, vande weg af tot hier toe is de laen genoegsaem nog in wesen dat men 't sien kan, 7 mergen 4 hondt vande weduwe van Pieter vander Juijst, 6 mergen van Carel Disponteijn, 3 mergen vande heer Tromp nu Huijg Arkesteijn, 7 mergen [...] hondt vande heer 's-Gravesande, 10 mergen vande kinderen van joncker Bam, 4 mergen 2 hondt vande kinderen van joncker Bam, de Molenwatering vande Schaepweijpolder, 4 mergen van Renoij, 1 merge van Maerten Huijgen Arckesteijn, 1 merge vande Heilige Geestarmen van Rijswijk, of men al gesondeert heef[t] wat het landt soude gelege, hier placht vanoudts een laen te lopen naer 't clooster Sion volgens 't seggen vande oude huijsluijden, 7 mergen 1 hondt van Maerten Huijgen Arckesteijn, 5 mergen vande kinderen van joncker Bam gecomen van Tesman, de heereweg of Vlietweg naer Wateringe